Programma 1. Sociaal Domein

Totaaloverzicht programma 1

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht programma 1

In onderstaande tabel betreffen de kolommen 1 tot en met 4 de cijfers zoals op 5 oktober jl. geregistreerd in het financiële pakket. Kolom 5 betreft een prognose welke niet uit het financiële pakket komt, maar gebaseerd is op verwachtingen. 

Totaaloverzicht per product
Product Bedrag Begroot op 05 oktober 2022 Bedrag Werkelijk Bedrag rechten en verplichtingen Stand per 05 oktober 2022 Prognose afwijking van de begroting
1.1 Sociale veerkracht € -1.337.636 € -1.150.300 € -156.320 € 31.016 € -26.000
1.2 Integrale Toegang Sociaal Domein € -885.563 € -852.264 € -33.208 € 91 € -
1.3 Werk en inkomen € -3.319.212 € -2.139.363 € -1.771.727 € -591.878 € -586.000
1.4 Maatschappelijke ondersteuning € -6.785.463 € -4.689.727 € -1.980.826 € 114.909 € 115.000
1.5 Zorg voor Jeugd € -5.385.667 € -3.052.711 € -2.384.631 € -51.675 € -
1.6 Gezondheid € -993.712 € -855.994 € -229.747 € -92.029 € -15.300
1.7 Onderwijs € -2.468.358 € -2.122.778 € -359.264 € -13.685 € -
Totaal € -21.175.611 € -14.863.139 € -6.915.723 € -603.251 € -512.300

1.1 Sociale Veerkracht

Terug naar navigatie - 1.1 Sociale Veerkracht

De verwachte eindejaarprognose voor product Sociale Veerkracht is een tekort van afgerond € 26.000.

Het tekort heeft te maken met uitvoeringskosten inburgering.

De kostenpost uitvoeringskosten Inburgering laat een overschot zien van € 34.000. De werkzaamheden en taken die voortvloeien uit de nieuwe Wet inburgering 2021 zijn belegd bij de ISD Brabantse wal. Dit resulteert voor onze gemeente tot een ophoging van de gemeentelijke bijdrage. Op 23 juni jl.  is een concept begrotingswijziging door onze gemeenteraad behandeld over deze ophoging. Met deze kwartaalrapportage worden de ambtelijke uitvoeringskosten ten hoogte van het ophogingsbedrag overgeheveld van product 1.1 naar product 1.3 (werk en inkomen). Het bedrag is nagenoeg gelijk aan het eerder genoemde overschot.

Daarnaast verwachten we vanuit de ISD BW op korte termijn een prognose voor de verwachte inburgeringskosten van afgerond € 60.000. Het inburgeringsbudget is ten behoeve van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht. Het gaat daarbij in ieder geval om de kosten van de invulling van de leerroutes, maatschappelijke begeleiding, het PVT, de MAP en de inzet van tolken.

Via septembercirculaire is een bedrag beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten inburgering en voor de inburgeringsvoorzieningen. Het tekort in dit product wordt dus gecompenseerd door het overschot in Product 5.5.

Vanaf 1 januari 2023 zal inburgering begrotingstechnisch ondergebracht worden bij  1.3 Werk en Inkomen, waar het ook thuishoort.

 

1.2 Integrale toegang Sociaal Domein

Terug naar navigatie - 1.2 Integrale toegang Sociaal Domein

De eindejaarsprognose voor het product Integrale Toegang Sociaal Domein is naar huidige verwachting nihil.

Op het eerstelijnsloket WMO Begeleiding voorzien we een overschot van € 8.000 op onafhankelijke cliëntondersteuning. Op eerstelijnsloket Jeugd is een tekort ontstaan van € 17.500 als gevolg van ontvangen facturen voor automatiseringskosten die niet waren begroot. Op Centrum voor Jeugd en Gezin is nog een bedrag beschikbaar voor extra inzet van jeugdverpleegkundigen en op de huisartsenpilot voor de jeugdgezondheidszorg voor een totaal van € 9.500. 

1.3 Werk en inkomen

Terug naar navigatie - 1.3 Werk en inkomen

De verwachte eindprognose van het product Werk & Inkomen is een tekort van € 586.000. De volgende kostenposten liggen hier aan ten grondslag:

  • Zoals aangegeven in de tweede kwartaalrapportage is een concept begrotingswijziging door onze gemeenteraad behandeld op 23 juni jl. voor de werkzaamheden en taken die voortvloeien uit de nieuwe Wet inburgering 2021. Deze zijn belegd bij de ISD Brabantse Wal. Dit resulteert voor onze gemeente in een ophoging van de gemeentelijke bijdrage met € 33.996. De bijdrage kan bekostigd worden uit de middelen die wij vanuit het Rijk hebben ontvangen in het kader van de Wet inburgering (product 1.1). Tevens wordt er nog een begrotingswijziging vanuit de ISD Brabantse Wal verwacht omdat zij extra personeel heeft ingehuurd om de aanvragen Eenmalige energietoeslag af te handelen. De hoogte van deze begrotingswijziging is momenteel nog niet bekend.
  • Het aantal bijstandsuitkeringen is afgenomen, om deze reden wordt op het BUIG budget een overschot verwacht van € 125.000. In lijn met de landelijke ontwikkelingen zien we de druk op minimaregelingen toenemen, met name op de bijzondere bijstand. Momenteel zien we hier een tekort van € 33.175. Voor onze gemeente komt dit met name door de huisvesting van statushouders. Wij verwachten vanuit de ISD BW op korte termijn een gespecificeerd kostenoverzicht, zodat gekeken kan worden of er een deel van deze kosten die betrekking hebben op inburgering naar product 1.1 overgeheveld kunnen worden.
  • Op het gebied van schuldhulpverlening is een overschot van € 17.330 ontstaan omdat er meer aanvragen in het voortraject worden afgedaan.
  • Het participatiebudget laat een overschot zien van € 29.387.
  • De beschikking van het Rijk is ontvangen en we ontvangen minder Rijksmiddelen dan begroot. Het vastgesteld bedrag bestaat uit twee componenten. Ten eerste het macro-economisch budget wat is verlaagd met € 282.036 omdat de economie sneller herstelt dan verwacht. Ten tweede is het loonkosten budget verlaagd met € 415.060. Wij zijn in gesprek met het ministerie over deze verlaging. Wanneer overeenstemming komt over de verlaging dan zal deze naar verwachting pas volgend jaar kunnen worden geboekt.  
  • Via decembercirculaire vorig jaar is er een budget beschikbaar gesteld voor versterking dienstverlening aan kwetsbaren (zijnde POK middelen). Dit bedrag is vastgezet middels een verplichting. Hiervan wordt € 6.550 vrijgemaakt voor implementatie van Zorgdomein en tweetal trainingen. 

1.4 Maatschappelijke ondersteuning

Terug naar navigatie - 1.4 Maatschappelijke ondersteuning

De eindejaarsprognose voor het product Maatschappelijke Ondersteuning is naar huidige verwachting een overschot van ongeveer € 115.000. Dit overschot ontstaat binnen de uitvoeringsbudgetten, op de subproducten Wmo-Huishoudelijke ondersteuning en Wmo-Begeleiding. 

Per subproduct worden de cijfers hieronder kort toegelicht:

WMO-Huishoudelijke ondersteuning:

Het subproduct Huishoudelijke Ondersteuning laat een verwacht overschot zien van € 40.000 op basis van de huidige cijfers.  Naar aanleiding van de tweede kwartaalrapportage zijn, middels een begrotingswijziging, extra middelen toegekend aan product 1.4. Een deel van deze middelen is bestemd voor subproduct Wmo-Huishoudelijke Ondersteuning, en zijn ten behoeve van de begrotingswijziging op dat moment berekend op basis van de verwachte, evenredige stijging van cliëntaantallen van de afgelopen maanden. De derde kwartaalrapportage laat zien dat de uitgaven lager zijn dan werd verwacht. Ongeveer de helft van het overschot wordt veroorzaakt doordat sprake is van een minder sterke stijging van cliëntaantallen, wat niet ongebruikelijk is rond de zomerperiode. De andere helft van het verwachte overschot, ontstaat door personeelstekort in de thuiszorg. Hierdoor kan niet in alle gevallen de huishoudelijke ondersteuning op korte termijn worden opgestart, en wordt dus ook minder zorg in rekening gebracht. Het personeelstekort in de thuiszorg heeft reeds onze aandacht, maar een oplossing voor dit (landelijke) probleem wordt niet op korte termijn verwacht. 

WMO-Begeleiding:

Het subproduct Wmo-Begeleiding laat een verwacht overschot zien van ruim € 75.000. Ook dit subproduct is, naar aanleiding van het verwachte tekort op basis van de vorige kwartaalrapportage, middels een begrotingswijziging van extra middelen voorzien.  De uitgaven zijn minder dan werd verwacht, waardoor een overschot wordt verwacht van € 33.000 op individuele begeleiding en € 29.000 op begeleiding groep. Dit is eveneens te verklaren door enerzijds een afzwakking in de stijging van het verwachte aantal cliënten, wat dus inherent is aan de zomerperiode. Anderzijds geldt ook voor begeleiding dat de krapte op de arbeidsmarkt ertoe leidt dat de ondersteuning niet in alle gevallen op korte termijn wordt opgestart, waardoor ook minder zorg in rekening wordt gebracht. Het restant van het verwachte overschot wordt voorzien op rolstoelvervoer (ongeveer 6.000,-) en op een aantal kleinere posten (per saldo ongeveer € 7.000).

1.5 Zorg voor Jeugd

Terug naar navigatie - 1.5 Zorg voor Jeugd

De eindejaarprognose van het product Zorg voor Jeugd is naar verwachting nul.  Vanuit het Rijk hebben gemeenten extra middelen ontvangen voor jeugdzorg; deze middelen zetten we in om de tekorten in de exploitatie op te vangen:

  • Bij het opstellen van de begroting is voor de dienstverleningsovereenkomst Jeugd (ZI2T) uitgegaan van de kosten van 2021. Echter, de loonkosten van de beleidsadviseurs die onder de dienstverleningsovereenkomst vallen, zijn over 2021 vanaf 1 april berekend. Dit jaar zijn de loonkosten voor een heel jaar meegenomen. Regionaal is ingestemd om het voorzitterschap van het Regionaal Expert Team te verlengen tot eind van dit jaar. Door deze wijzigingen binnen de diensten van de dienstverleningsovereenkomst Jeugd (ZI2T) zijn de kosten voor de gemeente Woensdrecht met € 22.000 toegenomen.
  • In november 2021 zijn de tarieven voor de arrangementensystematiek opgehoogd. Hierbij is deels rekening gehouden met het komen tot reële tarieven. Dit is onderdeel van de Norm van Opdrachtgeverschap, waaraan gemeenten dienen te gaan voldoen. In 2022 zien we een gelijke trend aan verbruik in vergelijking met vorig jaar. Echter, bij het opstellen van de begroting was geen rekening gehouden met het ophogen van de tarieven. Op dit moment laat de prognose zien dat we een overschrijding van het budget hebben van € 324.000 (er is al rekening gehouden met de ontvangen middelen ad € 33.000 vanuit het Rijk t.b.v. indexering zorgaanbieders). Dit tekort loopt op doordat er meer arrangementen afgegeven worden.
  • Ook zien we dat meer wordt uitgegeven op maatwerk. In tegenstelling tot vorig jaar wordt maatwerk ook ingezet voor Voorzorg. Voorzorg wordt ingezet om kwetsbare, zwangere vrouwen intensief te begeleiden, om later duurdere zorg voor moeder en kind te voorkomen. Daarnaast worden ook vervoerskosten via maatwerk ingezet, wanneer ouders niet zelf het vervoer kunnen regelen en de zorgaanbieder niet de optie heeft om naar het kind toe te gaan. Dit komt grotendeels doordat de gemeente Woensdrecht niet centraal gelegen is ten opzichte van de regio West-Brabant West. Totaal te verwachten overschrijding € 60.000.
  • Er is een toename van kosten voor de landelijke transitiearrangementen van € 340.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de zorg voor drie jeugdigen. Deze jeugdigen hebben zware zorg nodig, die ingekocht is via het landelijke transitiearrangement. Omdat het hier om landelijke afspraken gaat, heeft de gemeente Woensdrecht hier weinig invloed op. 

Naast opvang van bovengenoemde tekorten worden de extra rijksmiddelen ook ingezet voor de Hervormingsagenda Jeugd. Hiervoor is een verplichting opgenomen van € 407.000. De Hervormingsagenda Jeugd heeft langere tijd stilgelegen en is deze zomer weer opgepakt. De verwachting is dat de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd pas in 2023 gaat plaatsvinden.

1.6 Gezondheid

Terug naar navigatie - 1.6 Gezondheid

De eindprognose van het product Gezondheid is naar huidige verwachting een tekort van € 15.300.

De gemeentelijke bijdrage aan de GGD voor het 4e kwartaal is door CAO-indexering verhoogd. Er is daarom een tekort van afgerond € 12.300.

Daarnaast is het Samenwerkingsovereenkomst Uniek Sporten met de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen Tholen en Halderberge verlengd voor twee jaar. Het sportloket Uniek Sporten richt zich in de eerst plaats op mensen met een beperking die een duwtje in de rug nodig hebben om daadwerkelijk de stap te zetten naar een sportaanbieder. De bijdrage voor 2022 bedraagt afgerond € 3.000.

Met deze kwartaalrapportage worden de middelen m.b.t. het sportakkoord overgeheveld naar programma sociaal domein, product gezondheid. Voorheen werd het verantwoord onder programma ruimte, product sport en evenementen. Dit sportakkoord betreft een SPUK regeling vanuit het Rijk met als doel dat ieder inwoner van onze gemeente meer gaat bewegen, met als doel een gezond leven.
Het is daarom logischer dat deze middelen worden verantwoord onder product gezondheid. 

1.7 Onderwijs

Terug naar navigatie - 1.7 Onderwijs

De eindejaarprognose van het product  Onderwijs is naar verwachting nul.

Momenteel zijn er binnen 1.7 (Onderwijs) weinig opvallende afwijkingen te constateren.

Aandachtspunt blijft het leerlingenvervoer. Op dit moment blijven de kosten voor het leerlingenvervoer binnen het budget. Wel zien we een toename van deze kosten als gevolg van een flinke toestroom van het aantal leerlingen. Maar door een financiële meevaller van een definitieve afrekening 2021 is de verwachting dat we hiermee de stijging van de leerlingenvervoer voor dit jaar kunnen compenseren.