- Inwoners nemen op een zo volledig en volwaardig mogelijke manier deel aan de samenleving.
- Inwoners zijn veerkrachtig. Dat wil zeggen: Inwoners zijn in staat om met veranderingen om te gaan, beschikken over de daartoe benodigde hulpbronnen, nemen hun verantwoordelijkheid, zijn (samen)redzaam en participeren naar vermogen.
- Inwoners kunnen delen in en bijdragen aan een goede kwaliteit van leven.
- Inwoners zijn op de hoogte van ontwikkelingen en mogelijkheden.
- De integrale toegang staat dicht bij onze inwoners, is duidelijk herkenbaar, laagdrempelig en heeft hun behoeften voorop staan. Inwoners krijgen antwoord op hun vraag.
- De privacy van inwoners is geborgd.
- Inwoners krijgen de ondersteuning die ze nodig hebben; niemand valt buiten de boot.
- Inwoners met een ondersteuningsbehoefte ervaren een optimale ondersteuning binnen beschikbare budgetten.
- Werkgevers worden optimaal bediend bij het invullen van vacatures en vragen over instrumenten die zij kunnen inzetten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
- Inwoners hebben een gezonde levensstijl.
- Talenten worden optimaal ontwikkeld en benut.
- Inwoners hebben gelijke kansen om zich te ontwikkelen.
- Onderwijsruimten/ -gebouwen worden efficiënt gebruikt.
Uitgaven
50,78%Inkomsten
15,76%Saldo
Programma 1. Sociaal Domein
Uitgaven
50,78%Inkomsten
15,76%Saldo
Verbonden partijen en samenwerkingspartners
Terug naar navigatie - Verbonden partijen en samenwerkingspartnersBij de realisatie van doelstellingen en effecten in het programma Sociaal Domein zijn de navolgende organisaties betrokken: Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Brabantse Wal, WVS-Groep, Stichting Samenwerken, GGD West-Brabant, Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord, Regionaal Bureau Leerplicht, Veilig Thuis West-Brabant.
Wat hebben we besteed aan Programma 1. Sociaal Domein?
Terug naar navigatie - Wat hebben we besteed aan Programma 1. Sociaal Domein?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 8.460.617 | 447.540 | 8.908.157 | 9.307.849 | 399.692 | |
Lasten | -27.074.690 | -1.115.382 | -28.190.072 | -28.002.365 | 187.707 | |
Resultaat | -18.614.073 | -667.842 | -19.281.915 | -18.694.516 | 587.399 |
1.1 Sociale veerkracht
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?Inwoners participeren zo volledig en volwaardig mogelijk in de Woensdrechtse samenleving.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 28.476 | 12.923 | 41.399 | 60.417 | 19.018 | |
Lasten | -1.333.957 | -74.865 | -1.408.822 | -1.348.975 | 59.847 | |
Resultaat | -1.305.481 | -61.942 | -1.367.423 | -1.288.558 | 78.865 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?De budgetten die onder Sociale Veerkracht vallen zijn hoofdzakelijk subsidies die volledig uitbetaald worden. Per ultimo 2021 resteert € 3.000 voor incidentele subsidies conform de Subsidieregeling eenmalige subsidies Woensdrecht. Op inburgering resteert €55.000. Dit is het gevolg van hogere Rijksbijdragen (€12.000) dan begroot. De resterende kosten voor het project inburgering zijn behandeld in de 1e begrotingswijziging ISD Brabantse Wal. Daar vielen de kosten van het project inburgering weg tegen de inkomsten vanuit de subsidie van het Grens Informatiepunt (GIP), waardoor de ISD voor inburgering geen extra kosten in rekening heeft gebracht bij de gemeente Woensdrecht. Tot slot resteert er op het product Sociale Veerkracht €12.000, omdat als gevolg van corona minder innovatie-activiteiten zijn uitgevoerd.
1.2 Integrale toegang Sociaal Domein
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?Inwoners weten zelf de weg te vinden naar de juiste zorg en ondersteuning. We helpen hen daarbij met slimme technologie en waar dit niet toereikend is met persoonlijke begeleiding.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 6.324 | 27.879 | 34.203 | 34.285 | 82 | |
Lasten | -838.387 | -105.579 | -943.966 | -1.337.720 | -393.754 | |
Resultaat | -832.063 | -77.700 | -909.763 | -1.303.435 | -393.672 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?Het tekort op dit product ontstaat voornamelijk door het afwaardering van de boekwaarde van het inmiddels gesloopte pand aan de Kromstraat 4.
1.3 Werk en inkomen
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?Inwoners (met een afstand tot de arbeidsmarkt) hebben een beter perspectief op werk en grotere kansen op de arbeidsmarkt.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
We zetten ons in om (de gevolgen van) armoede en schulden in de gemeente te voorkomen en terug te dringen, zodat inwoners zo volwaardig mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Per 2021 voldoet gemeente Woensdrecht aan de taken zoals beschreven in de nieuwe Wet Inburgering 2021.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 6.262.727 | 384.624 | 6.647.351 | 7.049.006 | 401.655 | |
Lasten | -9.388.528 | -281.168 | -9.669.696 | -9.783.112 | -113.416 | |
Resultaat | -3.125.801 | 103.456 | -3.022.345 | -2.734.106 | 288.239 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?Het product Werk en Inkomen sluit met een positief resultaat van €288.239.
Dit bedrag is hoofdzakelijk te verklaren vanuit een overschot op het BUIG-budget van €103.000. Dit budget is bedoeld om de bijstandsuitkeringen te betalen. Als gevolg van corona werd een toename verwacht van de bijstandsuitkeringen. Dit is niet gebeurd. Het aantal bijstandsuitkeringen is zelfs met 9 uitkeringen afgenomen ten opzichte van 2020. Ook op het gebied van schulden werden extra aanvragen verwacht als gevolg van corona. Ook deze toename heeft niet plaatsgevonden als gevolg van de steunmaatregelen van het Rijk en de preventieve inzet vanuit de gemeente. Hierdoor is er op schuldhulpverlening een positief resultaat van €23.600. Op het participatiebudget is een overschot voor €42.000 door beperkte inzet van re-integratie trajecten als gevolg van corona. Door positief resultaat van de WVS hebben we op dit product een overschot van €40.000. Hetzelfde geldt ook voor de ISD (€ 5.339) Doordat er minder inzet nodig was dan begroot op de Sociaal Medische Indicatie (SMI) kinderopvang resteert er een bedrag van €19.000. Op het lokale armoedebeleid is een positief resultaat geboekt van €15.000. Dit wordt veroorzaakt doordat het Noodfonds beperkt is ingezet. Met betrekking tot uitvoering kwijtscheldingsbeleid is er een tekort van € 19.000. Tot slot hebben we vanuit het Rijk met de meicirculaire €52.300 extra inkomsten ontvangen op het product integratie uitkering sociaal domein Participatiewet. Daarnaast hebben we wat meevallers binnen dit product van ongeveer € 7.000.
1.4 Maatschappelijke ondersteuning
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?Het aanbod van zorg en ondersteuning sluit aan op de behoeften van onze inwoners en de beoogde resultaten worden behaald. De geleverde inzet is effectief, efficiënt en van goede kwaliteit.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Inwoners nemen zo volwaardig mogelijk deel aan de samenleving, zoveel mogelijk binnen de eigen leefomgeving.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
De centrumgemeentetaak Beschermd Wonen is tijdig geïmplementeerd op basis van het ‘Plan van Aanpak 2020’ dat samen met zes gemeenten van de regio West-Brabant West is opgesteld én het in 2019 gesloten akkoord tussen VNG en Rijk.
De afschaffing van de centrumgemeenteconstructie is door het Rijk verschoven van 1 januari 2020 naar 1 januari 2021. Hier is regionaal de planning op aangepast.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 195.348 | -23.848 | 171.500 | 186.217 | 14.717 | |
Lasten | -6.073.810 | -163.757 | -6.237.567 | -5.994.840 | 242.727 | |
Resultaat | -5.878.462 | -187.605 | -6.066.067 | -5.808.623 | 257.444 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?De jaarrekening 2021 laat op 1.4 Maatschappelijke Ondersteuning laat een positief resultaat zien van afgerond € 257.000
WMO-huishoudelijke ondersteuning:
Op het subproduct Huishoudelijke Ondersteuning bedraagt het overschot (per saldo) € 4.000. Dit geringe overschot wordt veroorzaakt door een hogere opbrengsten aan eigen bijdragen (€ 21.000) en een financiële meevaller aan administratievergoeding (€ 8.000). Hiertegenover staan extra uitgaven voor huishoudelijke ondersteuning in natura en extra uitgaven op PGB huishoudelijke ondersteuning (€ 25.000) als gevolg van een stijging in het aantal cliënten dat gebruik heeft gemaakt van huishoudelijke ondersteuning.
WMO-Hulpmiddelen, Vervoer en Woonvoorzieningen:
Op het subproduct WMO Hulpmiddelen, vervoer en woonvoorzieningen bedraagt het overschot (per saldo) € 13.000. De tegenvallers op de opbrengst leges voor de GPK (- € 7.000), op woonvoorzieningen (- € 31.000), op individuele vervoersvoorzieningen (- € 14.000) en op scootmobielen (- € 50.000) vallen binnen het subproduct volledig weg tegen de besparing op rolstoelen (€ 31.000) en de besparing op collectief vervoer (€ 84.000).
WMO begeleiding 'Zorg in Natura':
Per saldo sluit het subproduct WMO-begeleiding ‘Zorg in Natura’ met een tekort van € 26.000. Dit tekort ontstaat enerzijds door een tekort van € 85.000 op individuele begeleiding en € 17.000 op niet-rolstoel vervoer naar en van groepsbegeleiding. Op de posten begeleiding groep, kortdurend verblijf en rolstoelvervoer naar en van groepsbegeleiding voorzien we daarentegen een overschot van respectievelijk € 38.000, € 30.000 en € 6.000 en op de bedrijfsvoering een gering overschot van € 2.000.
Opvang en beschermd wonen Wmo:
Opvang en beschermd wonen Wmo is sprake van een overschot van bijna € 64.000. Dit wordt veroorzaakt door investeringskrediet van € 25.000 waar nog geen gelden voor zijn uitgegeven. Voor 2021 is betreft ambulantisering GGZ rekening gehouden met €23.000. Hiervan is niets afgerekend. Daarnaast is €10.600 van het overschot op deze post te verklaren door een teruggave bijdrage Veilig Thuis. Op diverse kleinere posten resteert in totaal € 5.400.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning:
Er is sprake van een overschot van € 83.000 op Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Dit overschot bestaat grotendeels (ruim € 54.000) uit overgebleven budget voor het project Dorpsgericht werken (Verbeterplan integrale toegang sociaal domein). In 2020 is gestart met de uitvoering van dit project. Echter heeft het project vertraging opgelopen door corona, waardoor er in 2021 geen uitgaven of investeringen zijn gedaan. In 2022 zal het Verbeterplan Integrale Toegang Sociaal Domein worden geactualiseerd.
Daarnaast is het jaarlijks beschikbaar gestelde budget à € 14.500 voor vergoeding van activiteiten en presentiegelden voor leden van de Wmo Adviesraad in 2021 eenmalig niet uitgekeerd. Naar aanleiding van de coronacrisis, was een beperkt deel van de beschikbaar gestelde middelen in 2020 benut door de Wmo Adviesraad. Het restant van 2020 bleek in de loop van 2021 voldoende om ook de kosten voor 2021 te dekken. Het bedrag zoals opgenomen in de begroting voor 2021 is daarom eenmalig niet uitgekeerd. Op de post 'Collectieve preventie GGZ' resteert een bedrag van € 5.000. Daarnaast resteert op een aantal 'bedrijfsvoeringsposten' een bedrag van circa € 9.500 omdat minder gebruik hoefde te worden gemaakt van geoormerkte gelden uit circulaires.
Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd:
Het overschot van € 13.000 wordt verklaard door extra budget wat was gereserveerd voor mogelijke extra kosten om het Mantelzorgcompliment corona-proof te kunnen uitreiken. Doordat de uitreiking weer op de reguliere wijze heeft kunnen plaatsvinden, is het extra budget voor 2021 niet benut.
PGB WMO begeleiding:
In 2021 zien we een daling in het aantal cliënten met een PGB-begeleiding. We realiseren daardoor een overschot van € 106.000. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het overschot op dit subproduct het effect is van het beleid om meer zorg in natura te verlenen in plaats van het toekennen van PGB's.
1.5 Zorg voor Jeugd
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?Het aanbod van zorg en ondersteuning sluit aan op de behoeften van onze inwoners en de beoogde resultaten worden behaald. De geleverde inzet is effectief, efficiënt en van goede kwaliteit.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
We hebben de ondersteuningsvraag reeds in een vroeg stadium in beeld. Daarmee voorkomen we de noodzaak van zwaardere zorg en ondersteuning zoveel mogelijk en neemt de druk op (zware) maatwerkvoorzieningen af.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
De regie over jeugdzorg ligt in de eerste plaats bij de jeugdigen en ouders zelf.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 1.549.299 | 32.410 | 1.581.709 | 1.583.239 | 1.530 | |
Lasten | -5.825.402 | -430.036 | -6.255.438 | -6.079.906 | 175.532 | |
Resultaat | -4.276.103 | -397.626 | -4.673.729 | -4.496.667 | 177.062 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?De jaarrekening 2021 laat op 1.5 Zorg voor Jeugd een positief resultaat zien van afgerond € 177.000
Het positieve saldo op dit product is grotendeels toe te schrijven aan extra middelen die de gemeente Woensdrecht heeft ontvangen van € 417.000. Hiervan is een bedrag van € 43.000 in 2021 uitgegeven. Het restant staat gereserveerd voor uitgaven aan opdrachten die gekoppeld zijn om de knelpunten in Jeugdzorglandschap op te lossen.
Daarnaast zijn de posten voor Persoonsgebondenbudget en Veilig Thuis positief uitgevallen voor in totaal € 30.000
Onlangs hebben we de voorlopige eindafrekening JeugdzorgPlus ontvangen waarin aangegeven is dat de gemeente Woensdrecht een bedrag terugontvangt waardoor het tekort minder groot is dan verwacht, namelijk € 24.000. Het afgelopen jaar is door JeugdzorgPlus instelling Almata hard gewerkt aan het voorkomen van een JeugdzorgPlus plaatsing door te kijken of er alternatieven zijn die beter bij de jeugdhulpvraag van de jeugdige past. Dit heeft geresulteerd in minder verbruik van JeugdzorgPlus door jeugdigen waarvoor de gemeente Woensdrecht verantwoordelijk is in het tweede gedeelte van het jaar 2021.
Op de individuele voorzieningen natura jeugd en veiligheid, reclassering en opvang jeugd hebben we een overschrijding op het budget. Voor individuele voorzieningen natura jeugd overschrijden we het bedrag met € 143.000. We proberen altijd een zo goed mogelijk inschatting te maken op basis van het verbruik van het jaar daarvoor. Echter door corona is de complexiteit van de jeugdhulpvraag de afgelopen maanden toegenomen.
De Landelijke Transitie Arrangementen vallen onder de post veiligheid, reclassering en opvang jeugd. In tegenstelling tot de individuele voorzieningen natura jeugd heeft een gemeente minder zicht op de Landelijke Transitie Arrangementen waarbij de verwijzing vaak door een jeugdarts wordt gedaan. In het laatste kwartaal zijn er facturen voor de Landelijke Transitie Arrangementen, die niet waren voorzien, waardoor er een overschrijding is ontstaan op deze post van € 60.000.
1.6 Gezondheid
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?We zetten ons samen met partners en andere gemeenten in om de gezondheid van de inwoners te beschermen, bewaken en bevorderen.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 0 | 0 | 0 | 5.000 | 5.000 | |
Lasten | -922.469 | -21.600 | -944.069 | -913.527 | 30.542 | |
Resultaat | -922.469 | -21.600 | -944.069 | -908.527 | 35.542 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?Op het subproduct Jeugdgezondheidszorg is sprake van een positief saldo van circa € 11.000. Dit heeft te maken met een stagnatie in de groei van het aantal kinderen van 0-4 jaar en doordat er minder themabijeenkomsten en babycafés zijn ingezet dan begroot door de coronamaatregelen.
Op het subproduct Subsidiering gezondheidszorg is sprake van een positief saldo van € 24.000. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een overschot op de Wet Kinderopvang (Wko) inspecties, doordat een Wet Kinderopvang offerte altijd een inschatting is van de uit te voeren inspecties en ten gevolge van andere personele inzet bij de GGD door corona. Daarnaast hebben we bedrag terugontvangen van GGD in verband met 'doorschuif' BTW. Verder is er eenmalig van de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) een bedrag ontvangen voor versterking van het AED netwerk.
1.7 Onderwijs
Wat wilden we bereiken?
Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?We versterken de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
We voorkomen achterstanden en kansenongelijkheid.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
De onderwijshuisvesting voldoet aan de behoefte. Ruimten en gebouwen worden efficiënt gebruikt.
Welke maatregelen hoorden daar bij?
Wat hebben we daaraan besteed?
Terug naar navigatie - Wat hebben we daaraan besteed?Bedragen in € | Primaire begroting 2021 | Begrotings- wijzigingen 2021 | Begroting 2021 (incl. wijziging) | Realisatie 2021 | Verschil 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 418.443 | 13.552 | 431.995 | 389.686 | -42.309 | |
Lasten | -2.692.137 | -38.377 | -2.730.514 | -2.544.285 | 186.229 | |
Resultaat | -2.273.694 | -24.825 | -2.298.519 | -2.154.600 | 143.919 |
Wat veroorzaakt het verschil?
Terug naar navigatie - Wat veroorzaakt het verschil?Het verschil van afgerond € 144.000 is voor een groot deel als volgt te verklaren:
Onderwijshuisvesting: Het overschot hierop is ongeveer € 70.000. Dit bedrag gaat over niet gerealiseerde kapitaallasten omdat de geplande investeringen voor de basisscholen de Boemerang en 't Paviljoen (voorheen de Meulenrakkers) niet in 2021 zijn gerealiseerd.
Bewegingsonderwijs: Het overschot op dit onderdeel ad € 14.000 heeft vooral te maken met het minder gebruik van de gymnastiekaccommodaties vanwege de verplichte corona-maatregelen, waaronder het tijdelijk niet mogen sporten.
Leerlingenvervoer: Het overschot op deze post van ruim € 25.000 is te verklaren doordat er minder geld is uitgegeven voor het vervoer van schoolkinderen als gevolg van corona. Vervoerders zijn gedeeltelijk gecompenseerd voor niet gereden ritten.
Peuteropvang: Het overschot op deze post van € 25.000 is te verklaren omdat geraamde frictiekosten (als gevolg van samenvoeging peuterspeelzaal en kinderopvang) niet meer behoefde te worden uitbetaald.
Daarnaast hebben we wat meevallers binnen dit product van ongeveer € 10.000.
1.8 Indicatoren
BBV- en lokale beleidsindicatoren
Terug naar navigatie - BBV- en lokale beleidsindicatorenMet ingang van de programmabegroting 2020 zijn de verplichte BBV-indicatoren aangevuld met een aantal lokale indicatoren.
BBV-Indicatoren | Gemeente Woensdrecht | Grootteklasse < 25.000 inwoners | Geheel Nederland | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2019 | 2020 | 2021 | 2019 | 2020 | 2021 | |||||
1 | Bijstandsuitkeringen | 199,0 | 243,0 | 181,6 | 190,0 | 250,0 | 178,2 | 374,0 | 467,0 | 349,5 | |||
2 | Lopende re-integratievoorzieningen | 66,3 | 51,7 | 148,5 | 148,9 | 207,0 | 202,0 | ||||||
3 | Wmo-cliënten met een maatwerkarrangement | 75,0 | 80,0 | - | 56,0 | 62,0 | - | 68,0 | 70,0 | - | |||
4 | Kinderen in armoede | 5,0% | 4,0% | - | 4,0% | 4,0% | - | 6,0% | 6,0% | - | |||
5 | Voortijdige schoolverlaters totaal (VO + MBO) | 2,8% | 1,8% | - | 1,5% | 1,3% | - | 2,0% | 1,7% | - | |||
6 | Absoluut verzuim leerplichtige leerlingen | 9,4 | 6,3 | - | 1,7 | 2,5 | - | 2,4 | 2,7 | - | |||
7 | Relatief verzuim leerplichtige leerlingen | 18,0 | - | - | 19,0 | - | - | 26,0 | - | - | |||
8 | Jongeren met jeugdhulp | 9,7% | 8,5% | 11,7% | 9,4% | 9,3% | 9,6% | 10,6% | 10,3% | 10,5% | |||
9 | Jongeren met jeugdreclassering | 0,4% | 0,6% | - | 0,4% | 0,4% | - | 0,4% | 0,4% | - | |||
10 | Jongeren met jeugdbescherming | 1,6% | 1,3% | - | 1,1% | 1,1% | - | 1,2% | 1,2% | - | |||
Lokale indicatoren | 2019 | 2020 | 2021 | ||||||||||
11 | Tevredenheid met WMO-ondersteuning | 90,0% | 89,0% | - | |||||||||
12 | Inzet van maatwerkvoorzieningen | 1650 | 1927 | 1620 | |||||||||
13 | Huishoudens met laag inkomen | - | - | - | |||||||||
Legenda indicatoren:
Terug naar navigatie - Legenda indicatoren:- Het aantal personen met een uitkering op grond van de Participatiewet (per 10.000 inwoners vanaf 18 jaar). Bron: CBS - Participatiewet.
- Het aantal re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. Bron: CBS - Re-integratietrajecten. Voorheen werd het aantal re-integratievoorzieningen per 1.000 inwoners van 15-64 jaar weergegeven; nu staan alleen de cijfers per 1.000 inwoners van 15-64 jaar op "Waar staat je gemeente" vermeld.
- Aantal per 1.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 329 deelnemende gemeenten. Bron: CBS - Monitor Sociaal Domein WMO.
- Percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bron: CBS - Jeugd.
- Het percentage van het totaal aantal leerlingen van het VO en MBO (12-23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. De periodeaanduiding "2020" staat voor schooljaar "2019/2020". Bron: DUO/Ingrado.
- Het aantal leerplichtige en/of kwalificatieplichtige jongeren dat niet op een school of instelling staat ingeschreven (per 1.000 leerplichtigen). De periodeaanduiding "2020" staat voor schooljaar "2019/2020". Bron: DUO/Ingrado. Woensdrecht geeft een vertekend beeld ten aanzien van verzuimcijfers vanwege de registratiesystematiek voor kinderen die in België onderwijs genieten en voor kinderen die onderwijs bij Almata volgen.
- Het aantal jongeren dat wel op een school staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt (per 1.000 leerplichtigen). Ook veelvuldig te laat komen kan hiertoe worden gerekend. De periodeaanduiding "2020" staat voor schooljaar "2019/2020". Bron: DUO/Ingrado. Woensdrecht geeft een vertekend beeld ten aanzien van verzuimcijfers vanwege de registratiesystematiek voor kinderen die in België onderwijs genieten en voor kinderen die onderwijs bij Almata volgen.
- Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Bron: CBS - Jeugd.
- Het percentage jongeren (12-23 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-23 jaar). Bron: CBS - Jeugd.
- Jongeren met jeugdbescherming betreft jongeren tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode een maatregel door de rechter dwingend opgelegd hebben gekregen. Bron: CBS - Jeugd.
- De mate waarin cliënten tevreden zijn over de ondersteuning die zij van de gemeente Woensdrecht ontvangen op het gebied van WMO. Het percentage geeft weer in welke mate men het eens is met de volgende stelling: 'De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag'. Bron: wettelijk cliëntonderzoek.
- Totaal aantal afgegeven indicaties maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp en WMO. Bron: Suite4SociaalDomein.
- Percentage huishoudens met een laag inkomen ten opzichte van totaal aantal huishoudens van de gemeente. Huishoudens behoren tot de categorie 'laag inkomen' indien het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen, exclusief gebonden uitkeringen, lager is dan de 'lage-inkomensgrens' van het CBS. Daarbij worden verschillende grenzen gehanteerd naar gelang het type huishouden. Bron: CBS. De meest recente gegevens voor deze indicator betreffen 2016 en zijn om die reden niet in bovenstaande tabel opgenomen. In 2016 was het percentage 5,4%.