Per 1 januari 2023 is de verplichting ingevoerd voor het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) om een rechtmatigheidsverantwoording op te stellen als onderdeel van de jaarrekening. Het college legt in de jaarrekening zelf verantwoording af over de mate waarin zij in het boekjaar rechtmatig heeft gehandeld en gebruikt hiervoor de in de Kadernota Rechtmatigheid 2023 opgenomen teksten van de Commissie BBV.
De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotingscriterium, voorwaardencriterium, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium.
In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college toe in hoeverre bij de in de jaarrekening 2023 verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties het begrotingscriterium, voorwaardencriterium, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd.
Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met de door de raad vastgestelde kaders zoals begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving.
Bij de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening is het door de raad op 28 maart 2024 vastgestelde definitieve normenkader van de relevante wet- en regelgeving 2023 toegelicht.
Deze rechtmatigheidsverantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad op 21 september 2023 bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 742.000,-.
De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV.
Rechtsmatigheidsfouten en onduidelijkheden (wanneer het voor het college niet duidelijk is of financieel rechtmatig is gehandeld) worden pas in de rechtmatigheidsverantwoording opgenomen en toegelicht, wanneer deze boven het door de raad vastgestelde percentage van 1% komen.