De eindejaarprognose voor het product Maatschappelijke Ondersteuning is naar huidige verwachting een overschot van € 561.000.
Dit overschot ontstaat grotendeels binnen de uitvoeringsbudgetten, te weten subproducten Wmo Huishoudelijke ondersteuning (€ 198.000) en Wmo Begeleiding (€ 456.000), terwijl op subproduct Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen juist een tekort wordt verwacht van € 98.000. Het resterende overschot van € 5.000 bestaat uit diverse kleine budgetoverschotten.
Bij de subproducten Wmo Huishoudelijke ondersteuning (HO) en Wmo Begeleiding (BG) is sinds 2019 een aanzienlijke stijging te zien van inwoners met een maatwerkvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Dit heeft enkele jaren geleid tot tekorten ten aanzien van onze begroting. In 2021 is daarom besloten meerjarig extra middelen in de begroting beschikbaar te stellen voor maatwerkvoorzieningen Wmo HO en Wmo BG. De benodigde middelen zijn destijds tot stand gekomen door een nauwkeurige berekening van verwachte trendontwikkelingen (stijging cliëntaantallen), rekening houdend met stijgende tarieven. Er is nog altijd sprake van een stijging in het aantal Wmo-cliënten, maar we zien dat de mate van stijging afvlakt ten opzichte van het aantal waar in 2021 rekening mee is gehouden bij het opstellen van de meerjarenbegroting.
Hieronder volgt per subproduct een nadere toelichting, gevolgd door een voorstel ten aanzien van het verwachte restantoverschot van € 561.000.
Wmo Huishoudelijke ondersteuning
De wetswijziging van het abonnementstarief in de Wmo 2015, waardoor de eigen bijdrage sinds 2019 voor cliënten werd vastgesteld op € 19 per maand en dus niet langer inkomensafhankelijk was, zorgde voor een forse toename in HO-aanvragen en dus stijging van cliëntaantallen. We zien sinds 2022 een afvlakking in de stijging van cliëntaantallen. Wel is er nog altijd sprake van wachtlijsten als gevolg van personeelstekort in de thuiszorg. We zien dat de ondersteuning bij gemiddeld 10 tot 15 indicaties per maand niet direct opgestart wordt. Dit resulteert in een verwacht overschot van € 198.000 op het subproduct Wmo Huishoudelijke Ondersteuning.
Wmo Begeleiding
De afvlakking in stijging van cliëntaantallen is voor Wmo BG te verklaren door een betere doorstroom van Wmo naar Wlz (Wet langdurige zorg). Daarnaast is bij het opstellen van de begroting rekening gehouden met de verwachting dat meer inwoners een beroep doen op Wmo BG, als gevolg van onder andere de nasleep van corona en de algemene trend dat sprake is van toename in complexiteit van (multi)problematiek. De stijging van cliëntaantallen is zichtbaar, echter in mindere mate dan verwacht. Hiermee komen we uit op een verwacht overschot van € 456.000 op subproduct Wmo Begeleiding.
Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen
In tegenstelling tot de subproducten Wmo Huishoudelijke Ondersteuning en Wmo Begeleiding wordt op het subproduct Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen juist een tekort verwacht van totaal € 98.000. Dit ontstaat grotendeels door woningaanpassingen en trapliften. Woningaanpassingen zijn prijzige voorzieningen. Hierdoor ontstaat al snel een overschrijding van het budget wat hiervoor in de begroting is opgenomen. Hier komt bij dat de prijzen van (bouw)materialen de laatste jaren fors zijn gestegen, wat tevens leidt tot extra kosten bij woningaanpassingen. Daarnaast zien we een stijging in het aantal trapliften, wat logisch is gezien het landelijk beleid dat inwoners (ouderen) zo lang mogelijk thuis blijven wonen met behulp van deze Wmo-voorzieningen. Op het onderdeel Wmo Hulpmiddelen wordt ook een tekort verwacht. Er zijn echter wel kanttekeningen bij dit bedrag aan tekort: er is rekening gehouden met extra PGB-aanvragen (veelal prijzige voorzieningen), gezien de stijging hiervan in 2022. Tot op heden blijft deze vraag echter uit. Als deze trend zich doorzet, kan dit tot een overschot van € 20.000 leiden ten opzichte van de begroting. Daarnaast gelden per 1 juli jl. nieuwe tarieven als gevolg van een nieuwe overeenkomst. In deze nieuwe overeenkomst zijn we tevens overgegaan van één naar twee leveranciers met verschillende tarieven, wat tevens leidt tot een verschil in de verwachte uitgaven ten opzichte van de begroting. Dit zal naar verwachting leiden tot een positief effect op het huidige verwachte tekort op dit subproduct .
Voorstel
Binnen product 1.4 wordt voorgesteld om € 100.000 over te hevelen van subproduct Wmo Begeleiding naar subproduct Wmo Hulpmiddelen, Vervoer en Woningaanpassingen. Dit is niet van invloed op het totaalsaldo van product 1.4, maar zorgt voor een juiste verdeling van de budgetten binnen het product. Daarnaast wordt voorgesteld om € 45.000 van subproduct Wmo Begeleiding over te hevelen naar product 1.7 Onderwijs.
Hiermee komt het verwachte restantoverschot uit op € 516.000. Voorgesteld wordt om € 500.000 daarvan terug te boeken naar de algemene middelen. Dit betreft € 195.000 van subproduct Wmo Huishoudelijke ondersteuning en € 305.000 van subproduct Wmo Begeleiding.
Het verwachte overschot als eindejaarsprognose van product 1.4 wordt hiermee bijgesteld naar € 16.000.