Toelichting Financieel Perspectief 2022-2026

1.1 Algemeen

Terug naar navigatie - 1.1 Algemeen

Deze paragraaf bevat de toelichting op de hiervoor weergegeven financiële tabel. Per onderdeel uit de tabel wordt weergegeven wat het effect daarvan is op het begrotingssaldo. 

1.2 Begrotingsresultaat na de laatste begrotingswijzigingen raad d.d. 19 mei 2022

Terug naar navigatie - 1.2 Begrotingsresultaat na de laatste begrotingswijzigingen raad d.d. 19 mei 2022

Sinds de vaststelling van de Programmabegroting 2022 op 11 november 2021 zijn er door raad en college diverse besluiten genomen die een effect hebben (gehad) op het meerjarig begrotingssaldo. Als uitgangspunt voor deze Perspectievennota wordt het begrotingssaldo d.d. 19 mei 2022 gepresenteerd. Op deze datum heeft de gemeenteraad ingestemd met de begrotingswijzigingen behorende bij de eerste kwartaalrapportage 2022. 

1.3 Effecten meicirculaire 2021

Terug naar navigatie - 1.3 Effecten meicirculaire 2021

In de tabel is het effect van de meicirculaire 2022 op het begrotingsresultaat weergegeven. Het relatief grote positieve effect wordt met name veroorzaakt door a) de herijking van het gemeentefonds, waar gemeente Woensdrecht als voordeelgemeente uit de bus komt en b) de ambities in het regeerakkoord die laten zien dat het rijk fors meer uitgaven gaan doen dan verwacht. Dit leidt via het accres (trap-op/trap-af-systematiek) tot extra inkomsten voor gemeenten. 

Aangezien het regeerakkoord financieel niet verder rijkt dan 2025, zien we na 2025 vooralsnog een terugval in de algemene uitkering opdoemen. De VNG en het Rijk zijn in gesprek over de toekomst van deze financieringssystematiek. Gemeenten zijn in de huidige omstandigheden volgens de VNG te veel afhankelijk van een (grillig) uitgavenpatroon van het rijk, waardoor het meerjarig reëel begroten van de inkomsten steeds lastiger wordt.

1.4 Effect voorstellen Perspectievennota 2022-2026

Terug naar navigatie - 1.4 Effect voorstellen Perspectievennota 2022-2026

Hierna volgt een toelichting op de voorgestelde mutaties in de periode 2023-2026. 

Voorstellen Perspectievennota 2023-2026 2023 2024 2025 2026
1 Nieuw prijsmodel Equalit 2023-2026 S € -22.000 € -33.000 € -44.000 € -44.000
2 Effect decembercirculaire 2021 S € 26.052 € 24.487 € 25.269 € 30.796
3 Structurele loonstijging n.a.v. nieuwe CAO Gemeenten S € -140.000 € -140.000 € -140.000 € -140.000
4 Participatiebudget (impuls uitstroom) S € -44.536 € -44.536 € -44.536 € -44.536
5 Doorontwikkeling fiscale beheersing S € -8.350 € -8.350 € -8.350 € -8.350
6 Verlaging huurinkomsten gymzaal Bloemenlaan S € -4.000 € -4.000 € -4.000 € -4.000
7 Aanpassing uitgebreide brand- en opstalverzekering S € -15.300 € -15.300 € -15.300 € -15.300
8 Bijdrage Zi2T West-Brabant West S € -16.502 € -16.502 € -16.502 € -16.502
9 Leges nutsvoorzieningen S € -12.515 € -12.515 € -12.515 € -12.515
10 Ophoging budget rijksvaccinatieprogramma 0-4 jaar S € -14.000 € -14.000 € -14.000 € -14.000
11 Verbonden Partijen S € -253.115 € -279.522 € -276.280 € -309.752
12 Verwachting tekort WMO S € -841.353 € -1.280.718 € -1.465.364 € -1.465.364
13 Energiekosten meerjarige prognose S € -152.000 € -152.000 € -152.000 € -152.000
14 Stijging kosten accountantscontrole S € -20.000 € -20.000 € -20.000 € -20.000
15 Werving nieuw personeel (verbeteren sec. arbeidsvoorwaarden) S € -25.000 € -25.000 € -25.000 € -25.000
16 Diverse Structureel S € -1.850 € -8.773 € -14.704 € -56.242
17 Diverse Incidenteel I € -4.760 € - € - € -
Totaal € -1.549.229 € -2.029.729 € -2.227.282 € -2.296.765
Structureel € -1.544.469 € -2.029.729 € -2.227.282 € -2.296.765
  1. Nieuw prijsmodel Equalit 2023-2026
    Zoals vermeld in de eerste kwartaalrapportage 2022 is door Equalit een nieuw prijsmodel ontwikkeld, dat beter aansluit op de (lokale) dienstverlening en producten. Met de invoering per 1 januari 2022 is ook een overgangsregeling/solidariteitsfonds ingesteld zodat over een periode van 4 jaar naar de nieuwe bijdrage kan worden toegewerkt. De financiële impact hiervan voor 2022 is verwerkt in de inmiddels vastgestelde begrotingswijziging bij de eerste kwartaalrapportage 2022. 

  2. Effect decembercirculaire 2021
    Op 14 december 2021 is de decembercirculaire 2021 verschenen. Het effect voor 2022 is eerder al verwerkt in de eerste kwartaalrapportage 2022. 

  3. Structurele loonstijging n.a.v. nieuwe CAO Gemeenten
    Begin 2022 is de nieuwe CAO Gemeenten vastgesteld. Deze leidt tot extra kosten. Voor 2022 zijn deze kosten meegenomen in de eerste kwartaalrapportage 2022. 

  4. Participatiebudget (impuls uitstroom)
    Gemeenten hebben de wettelijke taak om mensen met een bijstandsuitkering te activeren en waar mogelijk te begeleiden naar betaald werk. Door corona is er een achterstand op de inzet van trajecten. Het college van de gemeente Woensdrecht heeft besloten om middelen vrij te maken om een impuls te geven aan de uitstroom van bijstandsgerechtigden uit de uitkering. Deze wordt bekostigd door de subsidie Start To Grow en het project Woensdrecht Schoon over te hevelen naar andere programma's en het vrijgevallen budget in programma 1 te besteden aan de benodigde impuls. Voor 2022 is dit gedaan in de eerste kwartaalrapportage 2022. 

  5. Doorontwikkeling fiscale beheersing
    De gemeentelijke fiscale geldstromen (belastingen) zijn een materieel onderdeel van onze financiële geldstromen. Vanaf 2023 stelt de belastingdienst vereisten aan de relatie met en het toezicht op gemeenten. Dit noodzaakt gemeenten om te beoordelen in hoeverre zij fiscaal in control zijn. Het fiscaal in control zijn is een belangrijk onderdeel van het financieel in control zijn. De totale geldstroom in onze gemeentelijke organisatie die betrekking heeft op belastingen bedraagt ruim € 15 miljoen per jaar en is daarmee materieel van omvang. Het college heeft besloten de raad te verzoeken een additioneel structureel budget voor 2023 en verder beschikbaar te stellen. Het budget voor 2022 was onderdeel van de begrotingswijziging bij de eerste kwartaalrapportage 2022.

  6. Verlaging huurinkomsten gymzaal Bloemenlaan
    In de eerste kwartaalrapportage 2022 is gemeld dat door het stoppen of door afname van minder uren van diverse verenigingen de verwachte huurinkomsten 4000 euro lager uitvallen. Voor 2022 is dit effect verwerkt in de begrotingswijziging behorende bij de genoemde kwartaalrapportage. 

  7. Aanpassing uitgebreide brand- en opstalverzekering
    In de eerste kwartaalrapportage 2022 is een aanpassing van de brand- en opstalverzekering voor gemeentelijke gebouwen opgenomen.

  8. Bijdrage Zi2T West-Brabant West 
    Op 7 december 2021 zijn in de regio West-Brabant West de werkzaamheden en de financiering van het Zorg Inkoop en Informatie Team (Zi2T) vastgesteld. Het Zi2T verricht taken voor de deelnemende gemeenten in het kader van de inkoop en administratie van Jeugdzorg. 

  9. Leges nutsvoorzieningen
    Met de eerste kwartaalrapportage is de verwachte lagere opbrengst van de leges kabelwerkzaamheden in 2022 verwerkt. 

  10. Ophoging budget rijksvaccinatieprogramma 0-4 jaar
    In de eerste kwartaalrapportage zijn de meerkosten voor het Rijks Vaccinatie Programma voor 2022 opgenomen. De kosten stijgen vanwege de groei van het aantal kinderen in de leeftijd 0-4 jaar. 

  11. Verbonden Partijen
    In het raadsvoorstel Begrotingen 2023 en jaarrekeningen 2021 gemeenschappelijke regelingen (Raad 23 juni 2022) is het effect van de Begrotingen 2023 e.v. van de verbonden partijen op onze meerjarenbegroting weergegeven. 

  12. Verwachting tekort WMO
    De verwachte meerjarige kosten op de uitvoeringsbudgetten van de Wmo zijn berekend op basis van het scenario waarbij sprake is van a) een ongewijzigde stijging van cliëntaantallen, zoals we deze zien sinds 2020, b) ongewijzigd beleid en c) waarbij géén rekening is gehouden met indexatie van tarieven en nieuwe tarieven in nieuwe contracten. Het is aannemelijk dat het aantal cliënten de komende jaren zal blijven toenemen, gelet op de vergrijzing binnen onze gemeente. Dit wordt bevestigd door de gegevens voor onze gemeente in het Wmo Voorspelmodel van de VNG.

    Het is mogelijk dat de mate waarin de cliëntaantallen stijgen, minder sterk zal toenemen dan de afgelopen jaren het geval was. Omdat het aannemelijk is dat vanaf 2025 de eigen bijdrage voor Huishoudelijke Ondersteuning inkomensafhankelijk wordt (ervan uitgaande dat dit een wettelijke verplichting betreft), gaan we in voorgelegd scenario ervan uit dat de stijging van HO-cliënten vanaf 2025 stagneert.

    Echter voorzien we een aantal factoren die van invloed zijn op de verwachte kosten. Het gaat hierbij om indexatie van tarieven op basis van de inflatie van prijzen en loonstijging op basis van CAO ontwikkelingen. Daarnaast wordt een aanzienlijke prijsstijging verwacht voor het nieuwe contract voor Wmo Hulpmiddelen. Het huidige contract kent namelijk geen indexeringsregeling, waardoor de tarieven uitzonderlijk laag zijn. Tot slot zorgt ook het tekort aan woningen voor een beperkte mogelijkheid van verhuizing als alternatief voor (doorgaans prijzige) woningaanpassingen. Omdat op dit moment nog onduidelijk is van welke indexatiepercentages we kunnen uitgaan, wordt voorgesteld nadere informatie hierover af te wachten in de loop van 2022 en de meerjarenbegroting daar te zijner tijd op aan te passen.

  13. Energiekosten meerjarige prognose
    In de eerste kwartaalrapportage is rekening gehouden met 152.000 euro aan meerkosten voor energie als gevolg van de toename van de energie prijzen. Het is niet mogelijk gebleken om op dit moment een meer realistische voorspelling te doen. Voorzichtigheidshalve stelt het college voor om de aanname uit de eerste kwartaalrapportage structureel te maken. 

  14. Stijging kosten accountantscontrole
    Door onze accountant Baker Tilly is aangegeven, dat door verdergaande regelgeving op nationaal gebied qua subsidieverantwoording (aantal regelingen is toegenomen van 8 in 2020 naar 16 in 2021), op Europees gebied door bijvoorbeeld richtlijnen vanuit de Europese Commissie inzake het rapporteren over de impact op milieu en sociale zaken (Corporate Sustainability Reporting Directive van de Europese Commissie uit april 2021) en door grotere aandacht voor de frauderisicoanalyses, zij aanvullende werkzaamheden uit dienen te gaan voeren, die tot aanvullende kosten gaan leiden. 

  15. Werving nieuwe personeel (verbetering secundaire arbeidsvoorwaarden)
    De ambtelijke organisatie wordt geconfronteerd met een krappe arbeidsmarkt. Om goed personeel te boeien en te binden bieden we (onder andere) marktconforme secundaire arbeidsvoorwaarden. De trend is dat secundaire arbeidsvoorwaarden nadrukkelijker worden verruimd. Onze organisatie is genoodzaakt zich voor te bereiden op een verruiming van de personele faciliteiten om concurrerend te kunnen blijven.

1.5 Effect Collegewerkprogramma 2022-2026

Terug naar navigatie - 1.5 Effect Collegewerkprogramma 2022-2026

Gelijktijdig met deze Perspectievennota is ook het collegewerkprogramma 2022-2026 opgesteld. Het financiële totaaleffect van de hierin opgenomen plannen nemen we mee in de bepaling van het meerjarenperspectief. Het collegewerkprogramma vraagt alleen incidentele middelen. In de tabel hieronder is te zien hoe de totalen per jaar tot stand komen. 

Voorstellen Collegewerkprogramma 2022-2026 I/S 2022 2023 2024 2025 2026
1 Wijk GGD'er I € -50.000
2 Klanten Contact Centrum (KCC) I PM PM
3 Groene Agenda I € -75.000
4 BOA Capaciteit I € -100.000 € -60.000
5 Duurzaamheid I € -191.000
Duurzaamheid geoormerkte middelen in Meicirculaire 2022 I € 191.000
6 Human Capital Agenda & Regio Branding I € -20.000
7 Economische Visie I € -35.000
8 Woonzorg-visie I € -35.000
9 Fiets- en wielerplan I € -50.000
10 Toekomstvisie I € -15.000
11 Hybride werken PM PM PM PM
Totaal € -35.000 € -345.000 € -60.000 € - € -
Structureel € - € - € - € - € -
  1. Wijk GGD'er
    De inzet van de wijk GGD'er is een succesvol traject. Voor de financiering wordt een subsidie ingezet. Mogelijk kan ook voor volgend jaar een beroep worden gedaan op een subsidie. Mocht dit niet zo zijn dan is een bedrag benodigd, dat reeds nu wordt gereserveerd.

  2. Klanten Contact Centrum (KCC)
    De doorontwikkeling van het KCC wordt modulair gerealiseerd. De doorontwikkeling van de eerste componenten passen binnen de begroting. Voor wat betreft de ontwikkelingen in 2023 en 2024 is nog niet bekend wat de (eventuele) financiële consequenties zijn.

  3. Groene Agenda
    Voor de realisatie van grote vervangingen op basis van de Groene Agenda is een incidenteel budget voor 2023 nodig. Vanaf 2024 worden de baten die de gemeente ontvangt uit de exploitatieovereenkomsten van de zonneparken ingezet voor (onder andere) de realisatie van de Groene Agenda.

  4. BOA Capaciteit
    Per 1 januari 2023 wordt het contract m.b.t. de BOA-pool beëindigd. De inzet van de BOA-capaciteit wordt vanaf dat moment weer lokaal georganiseerd. Voor de structurele formatie van 1 BOA zijn structurele middelen aanwezig in de begroting. Voor een periode van 2 jaar wordt een pilot uitgevoerd waarbij 1 BOA extra wordt aangesteld. Dit uit oogpunt van veiligheid, effectiviteit en continuïteit. Hiervoor zijn incidentele middelen nodig. In het eerste jaar (2023)  € 100.000 (personele en materiële lasten) en € 60.000 in 2024 (personele lasten).

  5.  Duurzaamheid
    In de meicirculaire 2022 is een bedrag opgenomen voor het thema 'Duurzaamheid'. Dit bedrag wordt in de perspectievennota geoormerkt, vandaar dat het bedrag als baat en als last is opgenomen. Per saldo heeft dit onderwerp (dus) geen effect op het begrotingssaldo

  6. Human Capital Agenda & Regio Branding
    Voor de verdere ontwikkeling van business park Aviolanda en de vliegbasis Woensdrecht is het principe "Bekwaam-Baan-Bestaan" van groot belang.
    Extra impulsen op dit gebied zijn essentieel.

  7. Economische Visie
    Voor de totstandkoming van de  Economische Visie is in in 2022 - vanwege het groot aantal dossier op het gebied van economie - externe capaciteit nodig. Dit bedrag wordt (omdat het 2022 betreft) verwerkt in de begrotingswijziging behorende bij de Tweede Financiële tussenrapportage 2022. 

  8. Woonzorg-visie
    Voor onze gemeente dient een woonzorgvisie te worden opgesteld waarin aandacht is voor de verbinding wonnen en zorg. Gelet op de opgaven naar de toekomst is dit een belangrijk richtinggevend instrument voor een duurzame samenleving.

  9. Fiets- en Wielerplan
    In de begroting is eerder een budget opgenomen voor het Fiets- en Wielerplan c.a. tot en met 2022. Voor 2023 is in deze perspectievennota een gelijk bedrag opgenomen. Aan de hand van de financiële paragraaf in het nieuw op te stellen plan, zal een financiële doorkijk naar de toekomst worden gemaakt.

  10. Toekomstvisie
    Door de vele ontwikkelingen ná het vaststellen van de Toekomstvisie 2035 in 2015 is het noodzakelijk deze te herijken.

  11. Hybride werken
    Een belangrijk onderdeel van de organisatieontwikkeling is het 'hybride werken'. De financiële behoefte voor de komende jaren is nog niet gekwantificeerd.