Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Het doel van deze paragraaf is om inzicht te geven in de ontwikkelingen die van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente Woensdrecht. Verduidelijkt wordt in welke mate de in onze begroting 2024 onderkende strategische risico's zich ook daadwerkelijk voor hebben gedaan.

Welke risico's zijn aanvaardbaar?

Terug naar navigatie - Welke risico's zijn aanvaardbaar?

Aanvaardbare risico’s voor onze gemeente zijn die risico’s, die onvermijdelijk zijn om onze doelstellingen te realiseren, zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld en het risico’s betreft, die niet zijn af te dekken door het treffen van kostenefficiënte beheersmaatregelen, zoals het afsluiten van verzekeringen of aanpassingen in processtappen. Wanneer kwantificering niet mogelijk is, is sprake van een onzekerheid.

Risicomethodiek

Terug naar navigatie - Risicomethodiek

De kwantificering van een risico wordt bepaald door de waarschijnlijkheid van optreden (= kans) met de maximale financiële gevolgen (= impact) te vermenigvuldigen. De inschatting van de kans en de inschatting van de impact is verdeeld over vijf categorieën, van klein naar groot.

Status en ontwikkeling van de belangrijkste risico's

Terug naar navigatie - Status en ontwikkeling van de belangrijkste risico's

In de begroting 2024 is een totaal aan risico’s geraamd van € 4.480.000,- Dit bedrag bestaat uit de risico’s die te kwantificeren zijn. Wanneer kwantificering niet mogelijk is, is sprake van een onzekerheid.  

  Begroting 2024
Risico's groter dan € 300.000  
WMO € 685.000
Aviolanda  € 590.000
Jeugdzorg  € 820.000
Participatiewet en minimabeleid € 520.000
Infrastructuur (ver)nieuwbouw € 520.000
Stikstofbeleid Nederlandse overheid € 650.000
   
Overige risico's (totaal) € 695.000
   
Totaal gekwantificeerde risico's € 4.480.000,-

 

Navolgend wordt aangegeven in hoeverre voorgaande begrote risico’s zich in werkelijkheid in 2024 voorgedaan hebben. 

Macro economische ontwikkelingen en overheid 
De wereldwijde economische ontwikkelingen zijn in 2024 gedomineerd door thema’s als globalisering, maatregelen om de eigen markt te beschermen, de economische ontwikkelingen in China en de oorlogen in Oekraïne-Rusland en Israël-Gazastrook.
 
De instabiele situatie in het Midden-Oosten en de logistieke problemen in de wereldhandel hebben ervoor gezorgd dat de bouwkosten fors zijn gestegen.
De sinds 2021 jaarlijks hoge inflatie lijkt inmiddels beteugeld. Over 2024 was de gemiddelde inflatie nog 3,3%, hetgeen nog hoger is dan het streefniveau van 2%. De inflatie in de eurozone in 2024 was lager dan die in Nederland.  

De Omgevingswet is per 1 januari 2024 ingegaan. Onze organisatie heeft veel aandacht geschonken aan het voorbereid zijn op de invoering van deze wet, waarbij taken en rollen verduidelijkt zijn. De negatieve gevolgen voor onze legesinkomsten zijn omvangrijk en onze aandacht verschuift van de voorzijde van het planvormings- en vergunningsverleningsproces naar de achterzijde van dwang en handhaving.

Wmo
Het aantal aanvragen voor Wmo huishoudelijke ondersteuning en begeleiding is al enkele jaren aan het stijgen. De mate waarin de stijging zich in 2024 heeft voortgezet is echter minder dan waarmee in de meerjarige prognoses rekening is gehouden. Daarnaast zijn ook de tarieven voor de Wmo maatwerkvoorzieningen geïndexeerd. Gemeenten zijn verplicht reële tarieven te bieden conform de AMVB ‘reële kostprijs’. Actuele ontwikkelingen, zoals inflatie en stijging in loonkosten, zorgen voor verhoging van deze kostprijs. De uitvoering van de Wmo betreft een open-eind regeling, waarbij het risico bestaat dat het begrote budget overschreden wordt. De kans op budgetoverschrijding is in de begroting voor 2024 ingeschat op 10% van het budget voor Wmo huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en voorzieningen. In 2024 is de Wmo binnen de vastgestelde kaders uitgevoerd en is een overschot op het budget gerealiseerd. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de toelichting in programma 1 sociaal domein.

Joint venture Business Park Aviolanda B.V.
In 2024 is door Business Park Aviolanda B.V. (BPA BV) uitvoering gegeven aan de eerste fase van het  Ondernemingsplan BPA BV  2024-2028. Dit is een ambitieus plan om te groeien naar een onderhouds- en innovatiecluster. Op de aandeelhouders Provincie Noord-Brabant (80%) en gemeente Woensdrecht (20%) wordt een beroep gedaan om financieel in BPA BV te participeren door een eigen vermogensinbreng en door het verstrekken van langlopende leningen. Dit zal in 2025 concreter worden en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd gaan worden.  In 2024 heeft een extern onderzoek plaatsgevonden naar de noodzakelijke mate van risicoafdekking van onze eigen vermogensinbreng. Conclusie is dat voor de eigen vermogensinbreng in BPA BV een risicoafdekking van 64% voldoende is. Per eind 2024 is door onze gemeente € 2,9 miljoen aan eigen vermogensinbreng en langlopende leningen geïnvesteerd in BPA BV. Daarover is ons gecorrigeerde risico o.b.v. het onderzoek dus substantieel lager dan het voor 2024 begrote risico van € 590.000,-. 

Jeugdzorg
Door de reguliere indexatie en een extra indexatie vanwege CAO afspraken en kostenstijgingen zijn de tarieven voor de jeugdzorg aangepast. Ontwikkelingen maar ook de financiële positie van jeugdhulpaanbieders worden gevolgd en uitgaven worden gemonitord. Door afspraken over jaarlijkse indexering en tussentijdse aanpassing van de benodigde budgetten in de Planning & Control cyclus is het risico op forse kostenstijgingen beperkt. In het 3e kwartaal van 2024 is het jeugdzorgbudget verhoogd met € 350.000,-. De uitvoering van de Jeugdwet betreft echter een open-eind regeling waardoor er altijd een risico zal bestaan dat het geraamde budget overschreden wordt. De kans op een overschrijding is in de begroting ingeschat op 10% van het budget voor jeugdzorg. In 2024 is voor de uitvoering van de jeugdzorg het budget overschreden. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de toelichting in programma 1 sociaal domein.

Participatiewet en minimabeleid
Voor de uitvoering van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ wordt een gebundelde uitkering van het rijk ontvangen. Hierbij bestaat het risico dat de werkelijke uitgaven hoger zijn. De kans hierop wordt op basis van ervaringscijfers ingeschat op 10%.
In 2023 is het klantenbestand van de ISD verder toegenomen en is ook het aantal statushouders, dat een beroep doet op de bijstand en het minimabeleid toegenomen.  
Door tussentijdse bijstelling van het budget in rijkscirculaires en op basis van tussentijdse prognoses is de afwijking ten opzichte van het budget beperkt. Uiteindelijk is over 2024 het budget voor de participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ overschreden. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar programma 1 sociaal domein.

(Ver)nieuwbouw van gemeentelijke infrastructuur
Naast de gestegen uitgaven aan onderhoud en beheer is een risico gelegen in de uitvoering van ons verbouw en nieuwbouw van onze gemeentelijke infrastructuur, met name in de uitvoering van onze onderwijshuisvesting en reguliere vervangingsinvesteringen. Het uitgangspunt, dat geactualiseerd beleid wordt ontwikkeld binnen de bestaande financiële kaders is lastig realiseerbaar.  De begrote uitgaven voor de uitvoering van het integraal plan van onze onderwijshuisvesting zijn  ruim 25% gestegen. Uitgaven worden gedaan in combinatie met verduurzaming van gemeentelijk vastgoed.  Naast hogere kosten wordt de uitvoering ook in grote mate beperkt door de stikstofmaatregelen en beschikbaarheid van energievoorziening. Gezocht wordt naar maatregelen om de uitvoering van de projecten binnen de geldende regelgeving te kunnen realiseren.

Stikstofbeleid overheid 
De Wet stikstofreductie en natuurverbetering regelt de resultaatsverplichtingen voor de stikstofreductie. In 2030 moet minimaal 50% van het areaal van de stikstofgevoelige natuur in beschermde Natura 2000-gebieden een gezond stikstofniveau hebben. De stikstofuitstoot in onze gemeente wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitstoot vanuit het Antwerpse havengebied en de intensieve veeteelt in Vlaanderen. 
In 2023 heeft de provincie Noord-Brabant besloten om geen vergunningen meer te verstrekken voor bouwprojecten die leiden tot extra neerslag van stikstof in Natura-2000 gebieden. Grote plannen zoals het Sneek project konden daardoor geen doorgang vinden. De uitspraak van de Raad van State van 18 december 2024 omtrent de mogelijkheden tot saldering en de uitspraak van de rechtbank in Den Haag op 22 januari 2025 over de gebrekkige stikstofaanpak van de Nederlandse overheid zorgen voor onzekere, maar potentieel omvangrijke gevolgen met fors nadelige invloed op onze ambities en bouwplannen zoals uitstel of zelfs afstel van bouwplannen. 
De ontwikkelingen en de mogelijke omvangrijke gevolgen voor onze (lopende) projecten en voor onze gemeente worden geïnventariseerd en nauwgezet gevolgd.

Niet kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Niet kwantificeerbare risico's

Niet alle risico's hebben directe financiële gevolgen. Op risico's zonder duidelijke financiële gevolgen maar met grote niet-financiële gevolgen dient onze gemeentelijke organisatie te sturen. In de begroting 2024 zijn niet kwantificeerbare risico's benoemd betreffende de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk, de uitvoering van het nationaal klimaatakkoord en de krapte op de arbeidsmarkt.

Zoals ook al aangegeven in de begroting 2025 is het risico dat de gemeente Moerdijk en de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant door de omliggende bedrijven van Chemie-Pack in Moerdijk verantwoordelijk gehouden worden voor de schade van de brand in 2011 inmiddels ingeschat op nagenoeg nihil.

Aan de uitvoering van het klimaatakkoord is in 2024 invulling gegeven door de realisatie van een zonnepark, de voorbereiding van een windparkproject en de opstart van de voorbereidingen op het nationaal isolatieprogramma (NIP). Tenslotte is in 2024 gestart met de opstelling van de duurzaamheidsvisie van onze gemeente.

Voor de impact van de krapte op de arbeidsmarkt wordt verwezen naar de paragraaf 6. Bedrijfsvoering. 

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

Bij de inventarisatie van het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen weerstandsvermogen in de vermogenssfeer en in de exploitatiesfeer. Weerstandsvermogen in de vermogenssfeer wordt gevormd door het aanwendbare deel van de algemene reserve en door de stille reserves. Van een stille reserve is sprake indien activa een hogere waarde vertegenwoordigen dan de boekwaarde op de balans. In het weerstandsvermogen van onze gemeente zijn geen stille reserves opgenomen.

Op het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve zijn de geraamde onttrekkingen voor investeringsuitgaven en exploitatie-uitgaven voor de begrotingsperiode in mindering gebracht.

Het weerstandsvermogen in de exploitatiesfeer wordt gevormd door de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit.

De omvang van de post onvoorzien is in onze financiële verordening vastgesteld. De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra structurele middelen, die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van gemeentelijke heffingen te verhogen. De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de toegestane belastingtarieven (het tarief om tot een artikel 12 gemeente gerekend te worden) te vergelijken met de belastingbaten/belastingtarieven in onze gemeente.

Onze bestemmingsreserves (met uitzondering van de reserve dekking kapitaalslasten) zijn in principe vrij te besteden. Deze reserves zijn geoormerkt voor vooraf bepaalde doeleinden, maar de gemeenteraad kan besluiten er een ander doel aan te geven of ze vrij te laten vallen ten gunste van de algemene reserve.  Bestemmingsreserves maken geen onderdeel uit van ons weerstandvermogen.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Risico's in begroting 2024 en 2025

In de begroting 2024, die de stand weergeeft per Q3 2023, is het totaal aan strategische risico’s geraamd op € 4.480.000,-.

In de begroting 2025, die de stand weergeeft per Q3 2024, heeft een actualisatie van de ramingen van de strategische risico’s plaatsgevonden en is het totaal aan risico's geraamd op € 4.395.000,-.  Een kleine verlaging ten opzichte van de begroting 2024.

Ten tijde van het opstellen van deze jaarstukken 2024 zijn de in de begroting 2025 beschreven risico's en het geraamde totale risiconiveau nog actueel en relevant, waardoor er geen reden is om het totaal aan strategische risico's uit de begroting 2024 aan te passen. Weliswaar is de omvang van het risico m.b.t. Business Park Aviolanda B.V. lager op basis van een gewijzigde inschatting in september 2024, maar daartegenover staat een lastig kwantificeerbare verhoging van het risico m.b.t. de gevolgen van de  stikstofproblematiek; zie voorgaand in deze paragraaf.  

Bij de berekening van het totaal aan risico’s wordt overigens niet gecorrigeerd voor het feit, dat alle risico’s zich niet tegelijkertijd voor zullen doen. Daarmee geeft het totaal aan risico’s in feite dus een ‘worst-case’ scenario weer.  

Weerstandsvermogen

In de begroting 2024 is per 31-12-2024 het begrote weerstandsvermogen geraamd op ruim € 11 miljoen. 

Het werkelijke weerstandsvermogen per 31-12-2024 bedraagt € 18.100.294,-.  Dit verschil wordt voornamelijk verklaard door de toevoeging aan de algemene reserve van een deel van het jaarresultaat over 2023. 

Met de (gedeeltelijke) toevoeging van het jaarresultaat 2024 aan de algemene reserve is in deze berekening van de algemene reserve geen rekening gehouden, omdat daarmee vooruitgelopen zou worden op een nog te nemen raadsbesluit in juli 2025. 

De opbouw van het werkelijke weerstandsvermogen per eind 2024 is als volgt:

Werkelijke weerstandsvermogen       Jaarrekening 2024
Stand van Algemene reserve per 31-12-2024 € 17.565.294
plus: onbenutte belastingcapaciteit € 500.000
plus: post onvoorzien € 35.000
Totale werkelijke weerstandsvermogen per 31-12-2024  € 18.100.294



Weerstandsratio

Terug naar navigatie - Weerstandsratio

De weerstandsratio (= weerstandsvermogen € 18.100.294 gedeeld door totaal aan risico's € 4.395.000,-) per eind 2024 bedraagt
daarmee werkelijk 4,1 (begroot 2,5).  Per eind 2024 wordt de weerstandsratio beoordeeld als zijnde 'uitstekend'. 

Weerstandsratio Beoordeling
groter dan 2.0 Uitstekend
van 1.4  tot 2.0 Ruim Voldoende

van 1.0 tot 1.4

Voldoende

 

Ontwikkeling kengetallen

Terug naar navigatie - Ontwikkeling kengetallen

Navolgende financiële kengetallen geven inzicht in onze financiële positie. Door de Commissie BBV is de keuze gemaakt om geen normen op te leggen voor de kengetallen. Een kengetal of de ontwikkeling van een kengetal is een weerspiegeling van het gevoerde beleid. Hierin kunnen bewuste keuzes zijn gemaakt. Het gaat om de onderlinge samenhang van de kengetallen en de uitleg hierbij.

Kengetallen Jaarstukken  Begroting  Jaarstukken 
2023 2024 2024
Netto schuldquote -6,12% 18,5% -11,3%
Netto schuldquote, 
gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
-11,0% 13,5% -16,6%
Solvabiliteitsratio 48,1% 42,4 % 51,4%
Grondexploitatie -1,4% 2,7% -1,2%
Structurele exploitatieruimte 8,32% 2,6%

5,0%

Belastingcapaciteit 96,7 % 101,7%  97,4%

 

Beoordeling van de kengetallen in relatie tot de financiƫle positie

Terug naar navigatie - Beoordeling van de kengetallen in relatie tot de financiƫle positie

Navolgend wordt de realisatie per 31-12-2024 van onze financiële kengetallen beoordeeld aan de hand van de signaleringswaarden van de provincie Noord -Brabant zijn gedefinieerd. Van de 6 verplichte financiële kengetallen hebben 3 kengetallen betrekking op onze balanspositie. De ratio's over de schuldquotes en solvabiliteit geven aan in welke mate onze gemeente in staat is om aan haar financieringsverplichtingen te voldoen en over welk financieel buffervermogen we beschikken.  

De werkelijke financiële risicopositie van onze gemeente per 31-12-2024 is te typeren als zijnde uitstekend.  In vergelijking met de voor 2024 begrote ratio's zijn alle ratio's verder verbeterd. 

Ter toelichting op de ratio's die onze vermogenspositie weergeven, vermelden we enkele relevante financiële waarden per eind 2024: het balanstotaal bedraagt € 74 miljoen, het eigen vermogen € 38 miljoen, totaal aan voorzieningen € 18 miljoen, het totaal aan langlopende leningen € 6 miljoen en het totaal aan kortlopende leningen en overlopende posten € 12 miljoen.  

Netto schuldquote   &   netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een waarde van minder dan 90% wordt beschouwd als zijnde minst risicovol. Onze gerealiseerde waarden liggen daar ver onder en zijn daarmee uitstekend.

De schuldquote is in de afgelopen jaren afgenomen en heeft ook over 2024 een negatieve waarde. Deze negatieve waarde wordt veroorzaakt door enerzijds het geringe totaal aan vaste en vlottende schulden en anderzijds het hoge bedrag aan uitzettingen met een looptijd korter van een (1) jaar. De meerjarige ontwikkeling van beide kengetallen zal afhangen van de mate waarin we ons reguliere investeringsniveau weer gaan behalen. De verschillen tussen de begroting en realisatie 2024 worden hoofdzakelijk verklaard door de financieringsgevolgen van de achterblijvende investeringsuitgaven. 

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin we in staat zijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Een waarde van meer dan 50% is volgens het toezichtkader het minst risicovol. Verhoging van onze solvabiliteit naar 50% of meer leidt tot de meest gunstige beoordeling door onze leningverschaffers. De stap daartoe is nagenoeg gezet, want per eind 2024 bedraagt de solvabiliteitswaarde 51,4%.  Dit terwijl 42,4% begroot was. Verklaring is met name het hoge exploitatieresultaat, dat toegevoegd is aan het eigen vermogen. 

Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / jaarrekening en uitgedrukt in een percentage. Volgens het toezichtkader is een waarde van minder dan 20% het minst risicovol. Daaraan voldoen we met een waarde van -1,2% ruimschoots.

Structurele exploitatieruimte
Beoordeling welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. We zitten met een gerealiseerde waarde van 5,0% in 2024 ruimschoots boven de nullijn; want minder dan 0% is  risicovol. Begroot was een waarde van 2,6%.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van  het  landelijk gemiddelde.  Dit kengetal wordt berekend door de vergelijking van de woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (boekjaar) en het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (jaar voorafgaand aan boekjaar). De waarde van dit kengetal was voor 2024 begroot op 101,7%, terwijl een waarde van 97,4% gerealiseerd is.