Iedere gemeente heeft de wettelijke plicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen haar grondgebied (art. 10.21 en 10.22 Wet milieubeheer). De gemeente kan, ter compensatie van de kosten die verbonden zijn aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen een heffing instellen. Deze heffing geldt alleen voor inwoners en voor ieder perceel (woning) waar de mogelijkheid bestaat tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, ook al wordt er geen afval aangeboden.
Landelijk zijn gemeenten op zoek naar manieren om meer ‘afval’ te recyclen en minder aan te bieden als restafval. Ook de gemeente Woensdrecht streeft naar een hogere mate van recycling. De kosten voor afvalverwerking stijgen, terwijl de noodzaak om grondstoffen duurzaam te recyclen toe neemt. Daarnaast heeft de gemeente zich gecommitteerd aan de doelstelling van het nationale VANG-programma (Van Afval Naar Grondstof). Dit programma beschrijft de doelstellingen voor gemeenten op het gebied van circulariteit van grondstoffen: in 2030 moet minimaal 60% van het huishoudelijk afval gerecycled worden en daarmee moet de gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner terug worden gebracht tot onder de 100 kilo (bron: www.vang-hha.nl). In 2023 was het recycle percentage van de gemeente Woensdrecht 63% (bron: VANG recycletool, www.benchmarkafval.nl) en hoeveelheid restafval 170 kg per inwoner (bron: Saver NV).
Tevens moet de activiteit ‘afvalinzameling & -verwerking’ kostendekkend uitgevoerd worden. Dat betekent dat de lasten financieel gedekt moeten worden door de baten. Maar ook dat het principe geldt: 'de gebruiker betaalt'. Om de doelstelling te behalen heeft de raad in 2019 besloten met ingang van 2020 de volgende maatregelen te nemen:
• verhoging van de variabele en invoering van progressieve tarieven van het aanbieden van het restafval en;
• verhoging van het tarief voor de extra tikken op de milieustraat.
De ophaalfrequentie van het afval blijft gehandhaafd op éénmaal in de twee weken. Het verlagen van de ophaalfrequentie van het restafval naar éénmaal in de vier weken is om redenen van hygiëne en serviceniveau niet doorgevoerd.
Voor 2025 zien we dat de totale lasten van de afvalinzameling en -verwerking nagenoeg gelijk zijn aan de in de programmabegroting 2024 geraamde lasten. Op onderdelen zijn er mutaties. Zo is er een toename van de kosten van de afvalinzameling als gevolg van de jaarlijkse indexering van de tarieven van Saver. Er wordt een daling van de kosten van de milieustraat verwacht als gevolg van een afname (-250 ton) van de hoeveelheid afval. De opbrengsten van monostromen in 2025 nemen gering toe als gevolg van een vergoeding voor openbare prullenbakken. De opbrengsten van de afvalstoffenheffing blijven nagenoeg gelijk aan de opbrengsten van 2024. Omdat de verwachte lasten en de baten in evenwicht zijn en kostendekkend blijven, wordt de raad voorgesteld om de tarieven van de afvalstoffenheffing voor 2025 niet aan te passen en gelijk te houden aan de tarieven van 2024. Tevens wordt de raad voorgesteld de tarieven voor het gebruik van de milieustraat gelijk te houden aan de tarieven van 2024. De belasting voor het gebruik van de milieustraat bedraagt:
- voor het 4e tegoed op de Saverpas: € 18,20 (in 2024: € 18,20);
- voor het 5e en 6e tegoed, per tegoed op de Saverpas: € 36,25 (in 2024: € 36,25);
- voor het 7e en volgende tegoed, per tegoed op de Saverpas: € 60,60 (in 2024: € 60,60).
- het aantal ‘gratis’ tikken op de milieustraat blijft ongewijzigd; op drie tikken.
De opbrengsten aan afvalstoffenheffing worden geraamd op € 2.883.500 en dit resulteert in een kostendekkingspercentage van 100%.
Voorziening 'egalisatie afvalinzameling en -verwerking'
Woensdrecht heeft een voorziening 'egalisatie afvalinzameling & -verwerking' tot haar beschikking voor het afdekken van risico's en financiële resultaten van afval. Het verwachte saldo van de voorziening per 01-01-2025 bedraagt (afgerond) € 419.000.
Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029 op de schop
In 2019 hebben de VNG en Verpact afspraken gemaakt over de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV), waaronder de kostenvergoeding voor de inzameling van verpakkings-afval. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029, met als doel hergebruik en recycling te verbeteren, circulariteit te bevorderen, en maatschappelijke kosten te verlagen.
Omdat een aantal afspraken uit de Ketenovereenkomst achterblijft bij de verwachtingen, heeft de ALV op 1 december 2023 een motie van de gemeente Losser aangenomen. Deze motie roept het VNG-bestuur op om in samenwerking met de NVRD nieuwe afspraken te maken die primair gericht op maximaal hergebruik en recycling van kunststof verpakkingsafval, duidelijkere afspraken over afkeur en vervuiling, en transparantie rondom de totstandkoming van de kostenvergoedingen. Vervolgens, heeft het VNG-bestuur op 24 april 2024 besloten de Ketenovereenkomst per 1 januari 2025 niet te verlengen, waardoor deze op 31 december 2024 eindigt.
De VNG streeft ernaar de nieuwe afspraken in december 2024 voor te leggen aan leden tijdens een algemene ledenvergadering, zodat deze per 1 januari 2025 kunnen ingaan. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan wordt tussen de betrokken partijen een overgangsperiode afgesproken.
Toelichting op de tabel ‘kostendekkendheid afvalinzameling en -verwerking’:
Taakveld ´7.3 Afval´ is het centrale taakveld. Naast de baten en lasten uit het taakveld ‘7.3 Afval’ wordt van het taakveld ‘2.1 Verkeer en vervoer’ een bedrag van (afgerond) € 31.000 in de heffing betrokken. Dit betreft 25% van de geraamde lasten van straatreiniging inclusief het veegvuil. Van het taakveld ´6.3 Inkomensregelingen´ wordt een bedrag van € 85.000 voor het deel van de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing in de heffing betrokken. Het geraamde saldo van 'afvalinzameling & -verwerking' bedraagt € 208 nadelig.