Toelichting op de balans

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Terug naar navigatie - Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben en zijn ingedeeld naar programma’s zoals deze door de raad zijn vastgesteld. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Dit met uitzondering van verlofaanspraken, ziektekostenpremies voor gepensioneerden en dergelijke. Deze worden toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt.

De afschrijving op vaste activa wordt berekend over de verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van de subsidies en bijdragen van derden en vindt plaats vanaf het jaar dat het actief in gebruik is genomen.

Voorzieningen worden via de rekening van baten en lasten gevoed. Stortingen in en onttrekkingen uit de reserves worden onder Toelichting op reserves en voorzieningen gepresenteerd.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op 21 september 2023 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeente.

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief zijn onder de volgende voorwaarden geactiveerd:

  • Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen.
  • De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast.
  • Het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereert. 
  • De uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, zijn betrouwbaar vast te stellen. 

De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden volledig afgeschreven in maximaal vijf jaar.

De onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling geactiveerde voorbereidingskosten voor grondexploitaties voldoen aan de volgende voorwaarden: 

  • de kosten passen binnen de kostensoortenlijst (artikel 6.2.4) van het Bro; en 
  • de kosten blijven maximaal vijf jaar geactiveerd staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar hebben de kosten geleid tot een actieve grondexploitatie, dan wel worden deze afgeboekt ten laste van het jaarresultaat; en 
  • plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, hebben bestuurlijke instemming, blijkend uit een raads- of -indien gedelegeerd- collegebesluit.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan: 

  • Er is sprake van een investering door een derde. 
  • De investering draagt bij aan de publieke taak. 
  • De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen. 
  • De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. 

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt.

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Kosten onderzoek en ontwikkeling € 0 € 45.451
Bijdragen aan activa in eigendom van derden € 51.881 € 54.184
Totaal € 51.881 € 99.635

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:

  • investeringen met een economisch nut;
  • investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
  • investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut > € 10.000 worden conform de financiële verordening geactiveerd. 

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. 

Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten (waaronder overheadkosten en rente), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen. 

De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de Financiële verordening 2023 zoals vastgesteld door de gemeenteraad in haar vergadering d.d. 21 september 2023. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode en starten op het moment van ingebruikname. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.

Boekwaarde 1 januari 2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31 december 2023
Investeringen met economisch nut
Gronden en terreinen € 3.686.415 € - € - € -36.539 € - € - € 3.649.876
Bedrijfsgebouwen € 21.092.471 € 757.487 € - € -950.952 € -50.297 € - € 20.848.709
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken € 20.410 € 79.570 € - € -91.215 € - € - € 8.764
Vervoermiddelen € 251.140 € 19.215 € - € -49.394 € - € - € 220.962
Machines, apparaten en installaties € 645.493 € 62.270 € - € -94.190 € - € - € 613.573
Overige materiële vaste activa € 2.813.951 € 68.422 € - € -219.190 € - € - € 2.663.184
Totaal Investeringen met economisch nut € 28.509.881 € 986.964 € - € -1.441.480 € -50.297 € - € 28.005.067
Boekwaarde 1 januari 2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden/reserves Afwaarderingen Boekwaarde 31 december 2023
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Gronden en terreinen € - € 26.586 € - € -26.586 € - € - € -
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken € 7.018.484 € 370.006 € 0 € -828.724 € -48.411 € - € 6.511.355
Machines, apparaten en installaties € 6.804 € 119.975 € - € -6.264 € -20.996 € - € 99.519
Overige materiële vaste activa € 72.007 € 100.698 € - € -60.090 € -17.354 € - € 95.261
Totaal Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut € 7.097.295 € 617.264 € 0 € -921.664 € -86.760 € - € 6.706.135

Afschrijvingen

Terug naar navigatie - Afschrijvingen

De volgende afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in de financiële verordening, welke is vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 21 september 2023, zijn van toepassing:

 

Omschrijving materiele activa Afschrijvingstermijn in jaren Omschrijving materiele activa Afschrijvingstermijn in jaren
(Buiten)sportaccommodaties Riooldoorspuit-apparaat 8
Ballenvangers (staafmat + net) 25 Rioolinspectiecamera 10
Beregeningsinstallatie met sproeiers 30 Rolveger 10
Beregeningsleidingen en pomp 30 Schrobmachine 10
Dug-outs 20 Schutfrees 10
Honk- en softbalveld – backstop 25 Sportveldenwals 15
Honk- en softbalveld – renovatie gravel 15 Sneeuwploeg(en) 15
Kantplanken 20 Tractor(en) 10
Kunstgrasveld – toplaag 10 Trilplaat 10
Kunstgrasveld – sporttechnische laag 20 Veegmachine 8
Kunstgrasveld – onderbouw 30 Watertransporttank 15
Kunstgrasveld – aanbrengen walk-off mat 20 Wied-eg 10
Kunstgrasveld – aanbrengen put met slibvang 20 Zoutmeng-installatie 10
Leunhekwerk 20 Zoutstrooier(s) 10
Natuurgras sportveld – toplaagrenovatie 15
NEN-inspecties installaties 5 Openbare ruimte
NEN inspecties installaties, aanpassingen a.g.v. 5 Openbare verlichting - aanleg/verbeteren 20
Pupillengoals 15 Parkeervoorzieningen - aanleg 20
Tennisbanen – gravel toplaagrenovatie 15 Speelvoorzieningen 15
Tennisbanen/speelvelden – sporttechnische laag 30 Voet- en fietspaden - aanleg 20
Tenniskooi 25 Wegen - reconstructie 30
Tennispark – poort 25
Tennispark – terreinhekwerk nieuw 25 Riolering
Tennisstaanders en net 15 Drukriolering - constructie onderdelen 75
Veldinrichting (goals en hoekvlaggen) 15 Drukriolering - elektrische installaties 25
Veldverlichting (armaturen) 20 Drukriolering - pompen 13
Veldverlichting (masten) 30 Gemalen - constructie onderdelen 70
Veldverlichting (groepenkast vervangen) 30 Gemalen - pompen 17
Verhardingen – herstraten 5-10 jaar 40 Gemalen - elektrische installaties 35
Verhardingen – herstraten > 10 jaar 40 Riolering - aanleg / (re)constructie onderdelen 70
Overige sportvelden – toplaag 10 Riolering - individuele behandeling afvalwater 30
Materieel team Wijk- & dorpsbeheer Vastgoed
2 wielige frees 10 Gebouwen - dakisolatie 25
Aanhangwagen(s) 15 Gebouwen - inrichting 20
Beregeningshaspel(s) 9 Gebouwen - sport 25
Bladzuigwagen 8 Gebouwen - semi permanent 15
Container(s) 15 Gebouwen - renovatie/ingrijpend onderhoud Resterende gebruiksduur tenzij levensduur wordt verlengd
Grote bedrijfswagen (vrachtwagen) 15 Gebouwen - woon-, bedrijfs- en schoolgebouwen 40
Hogedrukreiniger 8 Grote technische installaties / voorzieningen 20
Houtversnipperaar 9 Kleine technische installaties / voorzieningen 10
Kipwagen 15 Inventaris (meubilair, stoffering) 10
Kipwagen t.b.v. zoutstrooier 15 Warmtepomp 15
Kleine bedrijfswagens (pick-up) 7
Kleine bestelwagen 7 Overig
Kunstmeststrooier 10 Hardware 4
Minigraafmachine 10 Kadaver-koelcontainer 6
Onkruidbestrijding borstelmachine 10 Software & Kantoormachines 5
Onkruidbestrijding hete-lucht-werktuig 10 Zonnepanelen 15
Personenauto team Wijk- & dorpsbeheer 10

Warme gronden

Terug naar navigatie - Warme gronden

Gronden verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld, worden in de regel geduid als ‘warme gronden’. Conform de notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) worden deze verantwoord onder materiele vaste activa (artikel 52 lid 1 onderdeel a BBV) tegen de verwervingskosten. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is daarbij niet toegestaan. 

In de bepaling of er bij deze ‘warme gronden’ sprake is van een duurzame waardevermindering, zoals bedoeld in artikel 65 BBV lid 1, kan onder de volgende cumulatieve voorwaarden uitgegaan worden van de waarde in toekomstige bestemming in plaats van de geldende bestemming: 

  • de gronden moeten deel uitmaken van een door de gemeenteraad vastgestelde visie of masterplan voor (een) concrete en binnen afzienbare tijd te starten grondexploitatie(s), waarin de gebiedsontwikkeling van totaalplan naar deelgrondexploitaties is vastgelegd; 
  • de gebiedsontwikkeling mag niet zodanig conflicteren met de uitkomst van de inventarisatie van bedreigingen die de ontwikkeling in de weg kunnen staan, bijvoorbeeld op het gebied van milieu of bereikbaarheid; 
  • de visie / het masterplan mag niet strijdig zijn met beleid van de provincie en/of rijk;
  • er is een betrokkenheid bij de gebiedsontwikkeling van provincie of rijksoverheid; 
  • het mag alleen gaan om gebiedsontwikkeling voor de bouw van woningen en niet voor bedrijfsterreinen; 
  • periodiek (minimaal eens in de 2 jaar) worden de gronden getaxeerd tegen de waarde volgens de toekomstige woningbouwbestemming, met inachtneming van de inherente onzekerheden van de ontwikkelmogelijkheden.

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Kapitaalverstrekkingen aan:
- Deelnemingen € 4.112.980 € 3.304.063
- Overige verbonden partijen € 677.245 € 638.893
Totaal kapitaalverstrekkingen € 4.790.225 € 3.942.956
Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Leningen aan:
- Deelnemingen € 750.427 € 750.427
Totaal leningen € 750.427 € 750.427
Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Overige langlopende leningen
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer € 2.653.611 € 2.356.994
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer € 395.740 € 288.376
Totaal overige langlopende leningen € 3.049.351 € 2.645.370
TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA € 8.590.003 € 7.338.753

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2023:

Boekwaarde 1 januari 2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen/ aflossingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31 december 2023
Kapitaalverstrekkingen aan:
- Deelnemingen € 3.304.063 € 808.917 € - € - € - € - € 4.112.980
- Overige verbonden partijen € 638.893 € 38.352 € - € - € - € - € 677.245
Totaal kapitaalverstrekkingen € 3.942.956 € 847.269 € - € - € - € - € 4.790.225
Boekwaarde 1 januari 2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen/ aflossingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31 december 2023
Leningen aan:
- Deelnemingen € 750.427 € - € - € - € - € - € 750.427
Totaal leningen € 750.427 € - € - € - € - € - € 750.427
Boekwaarde 1 januari 2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen/ aflossingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31 december 2023
Overige langlopende leningen
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer € 2.356.994 € 537.131 € -240.514 € - € - € - € 2.653.611
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer € 288.376 € 183.565 € -76.201 € - € - € - € 395.740
Totaal overige langlopende leningen € 2.645.370 € 720.696 € -316.715 € - € - € - € 3.049.351
TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA € 7.338.753 € 1.567.965 € -316.715 € - € - € - € 8.590.003

Vlottende activa

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten worden geactiveerd.

De stand 'onderhanden werk' van grondexploitaties zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een afwaardering naar de lagere marktwaarde verantwoord en/of wordt een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten (limitatief opgesomd in de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen en is de werkelijk over vreemd vermogen betaalde rente over het boekjaar toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd, wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst genomen. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen: 

1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én 
2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én 
3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

De verliezen op grondexploitaties worden voorzien zodra deze bekend zijn.  De voorziening wordt gewaardeerd op nominale waarde.

Gereed product en handelsgoederen
De voorraad eigen verklaringen is gewaardeerd tegen de laatst bekende verrekenprijzen van de leverancier. De overige voorraden worden gewaardeerd tegen historische kostprijs. Indien de marktwaarde lager is, dan wordt tegen marktwaarde gewaardeerd.

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie € -1.001.025 € -995.327
Gereed product en handelsgoederen € 3.951 € 3.795
Totaal voorraden € -997.074 € -991.532
Boekwaarde 1 januari 2023 Vermeerderingen Verminderingen Winstuitname Boekwaarde 31 december 2023 Voorziening verlieslatend complex Balanswaarde 31 december 2023
Complex Centrum Hoogerheide € -998.453 € -5.590 € - € -6.653 € -1.010.696 € - € -1.010.696
Complex Noordrand Ossendrecht € -51.885 € 9.444 € - € -15.685 € -58.125 € - € -58.125
Complex Bergsestraat Huijbergen € 55.011 € -53.011 € - € - € 2.000 € - € 2.000
Complex Kromstraat Hoogerheide € - € 65.797 € - € - € 65.797 € - € 65.797
Totaal onderhanden werk, bouwgronden in exploitatie € -995.326 € 16.640 € - € -22.338 € -1.001.024 € - € -1.001.024
Balanswaarde 31 december 2023 Geraamde nog te maken kosten Geraamde nog te realiseren opbrengsten Geraamd resultaat (nominale waarde)
Complex Centrum Hoogerheide € -1.010.696 € 552.709 € -605.000 € -1.062.987
Complex Noordrand Ossendrecht € -58.125 € 32.928 € - € -25.197
Complex Bergsestraat Huijbergen € 2.000 € 193.806 € -1.245.207 € -1.049.400
Complex Kromstraat Hoogerheide € 65.797 € 66.542 € -184.500 € -52.161
Totaal onderhanden werk, bouwgronden in exploitatie € -1.001.024 € 845.985 € -2.034.707 € -2.189.746

De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten van februari 2024 en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Uiteraard betreft dit een inschatting die omgeven is door onzekerheden, die periodiek, maar minimaal jaarlijks, wordt herzien en waarbij de waardering in het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de in exploitatie genomen gronden. 

Het college hanteert de volgende algemene uitgangspunten ten aanzien van haar schattingen:
–    rentepercentage bedraagt 1,5%;
–    kostenindexatie bedraagt 2,5%;
–    opbrengstenindexatie bedraagt 0%;
–    de geplande afzet is gebaseerd op het jaar van de verwachte notariële overdracht van de gronden.

De risico’s zijn nader toegelicht in de paragraaf Grondbeleid en de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in het jaarverslag.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.

Stand 31 december 2023 Voorziening oninbaarheid Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Vorderingen op openbare lichamenen € - € - € 4.919.161 € 4.009.861
Rekening-courantverhouding met het Rijk € - € - € 8.510.170 € 1.312.337
Overige vorderingen € 2.468.138 € -774.735 € 3.242.873 € 1.882.592
Totaal uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar € 2.468.138 € -774.735 € 16.672.204 € 7.204.790

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Drempelbedrag 
In principe dienen alle overtollige middelen in de schatkist te worden aangehouden. Er zijn echter een aantal uitzonderingen. Eén daarvan is het drempelbedrag. Dat is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor gemeente Woensdrecht geldt voor 2023 een drempelbedrag van € 1.150.000.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen: niet elke laatste euro hoeft in de schatkist te worden aangehouden. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen die boven het drempelbedrag uitgaan in de schatkist te worden aangehouden. In 2023 hebben geen overschrijdingen plaatsgevonden van het drempelbedrag. In onderstaande tabel is te zien wat de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen 2023 is geweest:

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)
Verslagjaar 2023
(1) Drempelbedrag 1176
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 846 756 645 727
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 330 420 531 449
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 58.803
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 58.803
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat
(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotingstotaal kleiner of gelijk is aan 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. Drempelbedrag 1176
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 76.156 68.794 59.324 66.897
(5b) Dagen in het kwartaal 90 91 92 92
(2) - (5a) / (5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 846 756 645 727

Liquide middelen

Terug naar navigatie - Liquide middelen

De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Kassaldo € 9.680 € 8.792
Banksaldi € 1.016.884 € 514.123
Totaal € 1.026.564 € 522.915

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald. Onder de nog te ontvangen bedragen zijn de gemaakte voorbereidingskosten voor faciliterende exploitatieplannen of nog te sluiten anterieure overeenkomsten als ‘nog te verrekenen kosten’ opgenomen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 

  1. de kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst Wro/Bro; en 
  2. de kosten mogen maximaal 5 jaar als overige nog te ontvangen bedragen blijven staan; na maximaal 5 jaar moet het kostenverhaal zijn gerealiseerd dan wel dienen de kosten te worden afgeboekt ten laste van het jaarresultaat; en 
  3. er is een besluit door de raad of het college genomen tot het maken van voorbereidingskosten voor faciliterend grondbeleid in een aangewezen gebied voor het ontwikkelen van het exploitatieplan of tot het sluiten van een anterieure overeenkomst. 

De post overlopende activa wordt onderscheiden in:

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, nog te ontvangen van:
- Europese overheidslichamen € - € -
- het Rijk € 703.814 € 1.338.278
- overige Nederlandse overheidslichamen € 1.975 € -
Overige nog te ontvangen bedragen € 1.783.633 € 2.576.595
Vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen € 174.529 € 360.288
Totaal € 2.663.951 € 4.275.161

De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Saldo 1 januari 2023 Toevoegingen Ontvangen bedragen Saldo 31 december 2023
Europese overheidslichamen
€ - € - € - € -
Het Rijk
- Toeslagaffaire kinderopvang 2023 € 30.987 € 62.846 € -30.987 € 62.846
- Opvang vluchtelingen Oekraïne € 509.759 € 572.433 € -509.759 € 572.433
- Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (BUIG) € 447.572 € - € -447.572 € -
- Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) € 4.854 € - € -4.854 € -
- Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) € 13.452 € - € -13.452 € -
- Suppletie-uitkering ruiming explosieven € 331.654 € - € -331.654 € -
- Impulsregeling klimaatadaptatie € - € 68.535 € - € 68.535
Overige Nederlandse overheidslichamen
- Bijdrage ophoging verkeersdrempel Calfven Ossendrecht € - € 1.975 € - € 1.975
Totaal € 1.338.278 € 705.789 € -1.338.278 € 705.789

Vaste passiva

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Eigen vermogen
Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Reserves, gespecificeerd naar:
- algemene reserve € 12.478.776 € 7.511.352
- bestemmingsreserve € 12.072.739 € 11.310.854
Het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening € 5.631.901 € 7.108.469
Totaal eigen vermogen € 30.183.415 € 25.930.675

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves

In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Mutaties in reserves zijn enkel mogelijk op basis van een raadsbesluit genomen voor het einde van het betreffende begrotingsjaar. De reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de reserves gedurende het jaar 2023:

bedragen x € 1.000
Nr. Naam reserve Saldo 1 januari 2023 Resultaatbestemming 2022 Toevoegingen Rente-toerekening Onttrekkingen Verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa Saldo 31 december 2023
1 Algemene reserve 7.511 5.740 0 0 529 243 12.479
Bestemmingsreserves
2 Reserve Personele veerkracht 350 0 709 0 709 0 350
3 Reserve revitalisering dorpskern Huijbergen 59 0 0 0 59 0 0
4 Reserve revitalisering dorpskern Ossendrecht 33 0 0 0 0 2 31
5 Reserve Revitalisering dorpskern Woensdrecht 1 0 0 0 0 0 1
6 Reserve Maintenance Valley 26 0 0 0 0 0 26
7 Reserve budget gemeenteraad 250 0 0 0 22 0 228
8 Reserve groenfonds 105 0 17 0 0 13 109
9 Bestemmingsreserve materieel team Wijk- & Dorpsbeheer 200 0 134 0 74 0 260
10 Reserve budget dorpsplatforms 71 0 0 0 1 0 70
11 Reserve omgevingswet 67 0 0 0 0 0 67
12 Reserve AED-apparaten 22 0 0 0 8 0 14
13 Reserve anterieure overeenkomsten 151 0 0 0 101 0 50
14 Reserve Sociaal Domein 55 0 0 0 0 0 55
15 Reserve grote incidentele wielerevenementen 55 0 225 0 200 0 80
16 Reserve Warmtevisie 80 0 0 0 0 20 60
17 Reserve GBE Aqua BV 788 0 809 0 0 0 1.597
18 Reserve energie noodfonds 100 0 0 0 100 0 0
19 Reserve Ter dekking van kapitaallasten 8.898 853 83 0 0 759 9.075
Totaal 18.822 6.593 1.977 0 1.803 1.037 24.552
  1. Algemene Reserve
    De algemene reserve is bedoeld als buffer voor exploitatieverliezen en het opvangen van risico's in algemene zin, die op enig moment worden voorzien en waarvan de omvang en het moment van zich voordoen ervan onzeker is. De algemene reserve is een belangrijke component van het weerstandsvermogen. Het resultaat van de jaarrekening wordt gestort in/onttrokken aan de algemene reserve. De achterliggende jaren vormt dit de belangrijkste voeding voor de reserve.
Mutaties algemene reserve (Bedragen x 1.000)
Stand per 1 januari 2023 € 7.511
Toevoegingen
Voordelig resultaat jaarrekening 2022 € 5.740
€ 5.740
Onttrekkingen
Budgetoverheveling 2022 -> 2023 € 510
Restantkrediet implementatie omgevingswet € 114
2e fase ruimen grafbedekkingen € 80
Groeninitiatieven € 24
Restant Spuk RRE € 19
Restantkrediet renovatie bomen € 13
Restantkrediet Implementatie beschermd wonen/maatschapp.opvang € 12
Overige onttrekkingen kleiner dan € 5.000 € -
€ -772
Stand per 31 december 2023 € 12.479

2. Reserve personele veerkracht

In 2021 is een reserve personele veerkracht gevormd om de snelheid van handelen te verhogen bij het ontstaan van personele knelpunten, zoals bijv. vervanging bij verzuim, opvangen piekbelasting, tijdelijke inhuur in geval van langlopende wervings- en selectietrajecten of loopbaan- en verbetertrajecten, minnelijke schikking vanuit een vaststellingsovereenkomst, afspraken vanuit van werk-naar-werktrajecten en mobiliteitsdienstverbanden. Het beoogde effect is dat mogelijke knelpunten voorkomen kunnen worden door sneller te handelen.  De reserve is in 2023 gevoed met de vrijgevallen personele budgetten als gevolg van personele wisselingen en positieve afrekeningen van samenwerkingsverbanden. In 2023 is voor inhuur, extra inzet en vaststellingsovereenkomsten een bedrag van € 709.000 vanuit de reserve aangewend.  De hoogte van de reserve is gemaximeerd op € 350.000, zodat eind 2023 afwaardering van de reserve tot dat bedrag heeft plaatsgevonden. 

3-5 Reserve(s) revitalisering dorpskern Huijbergen, Ossendrecht, Woensdrecht

Om de leefbaarheid en uitstraling van de diverse kernen te bevorderen is er per kern een revitaliseringsreserve ingesteld. De reserves zijn gevormd vanuit de verkoopopbrengst van Intergas. Voor elke kern is een Integraal Dorps Ontwikkelingsplan (iDOP) opgesteld. De reserves worden ingezet ter financiering van de iDOP van de desbetreffende dorpskern. De gemeenteraad heeft in 2020 besloten de reserve 'revitalisering dorpskern Hoogerheide’ (€ 353.000) vrij te laten vallen ten gunste van de algemene reserve. In 2023 is het restant van de reserve 'revitalisering dorpskern Huijbergen' (€ 59.000) volledig ingezet voor een bijdrage aan de realisatie van de huisvesting van de bibliotheek in Huijbergen. Voor de reserve ‘revitalisering dorpskern Ossendrecht’ is in 2023 een aantal activiteiten/werken goedgekeurd en is een bedrag van € 2.000 aangewend voor het plaatsen van paaltjes en plaatjes bij de magnoliaroute en div. uitgaven voor de locatie Hondseind.  De reserve ‘revitalisering dorpskern Putte’ is sinds 2018 geheel benut. In 2023 is geen beroep gedaan op de reserve 'revitalisering dorpskern Woensdrecht'. 

6. Reserve Maintenance Valley

Het doel van deze reserve is het stimuleren van ontwikkelingen rondom bedrijventerrein 'De Kooi' en vliegbasis Woensdrecht om de werkgelegenheid en het leefklimaat in Woensdrecht te bevorderen. In 2023 is geen beroep gedaan op deze reserve.

7. Reserve budget gemeenteraad

Het doel van deze reserve is het kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen in Woensdrecht waaraan de raad specifiek waarde hecht. In 2023 is de reserve aangewend voor een bijdrage van € 22.000 aan de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië.

8. Reserve groenfonds

De reserve wordt gebruikt voor de financiering van activiteiten en projecten in het kader van de realisatie van het meerjarenprogramma Brabantse Wal, voor de inzet van derden ontvangen middelen voor landschapsverbetering / natuurontwikkeling voortvloeiende uit de provinciale regeling 'bevordering van ruimtelijke kwaliteit' om de aantasting van de kwaliteit van het buitengebied door de bouw van nieuwe woningen te compenseren en voor natuurcompensatie als gevolg van de realisatie van het Regionaal Centrum opleiding Wielersport in Ossendrecht. De reserve is in 2023 gevoed met een bedrag van € 17.000. Er is in 2023 een bedrag van € 13.000 aangewend voor deelname aan de Stimuleringsregeling Landschap van de Provincie Noord-Brabant.

9. Reserve Materieel team Wijk- & Dorpsbeheer

De bestemmingsreserve is gevormd in verband met vervanging en het op voldoende niveau houden van materieel en machines die in gebruik zijn bij het team Wijk- & Dorpsbeheer van de afdeling Dienstverlening. Het Beheerplan 2022-2025 materieel team Wijk- & Dorpsbeheer is in november 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Voor het aanschaffen en vervangen van het materieel wordt er jaarlijks een bedrag van € 134.000 aan de reserve toegevoegd.  In 2023 is een bedrag van € 74.000 aangewend voor de vervanging/aanschaf van een transporttank, een personenauto, een onkruidbestrijdingsmachine en een rioolinspectie-camera.

10. Reserve budget Dorpsplatforms

De gemeente Woensdrecht kent sinds 2006 vijf 'dorpsplatforms'. De taak van een dorpsplatform bestaat uit het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college van burgemeester en wethouders op het beleidsveld 'veiligheid en leefbaarheid' in de meest ruime betekenis. Voor het functioneren van de dorpsplatforms en het faciliteren bij de invulling van hun taken wordt door de gemeente jaarlijks een budget beschikbaar gesteld. In 2023 is een bedrag van € 1.000 aangewend uit de reserve voor o.a. een bijdrage aan de muziekfeesten in Putte en nieuwe guirlandes voor het 't Blickvelt in Woensdrecht.

11. Reserve omgevingswet

Om bestemmingsplannen te hebben die voldoen aan de vereisten van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is deze bestemmingsreserve (nieuwe Wro 2010) in 2010 ingesteld. De reserve is ingesteld om flexibel in te kunnen spelen op over- en onderschrijdingen bij de herziening van plannen. De reserve is in 2018 hernoemd naar reserve 'Omgevingswet' en het doel is dekking van (een deel van) de kosten voor de implementatie van de omgevingswet. Er is in 2023 geen beroep op de reserve gedaan.

12. Reserve AED-apparaten

De reserve is bedoeld voor de bekostiging van de vervanging van AED-apparaten, die aan het eind van hun levensduur zijn, kapotte AED's, AED-kasten en AED-trainers en in geval van diefstal of vandalisme. Het is van levensbelang, dat de AED-apparaten goed functioneren en het aantal op peil wordt gehouden. Met ingang van 2019 worden er geen toevoegingen meer aan de reserve gedaan en wordt de reserve geleidelijk afgebouwd. De kosten van de AED's worden op termijn in de exploitatiebegroting opgenomen. Het risico van grote fluctuaties in de toekomstige exploitatiekosten is beperkt. Een bedrag van € 8.000 is in 2023 aangewend voor de vervanging van AED-apparatuur.

13. Reserve anterieure overeenkomsten

Voor het realiseren van werken in projecten waarbij de gemeente geen grondpositie heeft, maar wel verantwoordelijk is voor het werk, worden middelen gereserveerd. De voeding vindt plaats door bijdragen van partijen die deze op grond van een te sluiten anterieure overeenkomst verschuldigd zijn. Onttrekkingen vinden plaats als gevolg van de realisatie van werken. In 2023 is er een bedrag van € 101.000 aan de reserve onttrokken.

14. Reserve Sociaal Domein

De reserve is gevormd om financiële schommelingen als gevolg van de 3 decentralisaties van rijkstaken naar gemeente (Wmo, Jeugd en Participatie) vanaf 2015 op te kunnen vangen. In 2023 is geen beroep op de reserve gedaan.

15. Reserve grote incidentele wielerevenementen

In december 2016 is door de raad het 'Fiets- en Wielerplan Woensdrecht 2017-2020' vastgesteld. Voor het kunnen realiseren van incidentele grote wielerevenementen is er gedurende vier jaar (2017 tot en met 2020) jaarlijks een bedrag van € 25.000 en in 2023 een eenmalig bedrag van € 225.000 aan de reserve toegevoegd ter dekking van kosten van grote incidentele wielerevenementen in onze gemeente. In april 2021 is door de raad het ‘Fiets- en Wielerplan 2021-2022’ vastgesteld. De reserve is aangewend voor de ondersteuning van de organisatie van de UCI Cyclocross World Championships 2023.

16. Reserve warmtevisie

In 2020 is de reserve Warmtevisie gevormd voor een bedrag van € 100.000. In het Klimaatakkoord is de afspraak gemaakt dat Nederland in 2050 geheel van het aardgas af moet zijn. Deze transitie naar aardgasvrij wordt ook wel de warmtetransitie genoemd. Nederlandse gemeenten hebben de opdracht een Transitievisie Warmte (TVW) en bijbehorende Wijkuitvoeringsplannen (WUP) op te stellen. In 2023 is een bedrag van € 20.000 aangewend voor het opstellen van een uitvoeringsprogramma.

17. Reserve GBE Aqua BV

In november 2021 heeft de ontvlechting van waterbedrijf Evides uit PZEM N.V. plaatsgevonden. GBE Aqua holding is opgericht en heeft de marktwaarde voor Evides betaald aan PZEM, in ruil voor Evides aandelen. Woensdrecht is mede-aandeelhouder in GBE Aqua BV. Ter financiering van de transactie heeft Aqua een lening bij de bank afgesloten, waarvoor de provincie Zeeland garant staat. In de aandeelhoudersovereenkomst hebben de aandeelhouders zich verplicht de dividenden uit PZEM / ZEH NV als kapitaalstorting door te storten naar Aqua, tot het moment dat de GBE Aqua haar lening voor de aankoop van de Evides aandelen heeft afgelost. In 2023 heeft gemeente Woensdrecht dividend ontvangen van Evides en ZEH NV. De vermogensgroei die samenhangt met deze dividendontvangsten bedroeg in 2023 € 809.000.

18. Reserve energie noodfonds

Het doel van deze reserve is de bestrijding van problemen die ontstaan door de stijgende energiekosten bij verenigingen, stichtingen en gebruikers van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. In december 2022 heeft de Raad ingestemd met storting van een bedrag van € 100.000 uit de Algemene reserve voor de vorming van deze reserve. In 2023 is een bedrag van € 100.000 aangewend voor diverse incidentele subsidies. 

19. Reserve ter dekking van kapitaallasten

Het doel van deze reserve is het verlichten van de exploitatie via de inzet van reserves ter financiering van investeringen in activa. Deze reserve is gevormd ter dekking van met name genoemde kapitaalinvesteringen, zodat de jaarlijkse kapitaallasten gedekt worden door de aanwending van deze reserve (bruto-methode).

Een bedrag van € 853.000 is in 2023 vanuit het resultaat van de jaarrekening 2022 gestort in de reserve voor de realisatie van kunstgrasvelden op het sportpark De Heiloop in Ossendrecht, Daarnaast is de reserve gevoed met een bedrag van € 83.000 voor o.a. de vervanging/aanschaf van een transporttank,  een personenauto, een onkruidbestrijdingsmachine en een rioolinspectie-camera van het team Wijk- & Dorpsbeheer. Een bedrag van € 759.000 is uit de reserve aangewend voor de dekking van jaarlijkse afschrijving van investeringen.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. 

Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

bedragen x € 1.000
Nr. Naam Saldo 1 januari 2023 Toevoeging Sparen Vrijval Aanwending Saldo 31 december 2023
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen & risico's
1 Voorziening wethouderspens. APPA € 2.390 € 96 € - € 168 € 148 € 2.170
2 Voorziening wachtgelden oud wethouders € - € - € - € - € - € -
3 Voorziening verlofsparen € 29 € 134 € - € - € - € 163
4 Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) € - € 58 € - € - € - € 58
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
5 Voorziening onderhoud openbare verlichting € 56 € 215 € - € - € 195 € 76
6 Voorziening onderhoud wegen € 1.716 € 730 € - € - € 1.104 € 1.342
7 Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen € 323 € 548 € - € - € 244 € 627
Voorzieningen van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden
8 Voorziening vervangingsinvesteringen riolering € 11.099 € 1.134 € - € - € 857 € 11.376
9 Voorziening riolering € - € 2.142 € -1.134 € - € 1.008 € -
10 Voorziening egalisatie afvalinzameling & -verwerking € 81 € 175 € - € - € - € 256
Totaal voorzieningen € 15.694 € 5.232 € -1.134 € 168 € 3.556 € 16.068

1. Voorziening wethouders pensioenen Wet APPA

De voorziening wethouders pensioenen 'Wet APPA' (APPA = algemene pensioenwet politieke ambtsdragers) is gevormd om de (toekomstige) pensioenaanspraken van (voormalige) wethouders te kunnen dekken. Jaarlijks wordt op basis van actuariële berekeningen getoetst of de voorziening toereikend is. De rente is gestegen, waardoor er een onttrekking aan de voorziening heeft plaatsgevonden.

3. Voorziening verlofsparen

In de CAO gemeenten 2021-2022 is opgenomen dat medewerkers verlof kunnen sparen. Aangezien er bij verlofsparen sprake is van arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met een niet gelijke omvang van de opbouw en afbouw, dient hier een voorziening voor gevormd te worden. Om de daadwerkelijke (toekomstige) opname van dit gespaarde verlof te kunnen dekken is in 2022 de voorziening 'verlofsparen' gevormd. In 2023 is een bedrag van € 134.000 in de voorziening gestort. 

4. Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) maakt het voor medewerkers die hiervoor in aanmerking komen mogelijk om ontslag te nemen en een ontslagvergoeding te ontvangen die de ex-medewerker in staat stelt om te overbruggen tot aan de AOW-leeftijd. Er dient een voorziening te worden gevormd voor de financiële verplichting die de gemeente op basis van deze regeling ten opzichte van de ex-medewerker en de fiscus heeft. Op grond van dit beleid is de voorziening 'Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)' in 2023 gevormd en daar is een bedrag van € 58.000 in gestort.

5. Voorziening onderhoud openbare verlichting

De voorziening onderhoud openbare verlichting is gevormd voor de dekking van de jaarlijkse kosten voor het uitvoeren van groot onderhoud aan de openbare verlichting. In september 2018 is het ‘Beleids- en beheerplan openbare verlichting 2019-2022’ door de raad vastgesteld. Op basis van dit beleids- en beheerplan is in 2023 een bedrag van € 215.000 aan de voorziening toegevoegd. Op 30 november 2023 heeft de raad het 'Beleids- en beheerplan openbare verlichting 2024-2027' vastgesteld. In 2023 is een bedrag van € 195.000 aan de voorziening onttrokken voor uitgevoerd groot onderhoud aan de openbare verlichting.

6. Voorziening onderhoud wegen

De voorziening onderhoud wegen dient ter dekking van de jaarlijkse kosten voor het uitvoeren van groot onderhoud aan de wegen. In september 2018 is het ‘Beleidsplan wegen 2019-2023’ door de raad vastgesteld. Op basis van het beleidsplan is in 2023 een bedrag van € 730.000 aan de voorziening toegevoegd. Op 30 november 2023 heeft de raad het 'Beleidsplan wegen 2024-2027' vastgesteld. In 2023 is een bedrag van € 1.104.000 onttrokken voor uitgevoerd groot onderhoud aan wegen.

7. Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen

Deze voorziening is gevormd voor het egaliseren van de jaarlijkse kosten van het groot onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Eind 2021 is het 'Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) Gebouwenbeheer 2022-2025' door de raad vastgesteld. In 2023 is een bedrag van € 547.000 aan de voorziening toegevoegd. Een bedrag van € 244.000 is aan de voorziening onttrokken voor uitgevoerd groot onderhoud aan gemeentelijke gebouwen.

8. Voorziening vervangingsinvesteringen riolering

In september 2019 heeft de Raad het 'Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2020-2023' en het kostendekkingsplan vastgesteld.  Het doel van de voorziening is om uitvoeringskredieten met betrekking tot vervanging van het riool te dekken. De voorziening is voldoende om het hieraan ten grondslag liggende beheerplan volledig te kunnen uitvoeren. De toevoeging van € 1.134.000 is gebaseerd op het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP). Op de voorziening zijn de vervangingsinvesteringen ter hoogte van € 857.000 van de riolering in mindering gebracht. Zie voor een nadere toelichting de financiële toelichting in de paragraaf lokale heffingen, onderdeel 'rioolheffing'. Op 9 november 2023 heeft de raad het 'Gemeentelijk Waterprogramma Woensdrecht 2024-2027' vastgesteld. 

9. Voorziening riolering

De gemeente Woensdrecht werkt 100% kostendekkend binnen de rioolexploitatie. Dat wil zeggen dat de rioolheffingen alle kosten in de rioleringsexploitatie dekken. Het ene jaar is dat iets meer dan 100% en het andere jaar minder. Om de tarieven, behoudens indexering, niet ieder jaar aan te hoeven passen, wordt het saldo van de exploitatie van de riolering met deze voorziening verrekend. Het is dus een egalisatievoorziening voor de uitvoering van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In 2023 is er per saldo een negatief resultaat behaald op de exploitatie waardoor de voorziening per jaareinde nihil is.  Voor een nadere toelichting op het budgettair resultaat van de exploitatie van de riolering wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen, onderdeel 'rioolheffing'. 

10. Voorziening egalisatie afvalinzameling en -verwerking

De Commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) heeft in november 2014 een notitie 'riolering' uitgebracht, die ook van toepassing is verklaard op de egalisatiereserve 'afvalinzameling en -verwerking'. De voorziening is in 2014 omgevormd naar een voorziening 'van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden' (conform artikel 44, lid 2 van het BBV). De voorziening wordt ingezet voor het afdekken van risico's en financiële resultaten van afval.  Het positief financieel resultaat (€ 175.000) op 'afval' van het jaar 2022 is in 2023 aan de voorziening toegevoegd.

Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar

De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden is als volgt:

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Obligatieleningen
Onderhandse leningen van:
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen € 5.937.864 € 6.719.578
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen € 300.403 € 154.380
Totaal vaste schulden € 6.238.267 € 6.873.958

De rentelast voor 2023 bedraagt € 85.045 (2022: € 95.236).

Vlottende passiva

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De post netto-vlottende schulden wordt onderscheiden in:

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de wet financiering decentrale overheden € - € -
Overige kasgeldleningen € - € -
Banksaldi € - € -
Overige schulden € 4.089.255 € 2.964.273
Totaal € 4.089.255 € 2.964.273

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva

De post overlopende passiva wordt onderscheiden in:

Boekwaarde 31 december 2023 Boekwaarde 31 december 2022
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. € 4.013.786 € 1.653.672
De voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, ontvangen van:
- Europese en Nederlandse overheidslichamen € 2.097.930 € 914.506
- overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen € 28.459 € 25.736
Totaal € 6.140.176 € 2.593.914

De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

bedragen x € 1.000
Nr. Naam Saldo 1 januari 2023 Ontvangen bedragen Vrijgevallen bedragen Terugbetalingen Saldo 31 december 2023
Europese Overheidslichamen
Niet van toepassing € - € - € - € - € -
Het Rijk
1 Specifieke uitkering covid-19 Onderwijsvertragingen € 69 € 72 € 68 € - € 73
2 Regeling specifieke uitkering versterking cliëntenondersteuning € 50 € - € - € - € 50
3 Rijkbijdrage onderwijs achterstandenbeleid (OAB) & VVE-middelen € 201 € 425 € 392 € - € 234
4 Stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen € 48 € - € - € - € 48
5 Specifieke uitkering NEAS noodfonds energie verenigingen € - € 5 € - € - € 5
6 Wet Inburgering € 90 € 162 € 149 € - € 103
7 Subsidie Sanering verkeerslawaai € 17 € - € - € - € 17
8 Specifieke uitkering Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) € - € 447 € 370 € - € 77
9 Specifieke uitkering SPUK lokale aanpak isolatie 2023 € - € 815 € - € - € 815
10 Specifieke uitkering Middelen aanpak energiearmoede € 389 € 134 € 436 € - € 87
11 Specifieke uitkering CDOKE 2023-2025 € - € 459 € 164 € - € 295
12 Specifieke uitkering energie Spuk Meoz € - € 301 € 73 € - € 228
13 Voorlopige uitkering onderwijsroute 2022 € 19 € - € - € 19 € -
14 Lokaal preventieakkoord € 8 € - € 8 € - € -
15 Regeling sportakkoord en leefstijlinterventies € 18 € - € 18 € - € -
Overige Nederlandse overheidslichamen
16 Project verkeerseducatie BVL en TT 2022-2023 € 5 € - € 3 € 2 € -
17 Subsidie Woningbouwversnelling 2023-2024 € - € 75 € 10 € - € 65
Totaal van de van EU en NL overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor specifieke uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren € 914 € 2.895 € 1.691 € 21 € 2.097

Niet in de balans opgenomen rechten/verplichtingen

Overige niet in de balans opgenomen rechten

Terug naar navigatie - Overige niet in de balans opgenomen rechten

Toelichting op overige niet in de balans opgenomen rechten. Bijvoorbeeld bestaande rechten aangaande mogelijk te verrekenen kosten uit hoofde van faciliterende grondexploitaties, als er geen zicht is op een toekomstige verrekening, dan rest slechts een vermelding als ‘niet in de balans opgenomen recht’ bij de toelichting op de balans.

Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen of garantstellingen

Terug naar navigatie - Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen of garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.

De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Aard Omschrijving Oorspronkelijk bedrag Percentage leningsbedrag borgstelling Restant 1 januari 2023 Restant 31 december 2023
Waarborgfonds Sociale Woningbouw:
Leningen aan woningstichtingen Borg Achtervang WSW onbekend 50 € 10.468.000 € 10.888.000
Hypotheken particulieren NHG Borg Achtervang WSW onbekend € 36.000.000 € 40.000.000
Stichting Gebouwbeheer Woensdrecht Borg Realisatie Integraal Kindcentrum (IKC) Woensdrecht € 9.566.600 100 € - € 4.300.000
Overig:
Hypotheken particulieren Rabobank Borg Gemeentegarantie onbekend € 17.514 € 12.716
Hypotheken particulieren ING Borg Gemeentegarantie onbekend € 56.597 € 53.097
Hypotheken particulieren Regiobank Borg Gemeentegarantie onbekend € 45.378 € -
Totaal € 46.587.489 € 55.253.813

De garantstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Aard Omschrijving Oorspronkelijk bedrag Percentage leningsbedrag borgstelling Restant 1 januari 2023 Restant 31 december 2023 Betalingen gedurende 2023
Stichting Scouting Hoogerheide Garantie Aankoop en nieuwbouw scoutinggebouw € 140.000 100 € 75.498 € 48.336 € -
Totaal garantstellingen € 75.498 € 48.336 € -

Niet in de balans opgenomen belangrijke verplichtingen waaraan de gemeente voor toekomstige jaren is verbonden

Overeenkomsten

Terug naar navigatie - Overeenkomsten

Op grond van artikel 53 BBV worden in de toelichting bij de balans opgenomen de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de gemeente voor toekomstige jaren is gebonden. 

Omschrijving van het contract Zaaknr. Datum besluit (* = verlenging) Contract datum Looptijd Ingangsdatum Einde contract Jaarbedrag Contractwaarde Restwaarde contract per 31-12-2023
Programma 1 Sociaal Domein
Leerlingenvervoer Z18.05962 5-11-2019 15-11-2019 2 jaar 1-8-2023 31-7-2025 € 460.445 € 920.890 € 729.000
Leerlingenvervoer Speciaal onderwijs Z22.00936 15-3-2022* 19-12-2018 2 jaar 1-8-2022 31-7-2024 € 75.000 € 150.000 € 44.000
Programma 2 Ruimte
N.v.t.
Programma 3 Leefomgeving
Exploitatiebijdrage zwembad Z15.05280 16-2-2006 9-8-2006 20 jaar 1-1-2016 31-12-2035 € 180.000 € 3.600.000 € 2.160.000
Programma 4 Economie
N.v.t.
Programma 5 Bedrijfsvoering
Fiscale ondersteuning vennootschapsbelasting boekjaren 2021-2023 Z22.00686 17-2-2022 17-2-2022 3 jaar 17-2-2022 31-12-2024 € 6.850 € 20.550 € 1.713
Accountant Z21.04920 10-2-2022 20-4-2022 4 jaar 1-7-2022 30-6-2026 € 75.000 € 300.000 € 187.500
Totaal: € 3.122.213

Arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Terug naar navigatie - Arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende vakantiegeld- en (spaar)verlofaanspraken.

Derivaten

Terug naar navigatie - Derivaten

Op basis van artikel 9, lid 5 van het Treasurystatuut wordt er geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten zoals derivaten.

Eigen bijdrage op grond van de Wmo

Terug naar navigatie - Eigen bijdrage op grond van de Wmo

Een aanvrager van een voorziening op grond van de WLZ en de WMO (zoals hulp in de huishouding, begeleiding, hulp- en vervoersmiddelen of beschermd wonen) is op grond van de Wmo een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen.

Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen.

Niet-afgeronde zorgarrangement trajecten

Terug naar navigatie - Niet-afgeronde zorgarrangement trajecten

De gemeente is ultimo boekjaar voor ca. € 1,2 mln gebonden aan voorlopige verplichtingen uit contracten Jeugdzorg.

De regio Jeugdhulp West-Brabant West sluit met zorgaanbieders raamcontracten voor de inkoop van jeugdzorg. Met de raamcontracten zijn de algemene randvoorwaarden vastgelegd en krijgt de zorgaanbieder toegang tot de regio West-Brabant West. Met de zorgaanbieders worden door de gemeenten resultaatgerichte arrangementen gesloten, waarin - voor de intensiteiten Perspectief en Intensief en met ingang van 2018 voor hoogcomplex de intensiteiten A en B - twee prestaties zijn opgenomen door de zorgaanbieder, te weten:

  • Het opstellen van behandelplan en arrangement bij start zorg en
  • Het behalen van het resultaat bij einde zorg.

Wanneer het resultaat bij einde zorg niet wordt behaald heeft de zorgaanbieder geen recht op het overeengekomen tarief. De gemeente toetst of het resultaat is behaald. Het arrangement is juridisch het contract. In de arrangementen zijn geen afspraken opgenomen over looptijd van het zorgtraject. Het arrangementensysteem van de regio West-Brabant West werkt met profiel intensiteit combinaties (PIC). Een PIC is een doelgroepomschrijving. Het profiel omschrijft de aard van het probleem en de intensiteit de zwaarte van het probleem. De diversiteit van zorg binnen een profiel intensiteit combinatie is groot en aan verandering onderhevig.

Het zorgtraject wordt beïnvloed door de bijdragen die de gemeente, het gezin en het netwerk kunnen leveren. Dat maakt het verloop en de doorlooptijd van ieder zorgtraject weer anders. Statistisch is aangetoond dat de doorlooptijd geen betrouwbare indicator vormt om de niet uit de balans blijkende voorlopige verplichting van de PIC’s te kunnen bepalen. Dat betekent dat ten aanzien van de nog niet afgeronde zorgtrajecten de tweede 50% volledig wordt verantwoord bij einde zorg na het behalen van het resultaat.