G. Memo Toelichting Financiële Risico’s d.d. 8 november 2022

Memo

Terug naar navigatie - Memo

Aan: Leden gemeenteraad Woensdrecht
Van: College van B&W
Onderwerp: toelichting op risico’s
Datum: 8 november 2022

In dit memo wordt een nadere toelichting gegeven op de, in paragraaf 3. ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’ van onze begroting 2023, vermelde risico’s. Aanleiding hiertoe zijn de huidige ontwikkelingen en crises, die geleid hebben en zullen leiden tot fors toenemende kosten voor overheden en burgers.

Toelichting op basisraming in programmabegroting 2023 t.o.v. van risico’s in de paragraaf ‘weerstandvermogen en risicobeheersing’.
In de basisraming voor 2023 in de begroting 2023 worden alle bekende feiten en waarschijnlijke verwachtingen gekwantificeerd voor 2023 met een doorkijk naar 2026. Daarbij wordt uitgegaan van de op het moment van ramen, meest waarschijnlijke scenario’s.

In de paragraaf ‘weerstandvermogen en risicobeheersing’ wordt in aanvulling op deze basisraming aangegeven met welke strategische risico’s rekening dient te worden gehouden. Ieder cijfer dat in de basisraming is opgenomen is omgeven met onzekerheid. In de paragraaf ‘weerstandvermogen en risicobeheersing’ worden de belangrijkste en qua impact omvangrijkste risico’s benoemd en gekwantificeerd. Op basis van subjectieve inschattingen (management beoordeling) wordt aangegeven wat de mogelijke fluctuaties zijn. Veelal ligt de nadruk op fluctuaties die een nadelig effect hebben op onze exploitatieresultaten.

Voorbeeld van dergelijke risico’s zijn de inschattingen van de ontwikkeling van de uitgaven aan Wmo en jeugdzorg en de fluctuaties daarin. In de basisraming die opgenomen is in de begroting 2023 wordt uitgegaan van ontwikkelingen, die we nu signaleren.

Daarnaast blijft er het risico bestaan dat de werkelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld qua vergrijzing, qua gebruik van voorzieningen e.d. anders zullen zijn. 
In de risicoparagraaf wordt de kans hierop ingeschat als zijnde klein. Echter enkele jaren geleden is gebleken dat de basisraming qua uitgaven aan Wmo en jeugd wel degelijk omgeven is met onzekerheden en met een potentieel hoge impact op ons exploitatieresultaat. 

In de afgelopen maanden hebben zich economische ontwikkelingen, prijsontwikkelingen, grondstoffenschaarste en hoge inflatie voorgedaan, die nooit eerder hebben plaatsgevonden. Daarmee is de onzekerheid qua invloed op onze exploitatie zeer hoog en de mate van voorspelbaarheid gering.

Gegeven deze hoge onzekerheid is in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing door ons een inschatting gemaakt van de mogelijke invloed van de huidige ontwikkelingen op onze gemeente. Met als belangrijkste risico’s de mogelijke invloed op onze gemeentelijke infrastructuur. 

Navolgend wordt verduidelijkt hoe de huidige crises zijn verwerkt in de, in de paragraaf vermelde risico’s. 


Onderhoud en beheer
Een belangrijk deel van onze jaarlijkse uitgaven is aan onderhoud en beheer. Onze  belangrijkste  beleids- en beheerplannen zijn MJOP Gebouwenbeheer, beleids- en beheerplan openbare verlichting, beleidsplan wegen, MJOP sportaccommodaties, beheerplan materieel en beleids- en beheerplan speelvoorzieningen.  

In navolgende tabel zijn de in onze begroting per beleids- en beheerplan opgenomen dotaties/lasten vermeld.

Een eerste risico dat we hierbij onderkennen is het feit, dat deze beleids- en beheerplannen opgesteld zijn in 2018 of 2021 en daarmee in een periode van lage inflatie en geen schaarste. 
Zie onderstaande grafiek voor het verloop van de inflatie vanaf 2020.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) blijft de inflatie in Nederland volgend jaar waarschijnlijk op een hoog niveau en zal de groei van de economie bijna tot stilstand komen. Het IMF denkt dat de energiecrisis in Europa niet van tijdelijke aard is. In nieuwe ramingen gaat het uit van 12% inflatie voor heel dit jaar. Volgend jaar zou de inflatie op 8% kunnen uitkomen volgens het IMF. Voor dit jaar rekent het Fonds nog op 4,5% groei in Nederland, maar volgend jaar gaat de economie naar verwachting nog maar 0,8% vooruit.  

Stijging van de inflatie of hogere inflatie en daarmee een mogelijke stijging in kostprijzen van beheer is in de huidige ramingen niet verwerkt. Bij actualisatie van de plannen in de periode 2024-2025 zal blijken wat de omvang van de bijstelling in de jaarlijkse kosten is.
 
Waarom is dit nog niet opgenomen in de basisraming in de begroting 2023? 
Reden hiervoor is het feit, dat de raad in de besluitvorming van de vastgestelde plannen bepaald heeft wat de jaarlijks lasten zijn. In de huidige ramingen kunnen we niet vooruitlopen op toekomstige besluitvorming van de raad en eventuele compenserende beheersmaatregelen waartoe uw raad kan besluiten.  

Risico energielasten
Tweede risico dat we onderkennen is de ontwikkeling in  energielasten.
In de eerste tussenrapportage 2022 d.d. 26-4-2022 is een eerste aanpassing van onze hogere energielasten berekend met een negatief resultaateffect van € 152.000,-. Op pag 22 van de tussenrapportage wordt deze aanpassing met 60% verduidelijkt. Echter energielasten zijn verder gestegen, waarbij een verviervoudiging of meer niet meer onwaarschijnlijk is. 

Het risico dat we momenteel nog lopen op verdere stijging van onze energielasten is reëel. 

Risico investeringen
Het merendeel van de in de begroting 2023 genoemde investeringen heeft betrekking op de uitvoering van de eerdergenoemde beleids- en beheerplannen. 
In paragraaf B Toelichting op grote investeringsprojecten en in paragraaf D meerjarig investeringsschema wordt een totaal aan investeringen in met name rioolbeheer en onderwijs geraamd van ruim € 8 miljoen in de periode t/m 2024. Dit totaal aan investeringen is deels onderdeel van de eerdergenoemde beleids- en beheersplannen. 

Investeringen in rioolbeheer 
In het raadsvoorstel ‘Belastingverordeningen en tarieven 2023’ is over het risico inzake rioolheffing de volgende passage opgenomen “Gelet op de ontwikkelingen in  de bouwwereld verwachten wij ook forse kostenstijgingen van de overige kosten van  beheer en onderhoud van riolering en waterbeheer. Het financiële effect daarvan wordt zichtbaar bij het nieuwe GRP. Ter indicatie: de CBS prijsindex voor grond, weg en waterbouw laat in juli 2022 een stijging zien van 11,4% ten opzichte van januari 2022. De stijging in juli 2022 ten opzichte van januari 2021 bedraagt 24%’.
Weliswaar is dit een gesloten systeem en kan correctie plaatsvinden in de tarieven. Maar leidt per saldo wel tot een lastenstijging voor onze burgers.

Investeringen in onderwijshuisvesting
In het Integraal HuisvestingsPlan Onderwijs 2020-2023 (d.d. mei 2020) zijn investeringen in de periode t/m 2024 geraamd van ca € 6 miljoen. Daarnaast wordt vermeld, dat voor IKC Woensdrecht en het Olivijncollege een jaarlijkse vergoeding zal gaan worden betaald. Inmiddels is duidelijk dat onze huidige aanbestedingen leiden tot fors hogere bedragen dan geraamd. Stijgingen van meer dan 30% zijn niet ongebruikelijk.  Dit heeft een opwaarts effect op onze eigen investeringen in onderwijshuisvesting,  maar ook op de door ons te betalen huursom in die gevallen waarin we bouw en exploitatie onderbrengen in een aparte stichting, zoals in geval van het IKC Woensdrecht.

Financiering
Onze gemeente heeft een lage schuldpositie. Indien een verhoging van de geraamde  investeringen, lagere inkomsten en hogere lasten zal leiden tot de noodzaak om extra leningen aan te trekken, dan worden we daarbij geconfronteerd met hogere rentes. Rentes waartegen we kunnen lenen zijn in de afgelopen maanden gestegen van 1% (of lager) naar meer dan 3%. Indien de Europese Centrale Bank de beleidsrente in de strijd tegen de inflatie blijft verhogen, zal een verdere rentestijging doorzetten. In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van een voor ons belangrijke leenrente weergegeven.

Samenvattend.
De economische ontwikkelingen gaan echter snel en de schommelingen in prijsniveaus en inflatie zijn fors. En daarmee ook de potentiële omvang van onze financiële en economische risico’s.