Programma 1. Sociaal Domein

Totaaloverzicht programma 1

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht programma 1

In onderstaande tabel betreffen de kolommen 1 tot en met 4 de cijfers zoals op 16 oktober 2023 geregistreerd in het financiële pakket. Kolom 5 betreft een prognose welke niet uit het financiële pakket komt, maar gebaseerd is op verwachtingen. 

Totaaloverzicht per product
Product Bedrag Begroot op 16 oktober 2023 Bedrag Werkelijk Bedrag rechten en verplichtingen Stand per 16 oktober 2023 Prognose afwijking van de begroting
1.1 Sociale veerkracht € -1.996.289 € -1.937.131 € -41.804 € 17.353 € -3.000
1.2 Integrale Toegang Sociaal Domein € -219.706 € -46.156 € -110.541 € 63.009 € 155.000
1.3 Werk en inkomen € -3.736.564 € -392.490 € -3.170.884 € 173.190 € -4.435
1.4 Maatschappelijke ondersteuning € -7.316.538 € -4.670.920 € -2.084.368 € 561.250 € 561.000
1.5 Zorg voor Jeugd en Sociale Veiligheid € -7.156.355 € -4.834.256 € -2.259.379 € 62.721 € -
1.6 Gezondheid en Sport € -1.072.719 € -1.045.988 € -21.730 € 5.002 € -
1.7 Onderwijs € -2.244.947 € -1.262.172 € -1.027.262 € -44.487 € -45.000
Totaal € -23.743.118 € -14.189.113 € -8.715.967 € 838.038 € 663.565

1.1 Sociale Veerkracht

Terug naar navigatie - 1.1 Sociale Veerkracht

De eindejaarprognose voor het product Sociale Veerkracht is naar huidige verwachting een tekort van € 3.000. 

De onlangs ontvangen verzoeken tot CAO indexeringen van WijZijn en de BWI bedragen € 34.000. Deze kunnen tot € 22.000 binnen de bestaande budgetten worden opgevangen, maar leiden voor het meerdere tot een budgetoverschrijding van € 12.000. Voorstel is om dit op te vangen vanuit de POK-middelen uit product 1.2 Integrale toegang Sociaal Domein.

Binnen het budget cliëntondersteuning voorzien we een (voorlopig) overschot van € 5.000.  
Het innovatiebudget laat vooralsnog een overschot van € 4.000 zien. 


Verhogen subsidieplafond
Het huidige subsidieplafond is niet toereikend voor de bovengenoemde subsidieverstrekkingen van totaal € 34.000. Daarom wordt de raad, naast het beschikbaar stellen van de middelen, ook verzocht om het subsidieplafond 2023 met € 18.537 te verhogen naar € 1.872.003. 

1.2 Integrale toegang Sociaal Domein

Terug naar navigatie - 1.2 Integrale toegang Sociaal Domein

De eindejaarprognose voor het product Integrale Toegang Sociaal Domein is naar huidige verwachting een overschot van € 155.000.

Op het eerstelijnsloket WMO Begeleiding voorzien we een overschot van € 4.000 op onafhankelijke cliëntondersteuning. Op de Integrale toegang Sociaal Domein verwachten we een overschot van € 10.000 vanwege geringe uitgaven en op Centrum voor Jeugd en Gezin is nog een bedrag beschikbaar voor extra inzet van jeugdverpleegkundigen voor de jeugdgezondheidszorg voor een totaal van € 7.000.  

Dit jaar zijn we begonnen met de uitrol van het project VraagWijzer Woensdrecht n.a.v. een opdracht vanuit de Stuurgroep Sociaal Domein. De opdracht is om eind 2023 een richtinggevende adviesnota op te leveren. Hiervoor zetten wij de POK-middelen in, deze zijn o.a. bestemd voor het verbeteren van de dienstverlening. De verwachting voor 2023 is dat er in totaal ruim € 65.000 aan kosten wordt gemaakt op product 1.2. Er resteert dan een bedrag van € 79.000. Hiervan wordt € 12.300 middels een begrotingswijziging overgeheveld naar product 1.1 Sociale Veerkracht en € 2.210 naar product 5.05 Financiën. De verwachting is dat het resterende bedrag aan middelen in de voorstellen voor de budgetoverheveling naar 2024 opgenomen worden.

In 2023 zijn geen uitgaven gedaan vanuit het krediet Integrale Toegang Sociaal Domein. De begrote afschrijvingskosten van € 55.000 komen daarom te vervallen. Voorgesteld wordt om dit bedrag terug te boeken naar de algemene middelen.

1.3 Werk en inkomen

Terug naar navigatie - 1.3 Werk en inkomen

De eindejaarprognose voor het product Werk en Inkomen is een tekort van ruim € 4.400.

De volgende posten liggen hieraan ten grondslag:

  • Op het budget Intergemeentelijke Sociale Dienst verwachten we een tekort te zien van € 70.000. Dit is het resultaat van de eerste begrotingswijziging van de ISD Brabantse Wal die heeft plaatsgevonden. Middels een begrotingswijziging komt dekking vanuit het participatiebudget, waar een budget beschikbaar is van € 15.000 voor de inhuur van klantmanagers. Dit is een onderdeel van de eerste begrotingswijziging van de ISD Brabantse Wal. Het resterende tekort kan opgevangen worden uit het budget Inburgering Nieuwkomers.

  • Op het budget Inburgering Nieuwkomers verwachten we een overschot te zien van € 112.000. De uitvoering van de Wet Inburgering is gedeeltelijk belegd bij de ISD Brabantse Wal. Gezien het feit dat we nog in afwachting zijn van de factuur van de ISD Brabantse Wal voor deze uitvoeringskosten, is de eindprognose moeilijk in te schatten. We hebben de eindprognose opgesteld op basis van de kosten in 2022. De verwachting is echter dat het beschikbare budget toereikend is en dat voldoende ruimte overblijft voor de dekking van de bovengenoemde begrotingswijziging van de ISD Brabantse Wal.

  • Op het BUIG-budget verwachten we een tekort van € 69.000. In een laatste rapportage geeft de ISD Brabantse Wal een tekort aan van € 172.500. Echter, de definitieve beschikking van het BUIG-budget voor 2023 is hierin nog niet meegenomen. Het BUIG-budget staat onder druk vanwege de toename van gehuisveste statushouders in de bijstand.

  • Op het Participatiebudget verwachten we een overschot te zien van € 55.000. De verwachting is dat dit budget toereikend is. De mogelijkheid bestaat dat er nog een bedrag vrijvalt door het niet compleet benutten van het budget voor de "250 aanpak". Daarentegen bestaat ook de kleine kans dat het budget terugloopt door het meer inzetten dan de vooraf begrote budgetten voor ontwikkeltrajecten.

  • Op het budget Bijzondere Bijstand/Schuldhulpverlening (exclusief energietoeslag) verwachten we een tekort te zien van € 84.000. In een laatste rapportage geeft de ISD Brabantse Wal een tekort aan van € 110.000 (inclusief SMI). Echter, de ontvangen middelen van het Rijk zijn hierin nog niet meegenomen. Het tekort is voornamelijk het resultaat van het verstrekken van een inrichtingskrediet aan statushouders die recentelijk zijn gehuisvest in de gemeente Woensdrecht.

  • Op het Minimabudget verwachten we een overschot te zien van € 69.000. Deze middelen worden ten eerste ingezet om in te spelen op de ontwikkelingen op het gebied van vroegsignalering. Het restant kan worden ingezet om het tekort op het budget Bijzondere Bijstand op te vangen. 

  • Op het budget Bijzondere Bijstand (onderdeel energietoeslag) verwachten we een tekort van afgerond € 50.000. Voor het uitvoeren van de Eenmalige Energietoeslag 2023 (EET 2023) zijn extra middelen nodig. Op basis van de cijfers van het CBS bedragen de kosten voor de EET 2023 € 1.028.300. Het bedrag beschikbaar voor de EET 2023 is € 980.561. Dit betekent een verwachte overschrijding van € 49.646 en is ontstaan door het verruimen van de 120% WML (Wettelijk brutoMinimumLoon) grens naar de 135% WML grens. De gemeente zal het verschil zelf moeten bijleggen. Dat gebeurt met de bij deze kwartaalrapportage gevoegde begrotingswijziging.

  • Met de septembercirculaire 2023 is de Integratieuitkering Participatie voor 2023 verhoogd met ruim € 32.000 euro. 

1.4 Maatschappelijke ondersteuning

Terug naar navigatie - 1.4 Maatschappelijke ondersteuning

De eindejaarprognose voor het product Maatschappelijke Ondersteuning is naar huidige verwachting een overschot van € 561.000.

Dit overschot ontstaat grotendeels binnen de uitvoeringsbudgetten, te weten subproducten Wmo Huishoudelijke ondersteuning (€ 198.000)  en Wmo Begeleiding (€ 456.000), terwijl op subproduct Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen juist een tekort wordt verwacht van € 98.000. Het resterende overschot van € 5.000 bestaat uit diverse kleine budgetoverschotten.

Bij de subproducten Wmo Huishoudelijke ondersteuning (HO) en Wmo Begeleiding (BG) is sinds 2019 een aanzienlijke stijging te zien van inwoners met een maatwerkvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Dit heeft enkele jaren geleid tot tekorten ten aanzien van onze begroting. In 2021 is daarom besloten meerjarig extra middelen in de begroting  beschikbaar te stellen voor maatwerkvoorzieningen Wmo HO en Wmo BG. De benodigde middelen zijn destijds tot stand gekomen door een nauwkeurige berekening van verwachte trendontwikkelingen (stijging cliëntaantallen), rekening houdend met stijgende tarieven. Er is nog altijd sprake van een stijging in het aantal Wmo-cliënten, maar we zien dat de mate van stijging afvlakt ten opzichte van het aantal waar in 2021 rekening mee is gehouden bij het opstellen van de meerjarenbegroting. 

Hieronder volgt per subproduct een nadere toelichting, gevolgd door een voorstel ten aanzien van het verwachte restantoverschot van € 561.000.

Wmo Huishoudelijke ondersteuning
De wetswijziging van het abonnementstarief in de Wmo 2015, waardoor de eigen bijdrage sinds 2019 voor cliënten werd vastgesteld op € 19 per maand en dus niet langer inkomensafhankelijk was, zorgde voor een forse toename in HO-aanvragen en dus stijging van cliëntaantallen. We zien sinds 2022 een afvlakking in de stijging van cliëntaantallen. Wel is er nog altijd sprake van wachtlijsten als gevolg van personeelstekort in de thuiszorg. We zien dat de ondersteuning bij gemiddeld 10 tot 15 indicaties per maand niet direct opgestart wordt. Dit resulteert in een verwacht overschot van € 198.000 op het subproduct Wmo Huishoudelijke Ondersteuning.

Wmo Begeleiding
De afvlakking in stijging van cliëntaantallen is voor Wmo BG te verklaren door een betere doorstroom van Wmo naar Wlz (Wet langdurige zorg). Daarnaast is bij het opstellen van de begroting rekening gehouden met de verwachting dat meer inwoners een beroep doen op Wmo BG, als gevolg van onder andere de nasleep van corona en de algemene trend dat sprake is van toename in complexiteit van (multi)problematiek. De stijging van cliëntaantallen is zichtbaar, echter in mindere mate dan verwacht. Hiermee komen we uit op een verwacht overschot van € 456.000 op subproduct Wmo Begeleiding. 

Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen
In tegenstelling tot de subproducten Wmo Huishoudelijke Ondersteuning en Wmo Begeleiding wordt op het subproduct Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen juist een tekort verwacht van totaal € 98.000. Dit ontstaat grotendeels door woningaanpassingen en trapliften. Woningaanpassingen zijn prijzige voorzieningen. Hierdoor ontstaat al snel een overschrijding van het budget wat hiervoor in de begroting is opgenomen. Hier komt bij dat de prijzen van (bouw)materialen de laatste jaren fors zijn gestegen, wat tevens leidt tot extra kosten bij woningaanpassingen. Daarnaast zien we een stijging in het aantal trapliften, wat logisch is gezien het landelijk beleid dat inwoners (ouderen) zo lang mogelijk thuis blijven wonen met behulp van deze Wmo-voorzieningen. Op het onderdeel Wmo Hulpmiddelen wordt ook een tekort verwacht. Er zijn echter wel kanttekeningen bij dit bedrag aan tekort: er is rekening gehouden met extra PGB-aanvragen (veelal prijzige voorzieningen), gezien de stijging hiervan in 2022. Tot op heden blijft deze vraag echter uit. Als deze trend zich doorzet, kan dit tot een overschot van € 20.000 leiden ten opzichte van de begroting. Daarnaast gelden per 1 juli jl. nieuwe tarieven als gevolg van een nieuwe overeenkomst. In deze nieuwe overeenkomst zijn we tevens overgegaan van één naar twee leveranciers met verschillende tarieven, wat tevens leidt tot een verschil in de verwachte uitgaven ten opzichte van de begroting. Dit zal naar verwachting leiden tot een positief effect op het huidige verwachte tekort op dit subproduct .

Voorstel
Binnen product 1.4 wordt voorgesteld om € 100.000 over te hevelen van subproduct Wmo Begeleiding naar subproduct Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen. Dit is niet van invloed op het totaalsaldo van product 1.4, maar zorgt voor een juiste verdeling van de budgetten binnen het product. Daarnaast wordt voorgesteld om € 45.000 van subproduct Wmo Begeleiding over te hevelen naar product 1.7 Onderwijs. 

Hiermee komt het verwachte restantoverschot uit op € 516.000. Voorgesteld wordt om € 500.000 daarvan terug te boeken naar de algemene middelen. Dit betreft € 195.000 van subproduct Wmo Huishoudelijke ondersteuning en € 305.000 van subproduct Wmo Begeleiding.

Het verwachte overschot als eindejaarsprognose van product 1.4 wordt hiermee bijgesteld naar € 16.000.

1.5 Zorg voor Jeugd en Sociale Veiligheid

Terug naar navigatie - 1.5 Zorg voor Jeugd en Sociale Veiligheid

De eindejaarprognose van het product Zorg voor Jeugd en Veiligheid is naar verwachting nihil. 

Op dit moment zien we een toename van het gebruik van het Jeugdwetvervoer. Het aantal jeugdigen met een arrangement Woonzorg is verdubbeld. Daarnaast is het aantal Hoogcomplex C, D en E ten opzichte van vorig jaar toegenomen. Dit zijn de duurste arrangementen en variëren tussen de € 62.520 en € 135.600 per jeugdige. Hierdoor zou de eindejaarprognose een negatief saldo laten zien. Door voortschrijdend inzicht is in het tweede kwartaal een bedrag van € 110.000 overgeheveld vanuit het product 1.4 Maatschappelijke ondersteuning naar het product Zorg voor Jeugd en Veiligheid. Daarnaast zijn ook alle extra rijksmiddelen Jeugd ingezet, waardoor de eindejaarprognose naar verwachting nul is.

Binnen het product Zorg voor Jeugd en Veiligheid vallen voortaan ook de kosten met betrekking tot maatschappelijke- en vrouwenopvang. De eindejaarprognose voor dit gedeelte van het product Zorg voor Jeugd en Veiligheid is naar verwachting nul. 

1.6 Gezondheid en Sport

Terug naar navigatie - 1.6 Gezondheid en Sport

De eindejaarprognose voor het product Gezondheid en Sport is naar verwachting nihil. 

Voor de uitvoering van de Jeugdgezondheidzorg (JGZ) en het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) wordt eind 2023 een tekort verwacht van € 6.000. Deze prognose kan echter nog veranderen door het aantal geboortes in de gemeente. Dit wordt daarom scherp gemonitord. 

Op  het programma 'Gezond in de stad' wordt een overschot verwacht van € 6.000.  Voorgesteld wordt om dit overschot door middel van een begrotingswijziging toe te voegen aan het begrotingsbudget van de JGZ en het RVP.

1.7 Onderwijs

Terug naar navigatie - 1.7 Onderwijs

De eindejaarprognose voor product Onderwijs is naar verwachting een tekort van € 45.000.

Er wordt op het budget Leerplicht/RMC een tekort verwacht van € 7.000. Dit is grotendeels te wijten aan een vastgestelde begrotingswijziging van de gemeenschappelijke regeling RBL (Regionaal Bureau Leren). In voornoemde begrotingswijziging wordt o.a. de regionale, personele inzet voor de Wpg-audit voorzien. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk om audits uit te voeren op het gebied van de Wet politiegegevens, domein III (onderwijs). Vanaf 2024 zijn de financiële middelen voor de uitvoering van deze Wpg-audit geborgd in de gemeentebegroting.

Daarnaast wordt een tekort verwacht op het budget Onderwijsachterstanden van ruim € 38.000, vanwege een eindafrekening van de vorige periode (2019-2022).