Paragraaf 2 Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Deze paragraaf gaat nader in op de lokale heffingen die gedurende het rapportagejaar zijn ontvangen.

De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën.

  • Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen dragen bij aan de algemene middelen van de gemeente.
  • Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken, diensten of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing staat een tegenprestatie van de overheid.

De belastingverordeningen voor 2021 zijn door de raad in de openbare raadsvergadering van november 2020 vastgesteld. Na de uitgangspunten van ons lokaal beleid, een tabel van de geraamde en gerealiseerde inkomsten in 2021 (A) en een overzicht van de tariefontwikkeling 2017-2021 (B) worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen toegelicht:

  1. Onroerende zaakbelastingen (ozb)
  2. Afvalstoffenheffing
  3. Rioolheffing
  4. Lokale lastendruk
  5. Vergelijkend overzicht woonlasten
  6. Hondenbelasting
  7. Forensenbelasting
  8. Toeristenbelasting 
  9. Marktgelden
  10. Lijkbezorgingsrechten
  11. Leges
  12. Kwijtscheldingsbeleid

Lokaal beleid

Terug naar navigatie - Lokaal beleid

Het beleid ten aanzien van lokale heffingen is gebaseerd op de uitgangspunten van het coalitieakkoord 2018-2022 en het collegewerkprogramma 2018-2022 “Samen door”. Zoveel als mogelijk wordt gekozen voor het uitgangspunt dat voor de tarieven van die belastingen, waarbij maximaal de kosten mogen worden verhaald, de gemeentelijke dienstverlening 100% kostendekkend dient te zijn (onder andere afvalstoffen-, rioolheffing, leges).

De uitgangspunten met betrekking tot de financiën van de gemeente zijn:

  • Inwoners en bedrijven betalen, buiten de inflatiecorrectie, niet méér aan gemeentelijke lasten dan in 2018;
  • We houden vast aan het principe "de vervuiler betaalt". Inwoners ervaren dat verbeterd afvalscheidingsgedrag leidt tot minder hoge afvalkosten én inwoners en bedrijven zijn meer bereid tot het scheiden van afval. De kosten voor het ophalen en verwerken van afval zullen de komende jaren toenemen, waarbij we hebben afgesproken dat de afvalverwerking een kostendekkend proces moet zijn;
  • De opbrengsten uit de heffing van hondenbelasting moeten in evenwicht zijn met de kosten. In 2017 heeft de raad een motie aangenomen waarin het college wordt opgeroepen om de baten en lasten op het gebied van de hondenbelasting in de jaren 2018-2020 gefaseerd in evenwicht te brengen. Het college voert deze motie uit. We monitoren de behoefte aan maatregelen en de kosten die daar bij horen;
  • We hebben een begroting waarbij de lasten en baten structureel in evenwicht zijn, zonder lastenverhoging voor de inwoner;
  • De gemeente beschikt over een gezonde reservepositie en heeft haar risico's voor de komende jaren duidelijk in beeld.

A. Geraamde en gerealiseerde inkomsten

Terug naar navigatie - A. Geraamde en gerealiseerde inkomsten

In 2021 zijn de volgende inkomsten met betrekking tot de lokale heffingen geraamd en gerealiseerd:

Bedragen kolom 2 t/m 7 x € 1.000
Inkomsten lokale heffingen per belastingsoort
Begroting 2021
Titel Jaarstukken 2020 Primitieve begroting 2021 Heffings maatregel Wijzigingen Totaal begroot 2021 Jaarstukken 2021 % Realisatie Aandeel in % van totaal 2021 Bedrag 2021 (per inwoner)
1 2 3 4 5 6 (3 t/m 5) 7 8 9 10
Onroerende zaakbelastingen € 4.453 € 4.485 € 462 € 63 € 5.010 € 4.937 99% 48% € 224
Afvalstoffenheffing € 2.251 € 2.307 € 243 € -22 € 2.528 € 2.566 102% 25% € 116
Rioolheffing € 1.946 € 1.951 € 74 € 16 € 2.041 € 2.066 101% 20% € 94
Hondenbelasting € 108 € 108 € - € -2 € 106 € 107 101% 1% € 5
Forensenbelasting € 47 € 46 € 1 € -2 € 45 € 44 98% 0% € 2
Toeristenbelasting € 641 € 641 € - € - € 641 € 651 102% 6% € 30
Totaal: € 9.446 € 9.538 € 780 € 53 € 10.371 € 10.371 100% 100% € 471
(1) Inwonertal gemeente Woensdrecht per 1-1-2021, definitief cijfer vastgesteld door het CBS: 22.028.

B. Tariefontwikkeling 2017-2021

Terug naar navigatie - B. Tariefontwikkeling 2017-2021

De belastingverordeningen voor 2021 zijn door de raad in de openbare raadsvergadering van november 2020 vastgesteld. De vastgestelde tarieven voor 2017 - 2021 zijn opgenomen in het onderstaand overzicht.  

Tarieven per belastingsoort 2017 2018 2019 2020 2021
Onroerende zaakbelastingen
Woningen: eigenaren 0,1139% 0,1127% 0,1104% 0,1083% 0,1134%
Niet-woningen: eigenaren 0,1657% 0,1664% 0,1683% 0,1661% 0,1844%
Niet-woningen: gebruikers 0,1380% 0,1386% 0,1401% 0,1382% 0,1546%
Afvalstoffenheffing
Vast deel € 150,00 € 150,00 € 150,00 € 150,00 € 175,00
Afvalcontainer (per lediging):
- 240 liter restafvalcontainer € 4,00 € 4,00 € 6,00
1 - 13 ledigingen, per lediging € 8,00 € 8,00
14 -20 ledigingen, per lediging € 10,00 € 10,00
21 -26 ledigingen, per lediging € 12,00 € 12,00
- 140 liter restafvalcontainer € 2,35 € 2,35 € 3,50
1 - 13 ledigingen, per lediging € 4,70 € 4,70
14 -20 ledigingen, per lediging € 5,85 € 5,85
21 -26 ledigingen, per lediging € 7,00 € 7,00
- 240 liter gft-afvalcontainer € - € - € - € - € -
- 140 liter gft-afvalcontainer € - € - € - € - € -
- Ondergrondse afvalcontainer (per inworp) € 0,50 € 0,50 € 0,75 € 1,00 € 1,00
Rioolheffing Art.nr. Systematiek
Vastrecht 1.1.1 woning met één persoon € 147,00 € 147,00 € 147,00 € 147,00 € 152,50
woning met meerdere personen € 196,00 € 196,00 € 196,00 € 196,00 € 203,50
1.1.2 niet-woning € 196,00 € 196,00 € 196,00 € 196,00 € 203,50
Gedifferentieerde tarieven niet-woningen 2.1.1 vastrecht + variabel tarief voor de hoeveelheid afgevoerd water > 501 m3, per m3 € 0,89 € 0,89 € 0,89 € 0,89 € 0,92
2.1.2 (oud) voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 1.001 tot en met 2.000 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 berekende bedrag € 0,60 € 0,60 € 0,60 € 0,60
2.1.3 (oud) voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 2.001 tot en met 5.000 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 en 2.1.2 berekende bedrag € 0,37 € 0,37 € 0,37 € 0,37
2.1.4 (oud) voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 5.001 tot en met 10.000 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 tot en met 2.1.3 berekende bedrag € 0,29 € 0,29 € 0,29 € 0,29
2.1.5 (oud) voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 10.001 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 tot en met 2.1.4 berekende bedrag € 0,21 € 0,21 € 0,21 € 0,21
2.1.2 voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 1.001 tot en met 10.000 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 berekende bedrag € 0,52
2.1.3 voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 10.001 tot en met 20.000 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 en 2.1.2 berekende bedrag € 0,24
2.1.4 voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 20.001 tot en met 30.000 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 tot en met 2.1.3 berekende bedrag € 0,23
2.1.5 voor de hoeveelheid afgevoerd water vanaf 30.001 m3, per m3 verhoogd met het op basis van 2.1.1 tot en met 2.1.4 berekende bedrag € 0,22
Hondenbelasting
1e hond € 54,00 € 47,50 € 40,00 € 37,50 € 37,50
2e en volgende hond € 90,00 € 80,00 € 70,00 € 65,00 € 65,00
Kennel € 225,00 € 200,00 € 170,00 € 155,00 € 155,00
Forensenbelasting
Tarief 2,12‰ 2,14‰ 2,18‰ 3,36‰ 0,3413%
Toeristenbelasting
Per overnachting, per persoon € 1,00 € 1,00 € 1,00 € 1,50 € 1,50
Marktgelden
Weekmarkt Hoogerheide € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50
Weekmarkt Putte € 6,75 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50
Jaarmarkt Putte € 105,00 € 105,00 € 105,00 € 105,00 € 105,00

1. Onroerende zaakbelastingen (ozb)

Terug naar navigatie - 1. Onroerende zaakbelastingen (ozb)

De onroerende zaakbelastingen worden met ingang van 1 januari 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak, de WOZ-waarde. De peildatum van de WOZ-waarde is 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. De WOZ-waarde per 1 januari 2020 is leidend voor de belastingaanslag van 2021.

De tarieven voor 2021 zijn verhoogd met 10% (waarvan 1,58% inflatie). Dit in verband met het behoud van het voorzieningenniveau in onze gemeente.

WOZ: transitie naar gebruiksoppervlakte

De Waarderingskamer heeft besloten dat per 1 januari 2022 de gebruiksoppervlakte het enige juiste uitgangspunt is voor de taxaties van woningen in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De WOZ wordt voor onze gemeente uitgevoerd door de Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB). Tot op heden zijn gemeenten vrij om voor het objectkenmerk ‘grootte’ te kiezen tussen bruto inhoud of gebruiksoppervlakte. Net als de meeste andere gemeenten waardeert de BWB tot op heden op basis van inhoud. De transitie naar gebruiksoppervlak is in 2020 en 2021 door de BWB uitgevoerd. Voor Woensdrecht gaat het om circa 10.600 woningen.

2. Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 2. Afvalstoffenheffing

Iedere gemeente heeft de wettelijke plicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen haar grondgebied (art. 10.21 en 10.22 Wet milieubeheer). De gemeente kan, ter compensatie van de kosten die verbonden zijn aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, een heffing instellen, alleen voor inwoners, voor ieder perceel (woning) waar de mogelijkheid bestaat tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, ook al wordt er geen afval aangeboden.

Landelijk zoeken gemeenten naar manieren om meer ‘afval’ te recyclen en minder aan te bieden als restafval. Zo ook in Woensdrecht. Het verwerken van afval wordt steeds duurder en de noodzaak om grondstoffen duurzaam te recyclen neemt toe. Het beleid in Woensdrecht is er op gericht de hoeveelheid restafval te verminderen tot maximaal 100 kg per persoon per jaar, de zogenaamde VANG-doelstelling. Tevens moet de activiteit ‘afvalinzameling & -verwerking’ kostendekkend uitgevoerd worden. Dat betekent dat de lasten financieel gedekt moeten worden door de baten. Maar ook dat het principe geldt: 'de vervuiler betaalt'. Om de doelstelling te behalen heeft de raad in 2019 besloten met ingang van 2020 de volgende maatregelen te nemen:

  • Verhoging van de variabele en invoering van progressieve tarieven van het aanbieden van het restafval;
  • Verhoging van het tarief voor de extra tikken op de milieustraat. 

De ophaalfrequentie van het afval blijft gehandhaafd op eenmaal in de twee weken. Het verlagen van de ophaalfrequentie van het restafval naar eenmaal in de vier weken is om redenen van hygiëne en serviceniveau niet doorgevoerd. 

De afgelopen jaren zijn alle bovengrondse inzamelcontainers binnen onze gemeente vervangen voor ondergrondse inzamelfaciliteiten. Dit heeft gezorgd voor een significante verbetering van de openbare ruimte. Na een korte pilot met betrekking tot de aparte inzameling van blik is de gemeente overgestapt op de gezamenlijke inzameling van Plastic, blik en drinkverpakkingen (PMD). Deze beleidswijziging heeft het gemak van scheiden voor onze inwoners aanzienlijk verbeterd. Naast de beleidswijzigingen op de inzameling heeft de gemeente verschillende pilots uitgevoerd met het oog op het beter scheiden van afvalstoffen. Zo is er een uitgebreide GFT-E (Groente, Fruit, Tuinafval en Etensresten) campagne gevoerd binnen onze gemeente en wordt er een pilot gehouden in samenwerking met de Saver-gemeenten om de gescheiden inzameling van GFT-E ook mogelijk te maken voor hoogbouwlocaties (appartementen + flatgebouwen). 

Behalve deze acties is er ook een pilot ondergrondse restafvalcontainers uitgevoerd. Op basis van de positieve resultaten is besloten om inwoners blijvend de mogelijkheid te bieden om binnen de beschikbare capaciteit over te stappen op een ondergrondse container voor restafval. 

De gemeente heeft zich vanuit de duurzaamheidsambities gecommitteerd aan de doelstelling uit het nationale VANG-programma (Van Afval Naar Grondstof). Dit programma beschrijft de doelstellingen voor gemeenten op het gebied van circulariteit van grondstoffen. Voor 2020 was de VANG doelstelling 100 kg restafval per persoon en een scheidingspercentage van 75%. De afgelopen jaren is er een waarneembare dalende trend zichtbaar in het aandeel fijn huishoudelijk restafval, tussen 2018 en 2021 is dit met zo’n 21 kg afgenomen. In 2021 was dit aandeel nog zo’n 124 kg per inwoner. In 2025 is de ambitie om nog maar zo’n 30 kg per persoon in te zamelen met een scheidingspercentage richting de 100%. De gemeente heeft een goede dalende koers ingeslagen in relatie tot de ambities vanuit de VANG doelstelling. Alhoewel de impact van de financiële beleidskeuzes nog niet volledig is uitgewerkt, zal het nastreven van de doelstelling aanvullende acties verlangen die de komende jaren verder moeten worden onderzocht.

Tarieven

Vanuit het principe “de vervuiler betaalt” is er met ingang van het jaar 2020 een progressief tariefstelsel ingevoerd. Omwille van de stijgende kosten van de verwerking van het afval is in 2020 besloten om het vaste tarief met ingang van 2021 te verhogen. De overige tarieven zijn ten opzichte van 2020 niet gewijzigd. De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn opgenomen in het overzicht van de tariefontwikkeling 2017-2021 (B) in deze paragraaf. Het percentage kostendekkendheid is als gevolg van deze ingrepen de afgelopen jaren gestegen van 88% en 86% in 2018 respectievelijk 2019 naar 103% in 2020 en naar 101% in 2021 .

Voorziening 'egalisatie afvalinzameling en -verwerking'

Woensdrecht heeft een voorziening 'egalisatie afvalinzameling & -verwerking' tot haar beschikking voor het afdekken van risico's en financiële resultaten van afval. Het saldo van de voorziening was de laatste jaren gedaald naar nul. Het positief financieel resultaat (€ 59.365) op 'afval' van het jaar 2020 is in 2021 aan de voorziening toegevoegd.

 

Met ingang van de programmabegroting 2017 is een overzicht van de kostendekkendheid, ingericht naar taakvelden, opgenomen. Onderstaand het overzicht voor het jaar 2021.

Kostendekkendheid afvalinzameling en -verwerking
Taakveld/omschrijving Specificatie Begroting 2021 % Realisatie 2021 %
Lasten
7.3 Afval 1. Afvalinzameling € -964.500 € -971.233
2. Afvalverwerking € -558.675 € -558.433
3. Milieustraat € -825.000 € -769.992
4. Overig € -136.140 € -101.666
2.1 Verkeer en vervoer 5. Straatreiniging € -17.334 € -24.669
6.3 Inkomensregelingen 6. Kwijtschelding afvalstoffenheffing € -68.800 € -85.503
Baten (exclusief opbrengsten afvalstoffenheffing)
7.3 Afval 2. Afvalverwerking € 414.000 € 385.552
3. Milieustraat € 5.705 € 6.529
7. Dividenduitkering Saver NV € 71.940 € 72.468
BTW € -512.688 € -496.832
Totaal (lasten minus baten) € -2.591.492 100% € -2.543.779 100%
Opbrengsten afvalstoffenheffing (opgenomen in taakveld 7.3 Afval) € 2.527.800 € 2.565.665
Saldo en kostendekkendheid € -63.692 98% € 21.886 101%
Onttrekking aan de voorziening 'afvalinzameling & - verwerking' € - € -
Saldo afvalinzameling & -verwerking na onttrekking aan de voorziening € -63.692 € 21.886

Toelichting op de tabel ‘kostendekkendheid ‘afvalinzameling & - verwerking’

Het taakveld ´7.3 Afval´ is het centrale taakveld. Naast de baten en lasten uit het taakveld ‘7.3 Afval’ wordt van het taakveld ‘2.1 Verkeer en vervoer’ een bedrag van (afgerond) € 25.000 in de heffing betrokken. Dit betreft 25% van de gerealiseerde lasten van straatreiniging inclusief het veegvuil. Van het taakveld ´6.3 Inkomensregelingen´ wordt een bedrag van (afgerond) € 86.000 voor het deel van de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing in de heffing betrokken.

Financieel resultaat afvalinzameling & -verwerking

Het voordelig resultaat op 'afval' bedraagt in 2021 (afgerond) € 22.000. De kostendekkendheid bedraagt 101%. In de begroting werd rekening gehouden met een nadelig resultaat van (afgerond) € 64.000. Het voordelig resultaat op 'afval' is opgenomen in het jaarrekeningresultaat 2021.

In de Financiële tussenrapportages 2021 is de raad geïnformeerd over een verwacht voordeel op ‘afval’. Enerzijds zijn we geconfronteerd met een hoger aanbod van afval op de milieustraat en een eenmalige tegenvaller als gevolg van een afrekening met de Belastingdienst van omzetbelasting over de jaren 2016 tot en met 2019 over de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval. Daartegenover staan een toename in de opbrengsten van monostromen (voornamelijk oud papier en metaal), PMD (plastic, metaal en drankverpakking) en een aantal eenmalige meevallers, zoals een hogere dividenduitkering van Saver en een vergoeding voor de inzameling van PMD, glas en oud papier van voorgaande jaren. Daarnaast is een bedrag van € 96.000, zijnde een deel van de toename van de kosten van het hoger aanbod van afval op de milieustraat, ten laste gebracht van het coronabudget 2021.

3. Rioolheffing

Terug naar navigatie - 3. Rioolheffing

Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt geheven: een belasting ter bestrijding van de kosten die voor de gemeenten verbonden zijn aan:

  • De inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, evenals de zuivering van huishoudelijk afvalwater;
  • De inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde en afvloeiende hemelwater, evenals het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

De raad stelt voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast (art. 4.22 Wet milieubeheer). In het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) wordt aangegeven op welke manier de gemeente de gemeentelijke watertaken wil verbeteren, uitbreiden, onderhouden en beheren en welke middelen noodzakelijk zijn om de gestelde doelen te bereiken. Het huidige GRP 'Samen schakelen naar een toekomstbestendige waterketen' is vastgesteld door de raad in september 2019 en heeft een looptijd van 4 jaar (2020-2023).

Tarieven

Met ingang van het belastingjaar 2010 wordt een rioolheffing geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. De rioolheffing kent twee grondslagen:

  • Een vast tarief per perceel;
  • Een bedrag op basis van het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

Het vaste tarief en de variabele tarieven 2021 zijn gewijzigd ten opzichte van 2020. Voor het variabele tarief worden er staffels (grootteklassen) onderscheiden. De tarieven 2021 zijn opgenomen in het overzicht van de tariefontwikkeling 2017-2021 (B) in deze paragraaf.

Met ingang van de programmabegroting 2017 is een overzicht van de kostendekkendheid, ingericht naar taakvelden, opgenomen. Onderstaand het overzicht voor het jaar 2021.

Kostendekkendheid riolering
Taakveld/omschrijving Specificatie Begroting 2021 % Realisatie 2021 %
Lasten
7.2 Riolering 1. Exploitatie en beheer riolering € -1.683.386 € -1.710.015
2. Heffing en invordering rioolheffing € -42.827 € -42.829
2.1 Verkeer en vervoer 3. Aandeel kosten straatreiniging € -52.000 € -74.006
5.7 Openbaar groen en (openlucht)recreatie 4. Kosten onderhoud watergangen € -72.500 € -70.713
6.3 Inkomensregelingen 5. Kwijtschelding rioolheffing € -63.800 € -66.722
Baten (exclusief opbrengsten rioolheffing)
7.2 Riolering N.v.t. € - € -
BTW € -126.887 € -102.110
Totaal (lasten minus baten) € -2.041.400 100% € -2.066.395 100%
Opbrengsten rioolheffing (opgenomen in taakveld 7.2 Riolering) € 2.041.400 € 2.066.395
Saldo en kostendekkendheid € - 100% € - 100%

Toelichting op de tabel ‘kostendekkendheid ‘riolering’

In de tabel zijn de lasten en baten opgenomen, die voor het bepalen van de tarieven van de rioolheffing van toepassing zijn. Naast de baten en lasten uit het taakveld ‘7.2 Riolering’ wordt van het taakveld ‘2.1 Verkeer en vervoer’ een bedrag van (afgerond) € 74.000 in de heffing betrokken. Dit betreft 75% van de gerealiseerde lasten van straatreiniging inclusief het veegvuil. Het vegen van de goten beperkt het instromen van vuil in de straatkolken en voorkomt vervuiling van het rioolstelsel. Van het taakveld '5.7 Openbaar groen & (openlucht)recreatie' wordt een bedrag van (afgerond) € 71.000 in de heffing betrokken. Dit betreft de gerealiseerde lasten van het onderhoud van de gemeentelijke watergangen (sloten) inclusief het afvoeren van het slootvuil. Het toerekenen van het onderhoud watergangen aan rioolbeheer is reëel vanuit de relatie met de zorgplicht hemelwater. Het functioneren van het hemelwaterriool is gekoppeld aan het functioneren van de watergangen die dienen voor de afvoer van regenwater. Van het taakveld ´6.3 Inkomensregelingen´ wordt een bedrag van (afgerond) € 67.000 voor het deel van de kwijtschelding van de rioolheffing in de heffing betrokken. In de lasten van het taakveld '7.2 Riolering´ is een toevoeging aan de voorziening ´rioolbeheer´ opgenomen van (afgerond) € 1.152.000. De toevoeging aan de voorziening is gebaseerd op het 'GRP Woensdrecht 2020-2023’. Het kostendekkingspercentage van riolering is 100%.

4. Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - 4. Lokale lastendruk

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de lastenontwikkeling van een gezin (meerpersoonshuishouden). De woonlasten bestaan uit drie onderdelen: onroerende zaakbelasting, afvalstoffen- en rioolheffing. Voor de onroerende zaakbelasting is uitgegaan van een gezin met in eigendom een woning met een getaxeerde waarde voor het jaar 2021 van € 269.000. De waarde van € 269.000 is gebaseerd op de gemiddelde geschatte woningwaarde van 2020 van de gemeente Woensdrecht (bron: CBS Statline 03-2022), gecorrigeerd met een verwachte waardestijging voor 2021 van +5,25% (bron: BWB 09-2020). Voor de afvalstoffenheffing is voor het jaar 2021 uitgegaan van gemiddeld 13 ledigingen van een 240 liter restafvalcontainer.

Lokale lastendruk 2017 (t) 2018 2019 2020 2021* % Stijging t.o.v. (t)
Lastenontwikkeling gezin € 655,41 € 660,59 € 686,27 € 727,25 787,55 20,16%
* Berekend als volgt: OZB € 269.000 x 0,1134% + riool € 203,50 + afval vast € 175 + afval variabel 13 x € 8.

5. Vergelijkend overzicht woonlasten

Terug naar navigatie - 5. Vergelijkend overzicht woonlasten

Om inzicht te hebben in de hoogte van de woonlasten in Woensdrecht zijn in onderstaande tabel de woonlasten van een aantal (buur)gemeenten opgenomen.

Ter informatie zijn ook de “laagste” en de “hoogste” waarden opgenomen. De cijfers zijn ontleend aan “de Atlas van de lokale lasten 2021” van het COELO. Het begrip ´bruto gemeentelijke woonlasten´ is samengesteld uit de OZB voor een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.

Bedragen in €
Vergelijkend overzicht woonlasten
Gemeente Bruto woonlasten eph 2021 Bruto woonlasten mph 2021 Landelijk rangtelnummer
Tilburg € 571 € 598 1
Tholen € 649 € 736 54
Woensdrecht € 674 € 763 96
Gemiddelde Noord-Brabant € 703 € 776
Moerdijk € 644 € 785 112
Halderberge € 679 € 787 121
Rucphen € 720 € 800 146
Gemiddelde Nederland € 737 € 811
Etten-Leur € 785 € 817 167
Steenbergen € 709 € 831 185
Reimerswaal € 674 € 837 198
Roosendaal € 846 € 881 266
Bergen op Zoom € 848 € 888 271
Zundert € 929 € 975 336
Bloemendaal € 1.390 € 1.517 370
eph = éénpersoonshuishouden
mph = méérpersoonshuishouden met eigen woning

Hieruit blijkt dat Woensdrecht ten opzichte van 2020 in de stand van het landelijk rangnummer is gestegen. Stond Woensdrecht in 2020 op nummer 54 (bruto woonlasten mph € 702), nu staat Woensdrecht op nummer 96 (bruto woonlasten mph € 763). Woensdrecht bevindt zich daarmee onder de gemiddelden van zowel Nederland als de provincie Noord-Brabant.

6. Hondenbelasting

Terug naar navigatie - 6. Hondenbelasting

In 2017 zijn de tarieven van de hondenbelasting met 10 procent verlaagd. In 2018 tot en met 2020 zijn de tarieven en opbrengsten van de hondenbelasting in drie stappen verlaagd en teruggebracht tot een kostendekkend niveau in 2020; dit uitgaande van het huidige voorzieningenniveau. De tarieven voor 2021 zijn ten opzichte van 2020 niet veranderd.

7. Forensenbelasting

Terug naar navigatie - 7. Forensenbelasting

De forensenbelasting wordt opgelegd aan natuurlijke personen (die geen hoofdverblijf in de gemeente hebben) en die meer dan 90 dagen een tweede (gemeubileerde) woning beschikbaar houden voor zichzelf of hun gezin. De raad heeft het tarief voor 2021 geïndexeerd naar 0,3413%. Het tarief wordt met ingang van 2021 in een percentage uitgedrukt. Tot en met 2020 is dat een promillage. 

8. Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - 8. Toeristenbelasting

Toeristenbelasting is een directe belasting die geheven wordt voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisadministratie personen van de gemeente zijn opgenomen. De belastingplichtige is degene die gelegenheid biedt tot verblijf in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. In de verordening toeristenbelasting is een registratieplicht opgenomen, zodat duidelijk is dat de exploitant de verplichting heeft zorg te dragen voor een registratie van het aantal overnachtingen, tenzij de forfaitaire regeling wordt toegepast.

Door de coronacrisis zijn er minder overnachtingen geweest en in de cijfers is daarom ook rekening gehouden met een lagere opbrengst. Deze lagere opbrengst is ten laste gebracht van het coronabudget 2021. Daarnaast is er een kleine meevaller vanuit voorgaande jaren. Net als in 2020 heeft de BWB - op verzoek van de gemeente - uitstel van betaling van de toeristenbelasting verleend aan ondernemers. Dit heeft als gevolg dat een deel van de toeristenbelasting 2021 nog ontvangen moet worden. In de jaarrekening is ervan uitgegaan dat de opbrengst van de toeristenbelasting 2021 gelijk is aan die van 2020. Een specificatie van de totale opbrengsten toeristenbelasting is in onderstaande tabel opgenomen. 

Opbrengsten toeristenbelasting Realisatie 2021
Opgelegde toeristenbelasting 2021 € 335.000
Nog op te leggen toeristenbelasting 2021 € 215.000
€ 550.000
Ten laste van het coronabudget 2021 € 91.000
€ 641.000
Opbrengsten toeristenbelasting voorgaande jaren € 10.000
Totale opbrengst toeristenbelasting 2021 € 651.000

Tarief

Met ingang van 2020 is het tarief vastgesteld op € 1,50 per persoon per nacht. Het tarief voor 2021 is ten opzichte van 2020 niet veranderd.

9. Marktgelden

Terug naar navigatie - 9. Marktgelden

De tarieven van de marktgelden zijn in 2004 voor het laatst verhoogd. Dit heeft als reden dat de economische omstandigheden van markten al langere tijd niet gunstig zijn. Het tarief van de weekmarkt in Putte is per 1 januari 2018 gelijkgesteld aan het tarief van de weekmarkt in Hoogerheide. De tarieven voor 2021 zijn ten opzichte van 2020 niet veranderd.

In onderstaande tabel zijn de baten en lasten en de mate van kostendekkendheid van de markten van 2021 opgenomen. Het bedrag van de lasten is inclusief compensabele BTW.

Kostendekkendheid marktgelden Bedragen inclusief compensabele BTW Begroting 2021 Realisatie 2021
Weekmarkt Putte € 2.925 € 2.291
Jaarmarkt Putte € 16.350 € 13.388
Weekmarkt Hoogerheide € 2.025 € 1.350
Afronding
Totaal baten € 21.300 € 17.028
Totaal lasten € -45.673 € -42.595
Kostendekkingspercentage 46,6% 40,0%

10. Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - 10. Lijkbezorgingsrechten

Conform het collegewerkprogramma 2018-2022 zijn de tarieven van de lijkbezorgingsrechten voor 2021 geïndexeerd met het inflatiepercentage (+1,58%). In onderstaande tabel zijn de baten en lasten en de mate van kostendekkendheid van de lijkbezorging van 2021 opgenomen. Het bedrag van de lasten is inclusief compensabele BTW.

Kostendekkendheid lijkbezorging Bedragen inclusief compensabele BTW Begroting 2021 Realisatie 2021
Baten (diverse tarieven) € 75.260 € 71.981
Lasten: begraafplaatsen / lijkbezorging € 145.591 € 143.980
Kostendekkingspercentage -51,7% -50,0%

Het lage kostendekkingspercentage is een gevolg van de incidentele lasten in 2021 van het verwijderen van ca. 400 grafbedekkingen. Indien de incidentele lasten (begroting: € 68.900; realisatie: € 72.600) buiten beschouwingen worden gelaten bedraagt het kostendekkingspercentage 98,1% (begroot) respectievelijk 100,8% (realisatie).

11. Leges

Terug naar navigatie - 11. Leges

Naast belastingen heft de gemeente rechten (leges) voor individuele dienstverlening aan haar inwoners. De tarieven van de rechten dienen zodanig vastgesteld te worden dat de opbrengsten de kosten van het verlenen van de dienst niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter compensatie van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. Ook dient er rekening gehouden te worden met van rijkswege gestelde maximumtarieven, zoals bijvoorbeeld voor reisdocumenten en rijbewijzen. De voorziene kostendekkingspercentage bij de leges is wettelijk gelimiteerd op 100%.

De legesverordening is naar aard van de dienstverlening ingedeeld in drie titels:

  • Titel 1 Algemene dienstverlening;
  • Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning;
  • Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn.

Voor het heffen van leges heeft de Raad als uitgangspunt vastgesteld dat het streven moet zijn een volledige kostendekking te realiseren en voor zover nodig daartoe kruissubsidiëring toe te passen binnen Titel 1 en Titel 2 van de legesverordening. Conform het Collegewerkprogramma 2018-2022 zijn de legestarieven voor 2021 ten opzichte van tarieven 2020 geïndexeerd met het inflatiepercentage (+1,58%). De tarieven voor reisdocumenten, rijbewijzen, verklaring omtrent het gedrag en kansspelen zijn aangepast overeenkomstig door het Rijk vastgestelde tarieven. In loop van het jaar is het maximumtarief van de Nederlandse identiteitskaart door het Rijk nogmaals verhoogd in verband met de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten.

In 2021 zijn de totale baten en lasten lager dan in de begroting voorzien. Dit heeft vooral te maken met minder vraag naar individuele dienstverlening als gevolg van Covid-maatregelen (denk aan minder huwelijken, minder uitgifte reisdocumenten en minder gehandicaptenparkeerkaarten voor kwetsbare mensen). De totale kostendekkendheid komt uit op 102%, wat 3% hoger is dan voorzien. Voor titel 1 is een iets lagere kostendekkendheid gerealiseerd dan voorzien. Dit komt door enerzijds lagere kostendekkendheid bij burgerlijke stand door verschuiving naar gratis huwelijken en anderzijds door hogere kostendekkkendheid bij reisdocumenten. Voor titel 2 is een hogere kostendekkendheid gerealiseerd dan voorzien, door de hogere opbrengsten van de verschuldigde leges voor bouwvergunningen. De grote projecten waarbij we meer dan € 20.000 aan leges ontvangen zijn niet in de berekening meegenomen. Dit zou namelijk een vertekend beeld geven daar aan deze grote projecten relatief lage kosten zijn verbonden. Voor Titel 3 is een hogere kostendekkendheid gerealiseerd dan voorzien door minder vraag naar standplaatsen (uitstallingen op de weg) als gevolg van Covid-maatregelen. De kostendekkendheid op dit onderdeel is laag.

In onderstaand overzicht zijn de baten en de lasten en de mate van kostendekkendheid van de leges 2021 opgenomen.

Baten en lasten van leges
Titel 1 Algemene dienstverlening Primitieve begroting 2021 Realisatie 2021
Productomschrijving Baten Lasten Dekkings % Baten Lasten Dekkings %
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand € 36.109 € 37.055 97% € 22.124 € 29.140 76%
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten € 120.674 € 107.956 112% € 79.239 € 68.092 116%
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen € 110.325 € 120.623 91% € 95.740 € 103.941 92%
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen BRP € 8.650 € 11.000 79% € 8.235 € 10.472 79%
Hoofdstuk 6 gereserveerd € - € - € - € -
Hoofdstuk 7 gereserveerd € - € - € - € -
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie € 63 € 71 89% € - € -
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken € 10.251 € 15.814 65% € 6.713 € 10.337 65%
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief € - € - € - € -
Hoofdstuk 11 Gereserveerd € - € - € - € -
Hoofdstuk 12 Leegstandswet € 273 € 307 89% € - € -
Hoofdstuk 15 gereserveerd € - € - € - € -
Hoofdstuk 16 Kansspelen € 1.267 € 1.848 69% € 270 € 396 68%
Hoofdstuk 17 Kinderopvang € - € - € - € -
Hoofdstuk 18 Kabels en Leidingen € 42.515 € 42.261 101% € 32.266 € 32.832 98%
Hoofdstuk 19 Verkeer & vervoer € 14.736 € 16.261 91% € 6.843 € 7.555 91%
Hoofdstuk 20 Diversen € 1.630 € 2.232 73% € 405 € 728 56%
Totaal € 346.493 € 355.428 97% € 251.835 € 263.493 96%
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Productomschrijving Baten Lasten Dekkings % Baten Lasten Dekkings %
Hoofdstuk 2 Vooroverleg / beoordeling aanvraag € 27.589 € 114.629 24% € 18.233 € 84.134 22%
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning € 441.076 € 341.673 129% € 352.602 € 259.521 136%
Totaal € 468.665 € 456.302 103% € 370.835 € 343.655 108%
Grote projecten (leges> € 20.000) € 372.325
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn (ED)
Productomschrijving Baten Lasten Dekkings % Baten Lasten Dekkings %
Hoofdstuk 1 Horeca € 7.505 € 9.504 79% € 4.260 € 5.346 80%
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten € 882 € 5.770 15% € - € -
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven € - € - € - € -
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte € - € - € - € -
Hoofdstuk 5 Standplaatsen € 2.073 € 3.564 58% € 1.610 € 2.376 68%
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet € - € - € - € -
Totaal € 10.460 € 18.838 56% € 5.870 € 7.722 76%
Totalen verordening € 825.618 € 830.568 99% € 628.540 € 614.870 102%

12. Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - 12. Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente heeft de mogelijkheid om opgelegde aanslagen kwijt te schelden indien een belastingplichtige niet in staat is een aanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. In de Gemeentewet en de Invorderingswet 1990 is het juridisch kader voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen opgenomen. De gemeente is wettelijk verplicht de door de Minister van Financiën vastgestelde regels in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toe te passen. In de Gemeentewet is geregeld op welke onderdelen de gemeente van de Uitvoeringsregeling af mag wijken. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt verzorgd door de Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB), op basis van de regeling die de raad vaststelt.

Kwijtschelding kan worden verleend voor (een deel) van de afvalstoffen- en rioolheffing. Voor de overige belastingsoorten is in Woensdrecht geen kwijtschelding mogelijk. In 2021 is voor een bedrag van € 152.225 kwijtgescholden. Dit bedrag is opgebouwd uit € 85.503 kwijtschelding voor afvalstoffenheffing en € 66.722 voor rioolheffing.