De eindejaarsprognose voor het product Maatschappelijke Ondersteuning is naar huidige verwachting een tekort van € 388.000. Dit tekort ontstaat binnen de uitvoeringsbudgetten, namelijk de subproducten Wmo-Huishoudelijke ondersteuning en Wmo-Hulpmiddelen, vervoer en woonvoorzieningen. Daarnaast wordt een klein overschot verwacht op Wmo-Begeleiding.
Per subproduct worden de cijfers hieronder kort toegelicht:
WMO-Huishoudelijke ondersteuning:
Op het subproduct Huishoudelijke Ondersteuning verwachten we ultimo 2022 een tekort van € 234.000.
Dit tekort wordt grotendeels (€ 196.000) veroorzaakt door het verwachte gebruik van huishoudelijke ondersteuning in natura. Dit tekort is een inschatting op basis van de trend van de stijging in het aantal cliënten dat gebruik maakt van huishoudelijke ondersteuning in natura. Er zijn geen indicatoren op basis waarvan een trendbreuk is te verwachten, o.a. gelet op de vergrijzing binnen onze gemeente. Ook de verwachte uitgaven op PGB huishoudelijke ondersteuning overschrijden het hiervoor begrote bedrag met € 15.000. Daarnaast is de verwachting dat de opbrengst uit eigen bijdragen ultimo 2022 € 22.000 lager zal uitkomen dan opgenomen in de begroting wordt op een aantal posten per saldo een tekort van € 1.000 verwacht.
WMO-Hulpmiddelen, Vervoer en Woonvoorzieningen:
Op het subproduct Hulpmiddelen, vervoer en woonvoorzieningen verwachten we ultimo 2022 een tekort van € 178.000. Dit ontstaat met name op het subproduct Woonvoorzieningen, waar een tekort verwacht wordt van € 112.500. Het betreft relatief dure voorzieningen, waardoor relatief snel een verschil kan ontstaan tussen de begroting en de werkelijke kosten. Zo zijn er in de eerste helft van 2022 reeds tweemaal zoveel trapliften verstrekt dan met het opstellen van de begroting rekening is gehouden. Daarnaast verwachten we op individuele vervoersvoorzieningen een tekort van € 16.500, op collectief vervoer een tekort van € 23.500 en ook op scootmobielen wordt een tekort van € 42.000 verwacht. Echter, we verwachten op rolstoelen een besparing van bijna € 14.000. Dat we doorgaans meer kosten maken op deze producten is logisch, gezien de doelstelling van de Wmo 2015 om inwoners te ondersteunen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en deel te nemen aan de maatschappij. Steeds meer inwoners doen hiervoor een beroep op de Wmo. Daarnaast is sprake van een hoge mate van vergrijzing binnen onze gemeente, dat tevens een toename van het aantal Wmo-gebruikers verklaart. Tevens is op een aantal posten per saldo een overschot van € 2.500.
WMO-Begeleiding:
In het tweede kwartaal is het subproduct “PGB Wmo-Begeleiding” opgenomen als kostenplaats in het subproduct “Wmo-Begeleiding”. Per saldo voorzien we op dit subproduct een overschot van bijna € 20.000 per ultimo 2022. Ondanks dat er sprake is van een lichte daling van cliëntaantallen op 'begeleiding individueel', verwachten we hier een tekort van € 48.000. Tevens wordt een tekort van € 82.000 verwacht op groepsbegeleiding en een tekort van € 24.500 op niet-rolstoelvervoer naar en van groepsbegeleiding. Ook verwachten we een meevaller van € 6.500 op rolstoelvervoer naar en van groepsbegeleiding en een meevaller van € 58.000 op de post kortdurend verblijf. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de tekorten op de individuele begeleiding en groepsbegeleiding het effect is van het beleid om meer zorg in natura te verlenen in plaats van het toekennen van PGB's. In 2022 wordt daardoor uiteindelijk een overschot verwacht op Begeleiding PGB van € 104.000. Daarnaast is op een aantal posten per saldo een meevaller van € 6.000.
Uitgaande van de huidige situatie en de kennis die we op dit moment hebben, verwachten we op dit moment geen noemenswaardige wijzigingen t.a.v. de begroting op de overige subproducten van product 1.4 Maatschappelijke Ondersteuning. In totaal is op deze posten een overschot van € 4.000.