In deze paragraaf worden onze risico’s in beeld gebracht, gekwantificeerd en gerelateerd aan het benodigde weerstandsvermogen. Tevens wordt onze visie op risicobeheersing toegelicht.
Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Op structurele wijze omgaan met risicomanagement
Terug naar navigatie - Op structurele wijze omgaan met risicomanagementDe gemeente Woensdrecht hanteert een systeem van risicomanagement, waarin de risico’s periodiek worden geïnventariseerd. Aan deze risico's worden beheersmaatregelen gekoppeld en er vindt evaluatie van de beheersmaatregelen plaats.
Voorzichtig financieel beleid vormt het fundament voor de weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Voorzichtig financieel beleid vormt het fundament voor de weerstandscapaciteitWoensdrecht wil een structureel financieel gezonde organisatie zijn met een weerstandsvermogen dat tenminste 1,4 maal zo groot is als het totaal aan gekwalificeerde risico's.
Welke risico's zijn aanvaardbaar?
Terug naar navigatie - Welke risico's zijn aanvaardbaar?Aanvaardbare risico’s voor onze gemeente zijn die risico’s, die onvermijdelijk zijn om de doelstellingen te realiseren, die de gemeenteraad heeft vastgesteld en waarbij de risico’s niet zijn af te dekken door het treffen van kostenefficiënte beheersmaatregelen, zoals bijvoorbeeld het afsluiten van verzekeringen en het aanpassen van processtappen.
Risicomethodiek
Terug naar navigatie - RisicomethodiekDe kwantificering van een risico wordt bepaald door de kans (waarschijnlijkheid van optreden) en de impact (financiële gevolgen) te vermenigvuldigen. De inschatting van de kans is verdeeld over vijf categorieën, van zeer klein tot zeer groot. De inschatting van de impact is verdeeld over vijf categorieën, van zeer laag tot zeer hoog.
In de navolgende risicomatrix zijn per eind 2022 de onderscheiden risico's met een (geraamd) financieel gevolg ingedeeld naar kans en naar impact. De letters in deze tabel verwijzen naar de risico's, die onderstaand nader tekstueel toegelicht worden.
De financiële omvang van de onderscheiden 16 risico's wordt berekend door de kans te vermenigvuldigen met de impact.
Impact | |||||
---|---|---|---|---|---|
Kans | < € 50.000 | € 50.000 - € 100.000 | € 100.000 - € 250.000 | € 250.000 - € 500.000 | > € 500.000 |
Zeer groot (> 75%) | |||||
Groot (50% - 75%) | |||||
Gemiddeld (25% -50%) | E, F, M | H, N | G | ||
Klein (5% - 25%) | P | K, O | A, B, C, D, I, J, L | ||
Zeer klein (tot 5%) |
Status en ontwikkeling van de belangrijkste risico's
Terug naar navigatie - Status en ontwikkeling van de belangrijkste risico'sDe belangrijkste risico’s van onze gemeente worden navolgend weergegeven. Tenzij anders wordt vermeld, zijn de risico's van structurele aard. Tevens worden onze beheersmaatregelen per risico benoemd.
A. Joint venture Business Park Aviolanda
Het marktrisico dat onze gemeente in deze publiek-private samenwerking loopt, hangt nauw samen met onze rol als aandeelhouder en als verschaffer van leningen. De financiële impact is het bedrag aan reeds verstrekte financiering aan aandelenkapitaal en leningen. Met additionele financiering ten behoeve van uitvoering van het Ondernemingsplan is geen rekening gehouden.
Beheersmaatregelen zijn onze betrokkenheid als aandeelhouder in de besluitvorming over belangrijke projecten en het feit dat additionele financiering in het kader van het Ondernemingsplan pas zal worden verstrekt na instemming door de raad.
B. Wet Werk en Bijstand, beroep op bijstand en minimabeleid
Door het ministerie wordt het budget jaarlijks op landelijk niveau vastgesteld. Vervolgens vindt een verdeling naar de gemeenten plaats op basis van een groot aantal kenmerken, die niet beïnvloedbaar zijn door de gemeenten. Risico's zijn gelegen in de fluctuaties in het klantenbestand van de ISD, die leiden tot extra uitgaven ten laste van het BUIG-budget en het minimabeleid. Het aantal mensen in de WW in onze gemeente is sterk gestegen. Tot nu toe is geen stijging in de bijstand waarneembaar, maar dat vormt wel een risico.
Door Berenschot is in 2020 een effectanalyse gemaakt van de gevolgen van COVID-19 op de toename van het aantal bijstandscliënten. Een toename van 26% (matig herstel werd voorspeld. Tot op heden zien we dit effect nog niet terug in de cijfers. Aangezien eind 2021 de meeste steunmaatregelen worden gestopt, wordt voor 2022 wel rekening gehouden met een effect op de BUIG middelen.
Beheersmaatregel is het nauwgezet volgen van de relevante ontwikkelingen in samenwerking met de ISD.
C. Uitvoering Jeugdzorg
Risico's betreffende jeugdzorg zijn het stijgende zorggebruik en de niet volledige invloed op de doorverwijzing naar duurdere zorgvormen. Door het Rijk zijn financiële middelen toegekend. Het budget van onze gemeente Woensdrecht is bijgesteld. Het risico op overschrijding van deze financiële middelen is nog aanwezig. Inmiddels is er een beter zicht op de financiële stromen en de trends en heeft de (extra) inzet van jeugdprofessionals geleid tot een verlaging van het risico dat jeugdigen sneller doorwezen worden naar de duurdere zorg. Door de bijstelling van het gemeentelijke budget is de kans op financiële overschrijdingen kleiner dan in de afgelopen jaren.
Voor de zorg in natura en jeugdbescherming geldt dat de omvang van de jeugdzorg gedurende de coronacrisis in 2020 wat lager was dan regulier, omdat de thuissituatie veelal een positieve invloed had/heeft op cliënten. In het eerste halfjaar van 2021 was zichtbaar dat de omvang van de jeugdzorg in natura en jeugdbescherming toenam. In het voortgezet en het hoger onderwijs is de periode van thuisonderwijs lang geweest. We zien dat dit zijn weerslag heeft op de jeugdigen. Het onderwijs en de gemeenten hebben extra middelen gekregen om hier een plan voor op te stellen. Het risico bestaat dat de toename van jeugdzorg in natura en jeugdbescherming toe zal nemen.
Omdat voor de jeugdzorg-plus geen afspraken over regionale solidariteit zijn gemaakt, komen voogdijkinderen voor rekening van de gemeente Woensdrecht. Wij kunnen in het jaar 2022 compensatie bij het Rijk aanvragen over de jaren 2020 en 2021. Als onze gemeente echter niet voldoende wordt gecompenseerd, is de afspraak gemaakt dat deelnemende gemeenten dit restant zullen compenseren. Onze begroting jeugdzorg-plus wordt steeds aangepast naar wat we daadwerkelijk ontvangen.
Ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd en de uitgaven worden gemonitord. Ook zal de financiële positie van enkele zorgaanbieders in de jeugdzorg nauwgezet gevolgd worden.
D. Uitvoering Wmo
Er is sprake van een verder toenemende vraag en een vergrijzing van het aantal inwoners. Dit gecombineerd met de behoefte van onze inwoners om langer zelfstandig thuis te wonen. De stijging in de uitgaven aan WMO HO en BG zal zich naar verwachting doorzetten. Ontwikkelingen in het aantal en de omvang van de Wmo indicaties worden nauwgezet gevolgd en waar mogelijk bijgestuurd. Onze gemeente heeft de doelstelling om de hulp zo efficiënt mogelijk in te zetten.
E. Uitvoering Jeugdzorg - tariefsaanpassingen
De tarieven voor de jeugdzorg zullen de komende jaren aangepast worden. Niet alleen door indexatie van de tarieven, maar ook door verandering van de tarieven. Doel hiervan is om het aanbieden van laag complex arrangementen te stimuleren. Met name voor de gecertificeerde instellingen worden tariefonderzoeken uitgevoerd. Dit is een onderdeel van de norm voor opdrachtgeverschap waaraan gemeenten dienen te voldoen. Door gerichte sturing kan de kostenstijging beperkt worden.
F. Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Hierbij bestaat een financieel risico, omdat het een openeinderegeling is, waarbij de instroom en doorstroom steeds aan veranderingen onderhevig zijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beschermd wonen van mensen met psychische en psychosociale problemen. Vanaf 2022 ontvangen we als gemeente nog geen financiële bijdrage vanuit de Rijksoverheid zullen ontvangen. Beheersmaatregelen worden regionaal uitgevoerd.
Het bieden van maatschappelijke opvang is een wettelijke taak van gemeenten. In 2020 heeft een aanbestedingsprocedure plaatsgevonden en heeft onze gemeente bijgedragen in het tekort hierop. De overeenkomst wordt verlengd, waardoor voor 2022 opnieuw bij dient te worden gedragen in het te verwachten tekort.
G. Instandhouding van gemeentelijke infrastructuur
Het risico bestaat dat de uitgaven van meerjarige onderhoudsplannen door oplopende kosten en actualisatie hoger uitvallen dan begroot. Continuering van het huidige conditieniveau van onze infrastructuur leidt mogelijk tot hogere beheerskosten door gestegen grondstofprijzen en marktwerking. Beheersing vindt plaats aan de hand van bestuurlijke besluitvorming, waarin ambitieniveaus bijgesteld kunnen worden. Uitgangspunt is dat nieuw en geactualiseerd beleid wordt ontwikkeld binnen de bestaande financiële kaders.
Eind 2021 wordt het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) gebouwenbeheer 2022-2025 geactualiseerd. Voor een solide financieel beleid is er een reëel inzicht benodigd van het groot onderhoud en de exploitatiebudgetten. Voor het actualiseren van het MJOP is er voor de jaren 2022-2025 een verhoging van de jaarlijkse dotatie benodigd om het huidige conditieniveau te kunnen handhaven waarbij ook een aantal grote onderhoudsposten zoals het vervangen van asbestdaken aan bod komen en voor de vastgoed gerelateerde exploitatiebudgetten, waaronder schoonmaak-, contract-, klacht- en dagelijks onderhoud. Ook ontstaan er extra onderhoudslasten door het vervallen van de SPUK Sport. Tot en met 2023 heeft de onze gemeente de mogelijkheid om middels subsidie (SPUK Sport) een deel van de omzetbelasting vergoed te krijgen. Na deze periode vervalt deze subsidie en leidt dit tot extra onderhoudslasten.
Om de lasten in het MJOP te verlagen kunnen een aantal beheersmaatregelen doorgevoerd worden, zoals het privatiseren van gemeentelijk vastgoed waarbij het onderhoud (voor een deel) overgedragen wordt aan de gebruiker van het vastgoed en om het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed te combineren met het groot onderhoud. Dit laatgenoemde vergt wel een extra investering maar resulteert in een mogelijke besparing op de exploitatiebudgetten. Momenteel wordt onderzocht hoe de genoemde maatregelen verder kunnen worden geconcretiseerd in te besparen bedragen.
H. Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn verplicht om in hun begroting en jaarstukken een risicoparagraaf op te nemen waarin de door de verbonden partij onderkende risico’s zijn opgenomen. Over het algemeen is de afspraak gemaakt dat verbonden partijen er geen of beperkte bestemmingsreserves op na houden, maar dat men zich, in geval een risico zich daadwerkelijk voordoet, wendt tot de deelnemende gemeenten om dit op te vangen. Hiermee loopt de gemeente een direct financieel risico. Tevens loopt onze gemeente het risico dat (autonome) kostenstijgingen bij verbonden partijen tot verhoging van onze bijdragen leiden.
- ISD: De begroting 2021 van de ISD is gebaseerd op de cliëntenaantallen per 1 januari 2020. Die aantallen waren substantieel en eenmalig lager dan wat we de afgelopen jaren hebben gezien. Ook voor 2022 is dit nog het geval. We verwachten vanaf 2023 (mede vanwege de coronacrisis) een correctie. Gevolg hiervan is een verwachte toename op organisatiekosten, vanwege een toename van verhaal, terugvordering en bezwaren. De kans dat deze correctie zich voordoet achten we aannemelijk. Via onze regiefunctionaris zullen de ontwikkelingen bij de ISD met betrekking tot de financiële realisatie en prognoses gevolgd worden en zullen, indien nodig, voorstellen tot vervolgactie(s) worden gedaan.
- OMWB: Onzekerheid bestaat omtrent de extra lasten betreffende de asbestwetgeving, de zorgvuldige veehouderij en de extra uitgaven inzake de omgevingswet m.b.t. externe veiligheid. Vanwege het feit dat wij het budget voor de OMWB strak hebben begroot, bestaat het risico op een financiële tegenvaller. Via onze regiefunctionaris en beleidsmedewerker volgen we de ontwikkelingen middels financiële reviews en het accountoverleg. Tevens wordt ingezet op verdere professionalisering, waarbij eerder gekozen wordt voor een efficiënte projectaanpak. Als gemeente nemen we onze richtinggevende rol daarin.
- BWB: Zowel landelijk als bij de BWB neemt het aantal WOZ-bezwaren de afgelopen jaren sterk toe. Ca. 60 procent van de toename is het gevolg van de toegenomen activiteit van de no-cure-no-pay bedrijven. Dit leidt tot een sterke stijging van de kosten. In de eerste plaats vergt de afhandeling van de bezwaarschriften steeds meer tijd. En in de tweede plaats claimen de no-cure-no-pay bedrijven tegemoetkoming in de proceskosten. Via onze regiefunctionaris zullen de ontwikkelingen bij de BWB met betrekking tot de financiële realisatie en prognoses gevolgd worden en zullen, indien nodig, voorstellen tot vervolgactie(s) worden gedaan.
- VRMWB: Door de Veiligheidsregio Midden en West Brabant is een risicoprofiel opgesteld, waaruit een maximale impact wordt geraamd van ca. € 2,85 miljoen. Ons aandeel is 2%. Via onze regiefunctionaris zullen de ontwikkelingen met betrekking tot de financiële realisatie en prognoses gevolgd worden en zullen, indien nodig, voorstellen tot vervolgactie(s) worden gedaan. Beheersing vindt verder plaats aan de hand van accountgesprekken en tussentijdse rapportages.
- GGD: Ook voor 2021 zijn afspraken gemaakt met het ministerie van WVS over de compensatie van de kosten ter bestrijding van het COVID-19 virus. Onduidelijk is hoe lang deze crisis nog duurt en in welke mate die ook in 2022 nog de inzet zal vragen van de GGD. Wanneer inzet van de GGD wordt gevraagd is de verwachting, dat de gemaakte compensatieafspraken ook voor 2022 van kracht zullen blijven.
I. Herziening gemeentefonds
De herijking van het gemeentefonds, waarbij de rijksoverheid rekening houdt met de vastgestelde knelpunten in de verdeling van de middelen in het sociaal domein, gaat in vanaf 2023. Tussentijdse berekeningen hebben geen eenduidig beeld gegeven van de te verwachte wijzigingen als gevolg van de herziening. Inmiddels heeft de Raad van Openbaar Bestuur haar advies uitgebracht. Pas in de meicirculaire 2022 zal duidelijk worden wat de financiële gevolgen voor onze gemeente zullen zijn. We volgen de ontwikkelingen op de voet.
J. Grondexploitatie
Onze gemeente heeft qua financiële omvang beperkte grondposities in centrum Hoogerheide en in Noordrand Ossendrecht. Het risico op deze grondposities is dat gronden uiteindelijk niet worden verkocht of tegen een lagere grondprijs. Uiteindelijk behoudt grond altijd een minimale waarde die groter dan nul is. Een additioneel risico heeft betrekking op het geraamde tekort op de grondexploitatie Centrum Hoogerheide op basis van de huidige verwachtingen omtrent projectuitgaven en projectwinsten. Door tussentijdse projectactualisaties blijft er inzicht in het verloop van de ramingen en is beheersing en bijsturing mogelijk.
K. Participatiebudget
Ons doel is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan het werk te krijgen. De risico’s daarbij zijn gelegen in de fluctuaties aan de inkomstenkant, die niet volledig gecompenseerd kunnen worden aan de uitgaven-/beleidskant. Door het aanbieden van meer trajecten kunnen de kosten stijgen. Het streven is om binnen het begrote budget te blijven.
L. Gemeentegaranties cultuur, sport, zorg en onderwijshuisvesting IKC Woensdrecht
Onze gemeente staat garant voor diverse lokale verenigingen en instellingen. Het risico is hierbij aanwezig dat deze organisaties niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen en dat de garantstelling door banken wordt aangesproken. Ook zal onze gemeente vanaf 2022/2023 voor een periode van 40 jaar garant staan voor de financiering van de bouw en exploitatie van het Integrale Kind Centrum Woensdrecht (IKC). Onze gemeente heeft een beleidslijn met betrekking tot het afgeven van garantstellingen. Door het volgen van de financiële positie van de betreffende organisaties kan ons risico beperkt blijven. Voor wat betreft het IKC worden door ons waarborgen verkregen qua eigendom van het IKC en qua afspraken met de overkoepelende stichting, die het IKC laat bouwen en beheren.
M. Wet- en regelgeving
De nationale en Europese wet- en regelgeving hebben veelal belangrijke gevolgen voor gemeentelijke organisaties. Deze wet- en regelgeving leidt niet automatisch tot een extra overheidsvergoeding en is omgeven met risico’s qua concrete invulling. Met betrekking tot de Omgevingswet en wet Kwaliteitsborging is de verwachting dat deze wetten gevolgen hebben voor onze taken en rollen, maar mogelijk ook voor de formatie en voor de kosten van adviezen door derden. De impact van deze wetten op het gebied van planvorming en vergunningverlening is nog geheel niet bekend. We volgen de voortgang en sturen tijdig bij.
N. Afvalinzameling & -verwerking
De afvalbegroting is veelal afhankelijk van niet beïnvloedbare factoren zoals het afvalgedrag van inwoners, de marktwerking van verwerkingstarieven of prijzen voor de inname van waardevolle recyclebare producten en de invoering van (Rijks)belastingen. We lopen het risico dat het tekort op de afvalinzameling en -verwerking niet (volledig) door maatregelen en door verhoging van de tarieven kan worden gecompenseerd. Daarnaast zal het realiseren van de VANG doelstelling van 100 kg per inwoner naar verwachting leiden tot betere grondstofscheiding en daarmee lagere opbrengsten.
Het realiseren van kostendekkendheid is een lastige opgave. Voornaamste risico's hierbij zijn de lagere vergoedingen voor grondstoffen, de gemeentelijke milieustraat, de extra milieubelasting en de belasting op verbonden partijen. Onverwachte kosten worden veelal pas in het opvolgende jaar in de tarieven verwerkt. Tot op heden is het variabele tarief voor drie achtereenvolgende jaren verhoogd en is tevens het tarief progressief gemaakt om het scheiden van afval en het minimaliseren van restafval te stimuleren. Door de toevoeging aan de egalisatievoorziening per eind 2020 is weer een financiële buffer aanwezig om tegenvallers op te vangen.
Naast de stijging van kosten inzake het variabele tarief zijn ook de vaste kosten de afgelopen jaren hard gestegen. Een van de grootste kostenposten binnen de gemeente betreft de milieustraat, met name vanwege de hoge exploitatiekosten, de stijging van de verwerkingstarieven, maar ook de grote toename van de afvalstromen die worden ingezameld. Onze gemeente heeft het vaste tarief verhoogd om kostendekkendheid na te streven. Onderzocht zal worden op welke manier de milieustraat efficiënter kan worden ingericht, met als doel een hoger scheidingspercentage en lagere vaste kosten.
Door samenwerking met betrokken partijen als VNG, Stichting Afvalfonds en andere gemeenten, worden risico's beperkt. Via onze regiefunctionaris zullen de ontwikkelingen bij Saver en de afvalmarkt met betrekking tot de financiële realisatie en prognoses gevolgd worden en zullen, indien nodig, voorstellen tot vervolgactie(s) worden gedaan, zoals tariefaanpassingen. Aandacht zal worden gegeven aan de mogelijkheden voor eenheid in beleid.
O. Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Het programma aanpak stikstof (PAS) heeft mogelijk een nadelige invloed op de, in de actualisatie, geprognotiseerde uitgiftetermijn van de diverse bouwkavels en de opbrengst vanuit de bouwleges. Het risico bestaat dat concretisering van de plannen leidt tot mogelijk substantiële, nog niet in de meerjarenbegroting opgenomen, kosten. De verwachting vanuit Rijk en provincie is dat pas vanaf 2023 een oplossing voorhanden zal zijn. Ook arbeidsmarktkrapte kan leiden tot oplopende kosten bij aanbestedingen. Verwacht mag worden, dat door de in juli 2021 werking getreden Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering bouwprojecten weer mogelijk worden gemaakt. De ontwikkelingen en de mogelijke gevolgen voor onze (lopende) projecten zijn geïnventariseerd en verdere ontwikkelingen voor onze gemeente worden nauwgezet gevolgd.
P. Sanering deel zoutopslag Antwerpsestraatweg
Onze gemeente loopt het risico dat als gevolg van de verkoop van een deel van de zoutopslag te Hoogerheide een saneringsbijdrage dient te worden betaald. De omvang van dit risico wordt gemonitord door tussentijdse metingen waardoor ook de kans op daadwerkelijke sanering beter in te schatten is qua omvang.
De totale omvang van de voorgaand beschreven risico’s per eind 2022 wordt geraamd op € 3.708.000.
In onderstaande tabel worden de qua financiële omvang belangrijkste risico's benoemd. Vermeld zijn alleen de risico's (= kans x financiële impact) met een omvang van meer dan € 250.000.
In deze tabel is het bedrag aan risico's met betrekking tot WMO en Jeugdzorg de som van de in de vorige paragraaf erover beschreven risico's.
Omvang risico´s | Begroting 2022 | |||
Risico's groter dan € 250.000 | ||||
WMO | € 707.000 | |||
Jeugdzorg | € 645.000 | |||
WWB (BUIG en bijzondere bijstand | € 485.000 | |||
Aviolanda | € 443.000 | |||
Instandhouding gemeentelijke infrastructuur MJOP | € 367.000 | |||
Herijking gemeentefonds vanaf 2023 | € 259.000 | |||
Totaal overige risico's | € 802.000 | |||
Totale gekwantificeerde risico's | € 3.708.000 | |||
Niet kwantificeerbare risico's
Terug naar navigatie - Niet kwantificeerbare risico'sNiet alle risico’s hebben direct financiële gevolgen. Op risico’s zonder (duidelijke) financiële gevolgen, maar met grote niet-financiële gevolgen, dient onze gemeentelijke organisatie te sturen.
Brand Chemie-Pack Moerdijk 2011
Een belangrijk niet-gekwantificeerd risico voor onze gemeente is dat de gemeente Moerdijk en de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant door de omliggende bedrijven van Chemie-Pack in Moerdijk verantwoordelijk gehouden worden voor de schade van de brand in 2011. Deze zaak is onder behandeling bij de rechter.
Wet APPA Wethouderspensioenen
De rentedaling in de afgelopen jaren heeft geleid tot forse jaarlijkse dotaties ten laste van het exploitatieresultaat. Verwacht mag worden dat de kapitaalmarktrente in de komende jaren weer zal gaan stijgen onder invloed van een toenemende inflatie, die veroorzaakt wordt door de economische gevolgen van de coronacrisis en het afbouwen van de steunprogramma's door de Nederlandse en Europese overheden. Op het moment van opstellen van deze begroting zien we een stagnatie in de (daling van) de rente en een toename van de inflatie. Voor 2022 wordt daarom vooralsnog geen extra dotatie voorzien.
Inventarisatie weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteitBij de inventarisatie van het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer en in de exploitatiesfeer. Weerstandsvermogen in de vermogenssfeer wordt gevormd door het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve en stille reserves. Van stille reserves is sprake indien activa een hogere waarde vertegenwoordigen dan de boekwaarde op de balans. In de weerstandscapaciteit van onze gemeente zijn geen stille reserves opgenomen.
Op het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve zijn de geraamde onttrekkingen voor investeringsuitgaven en exploitatieuitgaven voor de begrotingsperiode in mindering gebracht.
Het weerstandsvermogen in de exploitatiesfeer wordt gevormd door de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra structurele middelen, die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van de gemeentelijke heffingen te verhogen. De onbenutte belastingcapaciteit kan worden berekend door de toegestane belastingtarieven (het tarief om tot een ‘artikel 12 gemeente’ gerekend te worden) te vergelijken met de belastingbaten/belastingtarieven in onze gemeente.
De bestemmingsreserves (met uitzondering van reserve investeringsprojecten) zijn vrij te besteden voor de diverse doeleinden. De bestemmingsreserves zijn weliswaar geoormerkt voor bepaalde doeleinden, maar de gemeenteraad kan besluiten hier een ander doel aan te geven. Deze bestemmingsreserves zijn geen onderdeel van het weerstandvermogen.
Weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - WeerstandscapaciteitVan belang is dat de ‘vrije’ ruimte in de exploitatie en de reserves (weerstandscapaciteit) voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen. Dit wordt uitgedrukt in een weerstandsratio. De gemeenteraad van Woensdrecht heeft als minimumnorm voor de weerstandsratio de waarde van 1,4 vastgesteld.
Het voor 2022 begrote totale weerstandsvermogen bedraagt € 6.381.000. Dit bedrag is opgebouwd uit het geraamde saldo van de Algemene Reserve, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien, waarop de exploitatieuitgaven, investeringsuitgaven en de budgetoverheveling in mindering zijn gebracht. Tenslotte is het geraamde positieve exploitatieresultaat voor 2021 toegevoegd.
Het is jaarlijks aan de gemeenteraad om de bestemming van het exploitatieresultaat te bepalen. Met deze berekening wordt voor 2021 hierop vooruitgelopen om daarmee inzicht in het verloop en de omvang van de weerstandsratio te verkrijgen.
De omvang van het beschikbare weerstandsvermogen voor de gemeente Woensdrecht is als volgt begroot:
Bedragen in € | |
---|---|
Weerstandsvermogen | Begroting |
2022 | |
Raming stand Algemene reserve per 01-01-2022 | 4.855.000 |
minus: investeringsuitgaven en exploitatieuitgaven t.l.v. Algemene Reserve 2022-2025 | -175.000 |
plus: raming exploitatieresultaat 2021 | 1.166.000 |
plus: onbenutte belastingcapaciteit | 500.000 |
plus: post onvoorzien | 35.000 |
Totale weerstandsvermogen | 6.381.000 |
Weerstandsratio
Terug naar navigatie - WeerstandsratioDe weerstandsratio wordt berekend door het beschikbare weerstandsvermogen te delen door het totaal aan gekwantificeerde risico's. Dit leidt tot een voorziene waarde van de weerstandsratio per 31-12-2022 van € 6.381.000 / € 3.708.000 = 1,7.
Hiermee wordt voldaan aan de door de gemeenteraad vastgestelde, minimale waarde van de weerstandsratio (= 1,4).
Historie weerstandsvermogen, totaal risico's en weerstandsratio
Terug naar navigatie - Historie weerstandsvermogen, totaal risico's en weerstandsratio
In de beide grafieken wordt het verloop weergegeven van de geraamde en gerealiseerde waarden van weerstandsvermogen, risico-omvang en ratio. De aanduiding 'JV' staat voor jaarverslag en 'BG" voor begroting en met de cijfers wordt het jaartal aangegeven.
Uit de grafieken blijkt een redelijk stabiel verloop van de omvang van het weerstandsvermogen, de omvang van de risico's, met oplopende waarden vanaf 2019 en als resultante daarvan ook de waarde van de weerstandsratio, met vanaf 2019 een waarde van rond de 1,6.
Ontwikkeling kengetallen
Terug naar navigatie - Ontwikkeling kengetallenNavolgende financiële kengetallen geven inzicht in onze financiële positie. Door de Commissie BBV is de bewuste keuze gemaakt om geen normen op te leggen voor de kengetallen. Een kengetal of de ontwikkeling van een kengetal is een weerspiegeling van het gevoerde beleid. Hierin kunnen bewuste keuzes zijn gemaakt. Het gaat om de onderlinge samenhang van de kengetallen en de uitleg hierbij.
Kengetallen | Jaarstukken 2020 | Begroting | Meerjarenplanning | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
Netto schuldquote | 16,2% | 26,7% | 22,9% | 21,8% | 25,2% | 21,0% |
Netto schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 12,5% | 24,0% | 19,3% | 18,1% | 21,4% | 17,2% |
Solvabiliteitsratio | 32,4% | 29,8% | 32,2% | 32,1% | 29,8% | 31,6% |
Grondexploitatie | 0,5% | -1,7% | -1,9% | 0,1% | 0,0% | 0,0% |
Structurele exploitatieruimte | 0,3% | 1,2% | 1,7% | 1,5% | 1,6% | 2,2% |
Belastingcapaciteit | 93,7% | 97,1% | 98,6% | 98,6% | 98,6% | 98,6% |
Beoordeling van de kengetallen in relatie tot de financiële positie
Terug naar navigatie - Beoordeling van de kengetallen in relatie tot de financiële positieOnderstaande analyse gaat uit van de signaleringswaarden zoals die door de provincie Noord -Brabant zijn gedefinieerd. De meerjarige financiële risicopositie van onze gemeente is te typeren als minst risicovol. De balansratio's qua schuldquotes en solvabiliteit die aangeven in welke mate onze gemeente in staat is om aan onze financieringsverplichtingen te voldoen en over welk financieel buffervermogen we beschikken, geven aan dat onze risicopositie hierin gering is. De schuldquote is in de afgelopen jaren toegenomen, maar meerjarig stabiliseert deze.
Ter toelichting op de ratio's die de vermogenspositie weergeven enkele waarden: in de ramingen gaat onze gemeente per eind 2022 uit van een balanstotaal van € 53 miljoen, een eigen vermogen van € 16 miljoen, een totaal aan langlopende leningen van ca. € 7 miljoen en aan kortlopende leningen van € 14 miljoen, een totaal aan baten van € 52 miljoen en aan rentelasten van minder dan € 0,2 miljoen.
Netto schuldquote & netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een waarde van minder dan 90% wordt beschouwd als zijnde minst risicovol. De waarde stabiliseert de komende jaren, maar zit met een waarde van rond de 30% ver onder de genoemde grenswaarde.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin we in staat zijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Een waarde van meer dan 50% is volgens het toezichtkader het minst risicovol; een waarde van minder dan 20% het meest risicovol. We blijven aandacht houden voor de ontwikkeling van onze financieringsverhouding.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / jaarrekening en uitgedrukt in een percentage. Volgens het toezichtkader is een waarde van minder dan 20% het minst risicovol. Daaraan voldoen we in ruime mate.
Structurele exploitatieruimte
Beoordeling welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Een waarde van minder dan 0% wordt gekwalificeerd als meest risicovol.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is: Woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar). Het COELO publiceert deze lasten in de ‘Atlas van de lokale lasten’. We zien een stijging van deze indicator richting 100%. Dat betekent dat de belastingdruk in gemeente Woensdrecht het landelijk gemiddelde begint te naderen.